mén toen , niet altoos , eenflemmig gedagt te
hebben. Gefchillen van zwaarer gevolge kwamen
daaruit voort. De algemeenE staa-> .
ten hadden eenige Zeebevelhebbers , uit Era-
JU gekomen , doen vastzetten te Amjlerdam;
maar Holland klaagde over fchennis van het
Grondgebied , waarop die Stad hen los liet.
De Prins , door vleiers opgeHookt , was des
gevoelig tegen dat Gewest , en vooral tegen
Amjlerdam. Niettemin fchoot men , edelmoed
ig , twee millioenen guldens, om hem uit 2y-
ne fchulden te helpen. Verder beflóot Holland
geene betaaling meer te doen aan eenige benden.
Maar willèm de II , aan het hoofd
van den raad van staaten , verkreeg van
hunne hoog mogenden het befluit , om de
Bevelhebbers der benden te gelasten, den Hol-
landfchen staaten, by de afdanking niet, te
gehoorzaamen , en , door eene bezending aan
de Regenten der Steden , hen van befluit te
doen veranderen. Zelfs ontving de Prins van
hun een berigtfchrift , om de noodige orde
te Hellen tot bewaaring der goede rust.
V . En wat was-hiervan ’t gevolg?
A . ' Dat zulks de .verbittering vergrootte ;
w a n t , offchoon willem, de eerfle in de bezending,
w a s , hy ftiet byna overal het hoofd,
dewyl men hem niet hooren , o f ontvangen
wilde. Amjlerdam liet zelfs hem verzoeken, de
Stad voorby te gaan: men zou toch hem niet
als
als eenen Afgevaardigden van hunne hoog
mogenden , maar wel als Stadhouder ontvangen.
Dit baatte luttel: hy kwam , doch
men wees hem af. Des befchuldigde hy , in
’ s Haage wedergekeerd , die Stad by de al-
gemeene staaten ; maar zy verdeedigde
zich : en Holland verboodt daarop der Steden
, dergelyke bezendingen in het toekomende
te ontvangen , beweerende , dat eene bezending
van hunne hoog mogenden onwettig
was : dat het den Stadhouder niet toekwam
, de Vroedfchappen in de Steden te
zamen te roepen , en hun Hukken ter beraad-
flaaginge voor te flaan , wanneer het hem
goed d a g t: dat , al hadden de staaten der
byzondére Provintien geen regt ter afdankinge
van krygsvolk , zy egter de betaaling, in geval
van noodzaakelykheid , konden inhoudeA:
en , eindelyk , dat de algemeene staaten
geen règtsgebied hadden zonder verlof der
staaten van elk Gewest. Zo flondt het
toen. Het gereezen verfchil over de krygs-
magt verminderde wel daarna; maar de gemoederen
waren te zeer verbitterd , om tot een
vergelyk te komen.
V . Welke gevolgen hadt dan deeze twist ,
of liever deeze verbittering?
A . willem de II befloot zes Heeren , de
WITT , RUIL , DUIST VAN VOORHOUT , DE
waal , stellingwerf en keizer , ter Staats-
V 3 ver»