34 LEENHULDÊ.
waardigheid erfelyk , en verkreegen eene
foort van onafhanglykheid , waarin het vertrouwend
Volk , op de braafheid van deeze
Heereil hoopende , en tegen de heersch-
zugt der Konihgen zich gedekt oordeelende,
goedhartig bewilligde. De Friezen , toen
Westfriesland , het eigenlyke Friesland, nevens
Groningen en Drenthe beflaande , mede
gedrongen , om als een leen , nu aan den
Bisfchop van Utrecht, dan aan den Graaf
van Holland hulde te doen , zagen dit aan
met een morrend misnoegen ; doch behielden
den ouden heldenmoed. De Hunner* Schans -
Jen j heden nog bekend, zynde de puin-
hoopen van twee Sterkten tegen de invallende
Hunnen , in den jaare 925 door hen
gemaakt by de Udelermeer en tusfchen Arnhem
en Wageningen, . geeven daarvan eeni-
ge blyken. Dus was alles in ons Land
een Leen des K e ize r s , en dat maakte de
Graaven groot. Wanneer G y deeze ophelderingen
omtrent de Leenen wél vat , zult G y
veele gevallen in onze Historie beter verdaan.
G y ziet nu ons Vaderland onder de
vierde foort van Heerfchappy , ik meen , der
Graaven , onder welke laatden het gebleeven
is omtrent zes en eene halve Eeuw.
V . AVie waren deeze Graaven ?
A . Z y allen waren niet uit hetzelfde
H u is , % geen dikwerf -veele onrustige da-
f f e . i * gen
GETAt DER GRAAIEN. • SS
gen en zwaare nadeelen den Lande verwekt
heeft. Men telt er zeventien uit het
oude Hollandfche, drie uit het Henegouw-
fche , zo veelen uit het Beyerfche , twee
uit het Bourgondifche , en drie uit het
Oostenrykfche Huis : dus agtëntwintig te
zamen , behalven eenige Graavinnen. En nu
begeert G y mogelyk te weeten , hoe zy geregeerd
en welk voor- o f nadeel zy den Lande
aangebragt hebben ? Dan dit is een werk
van eenen langen adem , en zo men dat
verre uitbreidt, niet zo nuttig in eene Schets
onzer Historie , als G y U verbeeldt. W y
willen het des met korte trekken tekenen,
het geen aan myn Plan zal voldoen.
Graaven uit het Hollandfche Huis.
V . Laat ons daarmede beginnen !
A . De eerde , zeide ik U , was de
reeds genoemde dirk. , gerlofs Zoon , alleen
beroemd door het dichten en begiftigen
eener Kerk en Nonnenklooster te Eg*
mond. ------ Zyn Zoon , dirk de I I , zegt
m en , deedt veele krygstogten ; maar dewyl
die 'onzeker zyn , gaan wy ze voorby. ----- -
T e Egmond nevens zynen Vader begraaven
zynde in den jaare 989 , kwam zyn Zoon
arnoud aan het bedje®; maar zyn verlooren
C a ' le