hebben drie dingen veel invloeds , ik j meen ,
het Klimaat, de aart der Regeering , en de
vrye redelyke Godsdienst. Men mag, zalmen
'ons Karakter met eenige trekken tekenen , ..allereerst
zeggen , dat onze Landgenooten ongemeen
verknogt zyn aan hun Vaderland, het
geen door hunne fchranderheid en vlyt de zetel
des rykdoms , des overvloeds, des gemaks
en der zindelykheid geworden is. Hieraan moet
men toekennen , dat zy , in andere Landen
omzwervende, en '’ er die dingen niet vindende,
telkens hygen, om naar hun Vaderland weêr te
keeren. ----- Vryheidminnaars mag men ze
met groot regt noemen , daar z y altoos de
laage aanbiedingen van eenen laffen vrede of
van flaaverny verworpen hebben ; en , des
noods, met w i l l e m den I verkozen, liever hun
Vaderland te verlaaten, en een ander Land op
te zoeken , dan den nek te buigen onder een
vreemd juk. — Z y komen voor als hardnekkig,
dapper , onvertzaagd , onbezweeken , grootmoedig,
enJlout, in den tagtigjaarigen oorlog; in de
belegeringen van Haarlem en Leiden in den
jaare 1672, toen alles den ondergang voorfpel-
d e i n de Zeedagen , alleen gevoerd tegen de
vereenigde Franfche en Engelfche Vlooten; in
het dichten der Oost- en West-lndifche Colo-
nien , met de wapenen in de vuist ; en in
het laatde Zee-gevegt op Doggersbank. Men
zag ben , in den uiterden nood gekomen zynde
de , de tegenwoordigheid van geest niet verliezen
, o f den moed laaten vallen , zo lang
’er eenige flikkering van hoop overbleef. ------
Noem onze Vaderlanders yverig ; daar zy *
binnen weinige jaaren , hun fchoon Land uit
moerasfen en waterpoelen deeden te voorfchyn
komen: daar zy ongundige waterplekken droog,
bewoonbaar en veftnaakelyk maakten , gelyk
in de Beemfter, in de Purmer en in veele andere
oorden te zien is : daar zy al het nut van
den grond door zorg en arbeid wisten te trekken
, onvermoeid opworftelende tegen Zee en
Rivieren: daar zy groote en kleine Steden
bouwden , waar te vooren ellendige Dorpen
o f hutten Honden ; zo datjmen nu , te Am-
jlerdam zynde , de keur heeft uit ééne van
vyfënveertig Steden, naar welke men op ëénen
dag kan reizen en aankomen: daar z y hunne
grenzen met fterke vestingwerken o f zwaare
waterfluizen gedekt hebben ; en , zo wy nog
willen, ons Land onwinbaar kunnen maaken:
daar zy zich van groote en overvloedige Tuighuizen
hebben voorzien, ontzaglyke legers naar
het veld, en verbaazende Vlooten naar de Zee
gezonden, l o d e w y k de XIV zag met geene
kleene verwondering , dat het Vaderland honderd
en vyftigduizend man op de been hieldt,
en tagtig Schepen van linie in Zee. -—
Niemant weigere onzen Landgenooten den naam
van Jlandvastig in alle eens ondernomen’ din-
Hh gen>