moorden , om dat hy de de witten , die
hem zo dikwyls op zyn Schip , als ’s Lands
Gevolmagtigden, in de Zeetogten verzeld hadden
, verdeedigd hadt in eenen Brief, uit Zee
aan de staaten gefchreeven. Om die reden
was waarfchynlyk de Haarlemfche Courant
van dien tyd huiverig, en wilde des niet meer,
dan één woord van ’t geval reppen. — —
De staaten lieten , in den middennagt na
dien donkeren Staatsdag | de Lyken afnee-
men , en in de Nieuwe Kerk begraven. Ook
verzogten zy den Prins , die op het hooren
van den moord verbleekte, fpoedig in 's Haa~
ge te komen. —— Dan, daar deedt men geen
onderzoek naar het bedreeven euvel. De voor-
naamde Burgers hadden ’er in geholpen , of
het meeste deel aan gehad. Des oordeelde men,
liever te moeten dil zitten, dan zulk een groot
en aanzienlyk getal by den kop te vatten.
Veeleer kreegen fommïgen zelfs belooningen.
Meer liep het in elks o o g , dat de vobr-
naam (te beleggers van deezun afgryfdyken
nioord wel ontgingen de draf der tydelyke
Rigteren ; maar dat ze , niettemin , een deer-
lyk einde gehad hebben.
V . Hoe dat?
A . De Schepen joan van bankheim (want
by deeze gelegenheid moeten de naamen dier
onwaardigen genoemd worden) in dat jaar aan-
gefteld tot Bailjuw van V Haage, (dezelfde,
die
die eenige Burger-Kapiteins hadt doen beloo-
ven , het leven der de witten niet te fpaa-.
ren) kweet zich zo liegt, dat men zich zyner
bevordering fchaamde. Hy werdt zelfs gevangen
gezet , gepynigd en ter onthalzinge veroordeeld
; maar hy d ie r f, vóór de uitvoering
van het vonnis , in de gevangenis. De
Zilverfmid verhóef maakte zich fchuldig aan
eenige fchelmeryen ; des h y , v y f jaaren daarna
, te' Leiden gegeesfeld, en , voor vyftig jaaren
, in het tugthuis gezet werdt. ----- tichlaer
, de befchuldiger van cornelis de witt ,
en opdooker van allen , hadt de doutheid van
een ampt te verzoeken om de dienden , die
hy den Lande beweezen hadt. Men gaf ’er
hem ook één ; maar hy werdt , om zyn liegt
gedrag , daarna afgezet. Niettemin bleef hy
een jaargeld van willem den III trekken ; en
na deszélfs dood durfde hy den algemeënen
staaten , als uitvoerders van willems laat-
ften w il, verklaaren, dat h y , jaarlyks, agthon-
derd guldens ontvangen hadt voor dienden,
door hem , in het jaar 1672 , den Vaderlande
beweezen , met verzoek , dat hem een gelyk
jaargeld mogt gegeeven worden , hoewel willems
AEte alleen van vierhonderd guldens fprak,
willende hy niet weeten. voor anderen, dat hy
hem zo veel gaf. Dan , de tyden van zodanige
vergeldingen waren voorby: hy deedt niets
op. Armoede en gebrek waren zyn. oon, In
Z's h o ° '