wierp tweeënzestig fchansfen o p , om da
Stad , die men verzuimd hadt van mondbehoeften
te voorzien, door den honger tot
overgaaf te dwingen. x jan van der. does ,
anders janus dousa , Heer van Noordwyk,
zo beroemd door zyne Geleerdheid en Dichtkunde
, als door zyne Dapperheid, voerde
daar binnen het bevel. De verdeediging was
voortreffelyk; maar de hongersnood zwaar.
En flegte fpys , uit vuil- en mesthoopen op-
gevroet, gekookte bladeren , honden- en kat-
ten-vleesch , waren zulk een ellendig voedfel,
dat ’er de pest by floeg. Misnoegden gaven
aan den Burgemeefter , pieter adriaanszoon
van de werf , hunnen nood met fiere woorden
te kennen. En w a t , denkt G y , antwoordde
die waardige Burgervader ? Hy voerde
hun toe : „ Ik heb eenen eed gedaan voor
het Vaderland en voor deeze S ta d , die ik
hoop , door de hulp van den Geever alles
goeds , ftandvastiglyk te houden. Spys heb
ik n ie t : fterven moet ik eens : hoe is my
om ’t even. Zo myn lichaam U dienen kan,
fcheurt het onbefchroomd vanéén, en deelt het
zo verre het ftrekken mag : ik ben wel getroost
1 ” Zodanig eene rustige taal , die
eenen grooten Burgemeefter kenfchetst, en nooit
dan met aandoening mag herdagt worden,
deedt de onvergenoegden met fchaamte weggaan.
Geen kans van redding was ’er , dan
het
het Tsfel- en Maas-water , by ’t doorfteeken
der dyken , in te laaten , en dus deu vyand
van Leiden te verjaagen. willem de I Bikkelde,
intusfchen, te Delft aan eene ziekte,
voor befmettelyk aangezien ; en , van alle op-
pasfers daarom verlaaten , lag h y , meende
men , op zyn uiterfte ; maar de tyding , dat
Leiden het bleef uithouden , verkwikte hem
zo , dat hy , van dat uur a f , herftelde. De
Zeeuwfche Matroozen, gasten wreed van aanzien
, op de hoeden draagende eene zilveren
Maan met- dit byfchrift: ,, Liever Turksck
dan Paapsch ! ” kwamen , onder boisots be-
, v e l , met eene vloot tot ontzet der Stad.
Z y verdreeven de Spanjaards , die het doorfteeken
van den dyk tusfehen Rhyn- en Delfts-
land wilden beletten. Dan het. water rees
niet genoeg , om met hunne vaartuigen voort
te komen. En in deezen fchrikkelyken ftaat,
toen Leiden door waggelende geraamten, mag
men zeggen , verdeedigd werdt , hadt baldes
de Stad in éénen ftorm kunnen gewonnen hebben.
Dan , door een zonderling middel keerde
de Voorzienigheid dit ongeval af. Hy werdt
daarvan terug gehouden , door het bidden
van Jongvrouw, magdalena moons , in
' s Haage, met welke hy zou huwen; doch die
hem , daags vóór den voorgenomen ftorm ,
verklaarde , hem niet te zullen neemen , zo
hy de Stad , waarin zy veele Vrienden hadt,
M a * niet