h e t , dat de onlangs overleeden Keizer jo-
sephus den II die Barrière terug geëischt,
en ons dus van eenen zwaaren la s t , doch
niet ten voordeele zyner eigen’ Onderdaanen,
ontheeven heeft.
V . Als wy dan de rekening eens opmaaken!
A . Als w y dat doen , zullen wy zugtende
moeten zeggen , dat het Vaderland , van het
jaar 1566 tot den jaare 1713 , en d u s , in
honderdënzevenveertig jaaren, naauwlyks dertig
jaaren rust genooten heeft; en verwonderd uitroepen
: ,, Hoe Honden w y zulke oorlogen
door ! ” Gewis de befchouwing van deezen
laatflen langduurigen oorlog , van deszelfs beloop
en einde , leert zeer veel , en hadt men
maar genoeg geleerd! Beduidde- de Voorzienigheid
van gód ons niet allerduidelykst door
alle uitkomflen , dat eene Republiek , als de
onze , niet moest kryg voeren , maar in vrede
leven : dat het bemoeien met Buitenlanders
ons altoos zo zuur opbrak , als eertyds
den Graaven : dat Engeland alleen de waare
Schutsheer niet ware; maar dat aan de landzy-
de Frankryk onze veiligheid moest weezen, en
dat eene fterke Vloot in Zee ons ontzaggelyk
kon maaken ? ------De vrede van dien tyd gaf
Rille uuren , om zulks te bedenken , en dezelve
kreeg eene behendigheid, die het Ge-
meenebest nog niet gehad hadt. ? W y werden
ontzien van den Ke ize r, geRreeld door Frankryk
, en waren vereenigd met Engeland. -----
De
De oorlogen zweegen ; en de Eeuw van on-
derhandelingen verfcheen. W y moesten wel
onze Schepen dekken tegen de Zweedfche Kapers
en Deenen , toen karel de XII , Ko-
ning van dat Ryk , in Duitschland oorlogde ,
maar daar bleef het ook by. Voor de ontvangst
en aangedaane beleefdheden aan Czar
peter den I van Rusland, wilde hy een
verdrag van handel met ons fluiten , en hoe
veel meer? Om george den I , op Enge-
lands throon na anna gevolgd , te handhaa-
ven tegen den Pretendent , zondt men hem
zesduizend man hulptroepen in den jaare 1715 ;
en daarna dankte men tweemaal krygsvolk
a f , befluitende maar vierëndertigduizend man
in dienst te houden. Dit gaf veel g emor,
en men vreesde eerst voor eene Icheunng
in het Bondgenootfchap. ----- In den jaare
17.17 floot men met dat Ryk en met Frankryk
een nieuw verbond. De algemeene
staaten verkreegen ook van het laatfle den
titel van hoog mogende heeren. De Keizer
voegde zich naderhand daarby. Maar dat jaar
liep treurig a f voor het Vaderland , daar een
geweldige Zeevloed tweeduizend menfchen ,
veertienduizend paarden en runderen , twecu-
twintig duizend fchaapen en verkens deedt verdrinken
, en vyftienduizend huizen wegfpoclde,
meest in Groningerland.,
V . Welke treurige verliezen!
A . En de Ryken , die zo lang geoorloogd
had