IB S HESSELS GEHANGEN.
den van bezwooren’ Tradtaaten beweerde , de
Roomfche Geestelyken verdreeven , en derzel-
ver Kerken plonderden. Dus werdt de Gend-
fche Bevrediging nergens meer dan daar ge-
floopt. De Waaien, yverige Roomschgezinden,
deizelver fchennis ziende , vielen met de wapenen
op de Gendenaars, die , een opgeraapt
volk aanvoerende, telkens de neêrlaag kreegen.
Maar hessels , die het vonnis van de Graa-
ven , egmond en hoorne , opgefteld en ge-
fchreeven h a d t, werdt , uit weerwraak , aan
eenen boom, op den weg naar Cortryk, opgehangen.
Dus ftierf hy eenen fchandelyker dood,
dan die Edelen. Daar men wist , hoe pn-
fchuldig z y waren , erkende men de wree-
kende Voorzienigheid , die den opfteller van
dat onregtvaardig vonnis, op deeze w y z e , aan
zyn einde liet komen. Hadden zich dergelyke
Pennevoerders, in ’t vervolg, aan deezen hessels
gefpiegeld , de Natie zou geene onfchul-
dige Voorftanders van het Regt en de Vryheid
meer verlooren hebben. ----- 'Defchande,
in den flag van Gemblours door der staaten
leger geleeden, werdt volkomen uitgewischt
door de overwinning , op don jan behaald
te Rimenant; maar toen hadt hetzelve ook
andere Bevelhebbers, naamelyk, den Graaf van
1 Bossu en francois de la noue , een’ Fransch’
Hervormden, een’ waardig’ en kloek Held,
die de pen zo goed als den degen voerde,
en
ANJOÜ. DOOD VAN DON JAN. lOp
en nog bekend is door zyn Werk over de
Oorlogskonst, dat langen tyd het Schoolboek
- der Krygslieden was , en , ondanks de veranderde
manier van oorlogen, zyne waarde
behoudt.
V . Dus ging het onzen Gewesten naar
wensch, zo ten aanziene van den Godsdienst,
als van den Staat ?
A . De Roomschgezinde staaten , bekommerd
wegens den goeden voortgang der Hervorming,
riepen, uit dien hoofde, den Hertog
van ANjou tot Befchermer der Nederlandfche
V ryh eid , die o o k , als zodanig aangenomen
zynde , zyne Franfche benden met die van
bossü vereenigde , en in Brabant b le e f; een
zwaare last voor dat uitgemergeld Gewest.
Vlamingen en Waaien verteerden intusfchen
elkanderen. Friesland, Overysfel en Gelderland
had'den genoeg met zich zelven te doen.
Holland en Zeeland haalden adem. ----- Maar
don jan , door den laatften tegenfpoed en
de agterblyvende hulp van Spanje zwaarmoedig
geworden , ftierf in zyn drieëndertigfte jaar.
Hadt de Verdraagzaamheid in den Godsdienst
toen gelyk geweest aan die van onze tyden,
Willem de I zou alle de XVII Landfchap-
pen aan Philips onttrokken hebben. Men
roemde toch het meesterftuk zyner Staatkunde
, naamelyk , zich met zo veel fchrander-
heids te bedienen van de omftandigheden des
tyd s,