Willem den II. {bladz. 310 , 314) Hy liet het
leven, in ’ t jaar 1664, door een onvpórzigtig be^
handeld Zadelpiftool , dat , onverwagts afgaande,
hem door het hoofd fchoot.
26. Dus fcbreef godard van rheede , Vryheer
van Aghrim, Heer van Arnerongen en Giitkel (een
Adelyk Huis in de Provintie van Utrecht') en Veldheer
in onzen dienst, zynen naam, toen hy ’t bevel
voerde over het leger van willem den III in
Ierland, de Stad Athlone ftormenderhand veroverde
, en jacobus den II dat Ryk genoegzaam geheel
ontnam. Uit aanmerking zyner dapperheid verhief
Koning willem de III hem tot Graaf van Athlone
in het jaar 1692. Hy flierf in den jaare 1703.
27. MICHIEL ADRIAANSZ DE RUITER , die in défl
jaare 1.607 te Flisjingen gebooren werdt; die, in den
jaare 1645 , in den Zeeflag by Sjtromboli gewond,
te Siragoifa geftorven , en in de Nieuwe Kerk te
Amjlerdam begraaven is , tekende zich dus. Zyn
Schrift herinnert ons de daaden van den grootilen
aller Admiraalen, die ons Vaderland of de Waereld
immer hecfc voortgebragt. ( bladz■ 3 1 7 , 325, 333,
3 3 5 - 3 3 9 » 3 4 7 » 3 4 8 , 3<>7 - 3 7 °» 3 7 5 ) — - En nog
is hy onvolpreezen! ----- Lly werdt befchonken, wegens
zyne overwinning, op de Engelfchcn te Chat-
tam behaald, met een’ gouden kop, waarop die Gebeurtenis
, geëmailleerd , verbeeld was. Deeze kop
o f beker wordt nog bewaard door des Admiraals zy.
lingfche Naneeven in ’s Haage , die , hoewel in
eenen geringen of armlyken haat leevende, en dikwerf
tot deszelfs afftand voor eenen goeden prys
aangezogt, denzelven nooit hebben willen laaten
vaaren. —— Een gelyke kop werdt toen ook ver-
ferd aan den Admiraal van cent, en aan cornelis
15!$
DE witt , ’ s Lands Gevolmagtigden op de Vloot,
die het hunne tot die overwinning haddeii toege-
bragt. Maar aan den laatften werdt daarenboven
een losrente brief van dertigduizend guldens ge-
fchoriken.
28. Men kan de Naamtekening van lodewyk o f
loys de BoisoT niet zien , of men herinnert zich
den Admiraal van Zeeland, die het beleg van het
benaauwde Leiden moedig opüoeg , en het Land
uit den prangendften nood verloste. ('bladz. 179)
29. De Franfche Naamtekening van floris ,
Comte de Culembourg , boezemt ons nog eerbied
in voor deezen Edelman , die , door phiups den
II tot Graaf van Kuilenborg verheven werdt ; die
het Smeekfchrift der Edelen in zyn Huis te Brut-
fel liet opftellen , waardoor hy in ’s Konings ongenade
verviel ; en , door den Hertog van alva
vogelvry daarna verklaard zynde , zyn Huis om verre
zag haaien, en verpligt was te dulden, dat ’er
eene marmeren pylaar met een Opfchrift in vier
Taaien , behelzende' de redenen van het vonnis ,
in deszelfs plaats opgeregt werdt, doch welke daarna
is neergeworpen. {bladz. 147—149, 156, 157)
30. In jusTiNus de Nassau , den natuurlyken
Zoon van Prins' willem den I van Oranje , die ,
als Admiraal van Zeeland, moedig gevogten heeft
tegen de Spaanfchen, en, als Staatsman , in Frank-
ryk en Engeland gehandeld heeft, erkent men het
karakter van zynen Vader. Hy ftierf, als Gouverneur
van Breda , in het jaar 1631.
O o 5 GOD