If
l a
Üiil
IM
N A T U U R
„ . -u. bl. 265. De Engeifchen
zetten her over Cormorant, dat is, Zee rave;
o f fVater-rave. De alderzorlle is Tomarius
van alle, die het Latynfche^/ir^«/«»8 in het
Italiaanfch Merlo over ¿et . als wäre het Merula,
eene meerle.
Voigt Janfufh , en Janfo^b, van vrelke
wcderom zeer vele verfcheidctie uytleggingen
voorkomen. Ry de Zamaiiranen is zy
liarbari, dat is > de Vogel van Harharye, welk
e uytdrukking niets itelligs aantoond. De
Griekcn en hheronymus hebben Ibin, dewelk
e volgens 7er. XXXl^. i r. in Idumea woond.
De Ibis nu is eene Vogel Kgypte eigen, het
welk uyt Htrodotiis y Sirabo, l''limus, ¿¡phnus,
jimmiatm blykt. De Syrier en de beide Kaldeeuwenyo
»i?/6«» ende Oöfefiojzetten het over
Ktphiiphay dat is een V)l, of Nachi-ayl. Dez
e behaagd mede aan Bochart Hteroz. i\. Deel ,
II. Boek, 12. kap. gelyk mede aan de Zungm,
dewelke in het Latyn vinden Bubonm^
in de tnoedertaal Huhu, anders zeggen wy
£»/, Beuelt üyl. Derwaarts ilrekt mede de
Woordcoriijronkelykheid van het woor d A/'cfeph,
avondßondy duyflermßen. De nuis
een roofgierigen V o g e l , een Nachtvogel , hierom
dodelyk, enongeliikvoovcekcnende. De
Avabiers zelten het over /ilbajak eeße zoorc
van Hävik, en injezamalhubara welk woord
niet betekend een Nacht-uyl, als Gabrul Sionita
heeft gewi ld, maar Tarda of OliSy in het
Hoogduytfch 'Ihrapp. Akcrirap, 7rapgans,
K U N D E . g^ j
In deze Printbkden vertonen zieh
A . De üyl : the great Hmi-ial m EaA-onh
146.
B. DeNacht-uyl, uyt deieldzaamfte, de
kleindere , van verfcheiden verwe uyt den
bléek-bruyne. Lyt de Naturelyke Gefchiedenis
van Jamaica, het U. Stiikbl. 296.Print
z y ç . De Geite-melker of Jammk^ijcbe ÖalvÄtifche
Nacht-uyl, Ray fyn bl. 180.
C . De Krop-gans.
D. De Reiger, en wel de groote afchvefwige.
1+7.
E. DeiTelfs geraamte.
F. Delhis.
G . De Gelofte-doendcHandvoorhetweivaren
van een mannelyken Nazaat door de
Vrouw gedàan , waar op ¡bis, met andere
Beeldrchriften. Uyt de Schatkamcr van Brandenburg
van Begerus III Stuk bl. 404.
H . EenGedenkpenningvanZ/tfirMBWi, op
welker averechtfche zyde E G Y P T E een
Kinkel Sißrtim, van Iiis uytllekende» met de
linker-hand ruiiende op eene teene korf ver->
vuld met koorn aaren, daar by Îlaande eene
Ibts, dezelve Schatk. van den Keurvoril bl.
I. Twee Gedenkpenningen der Athenien^
zers met eenen Nacht-uyl, hetzinnebeeld der
Stad , en de Voorilandereiîè Mimva : de*
zelve bl. 470. Print 246.
P R I N T B L A D CCXLVIII. CCXLIX.
Etiile de Kaeuwey ende de Roerdomp y ende de Pellik^an. Levic. XI. vers. 18
Hier kl'mt de twyf'ling op haar troon,
'De KAAUWE en ROtRDOMP ftaan ten toon^
Vaar de geleerdheid twiji om V tegt be/cheid te w^teH
fVat yogel Mojes heeft genoemd.
En door de fVet onrein verdoemdy
IVyl 'c merk der waarheid door de tyden is verjl^ten.
""k Zie agter hen op V voetfpoor gaan
'Den breed gebekten PELLIKAAN,
Die 00k door GODS bevel 'ipord als oure'm verfioteni
'De VLEEKMUIS, V 0aatt'lyk ,
Word met de Z W A A N hier 00k gezogt,
Om dus de fivyfHing der geleerdheid te vergroten.
^tls my genoeg dat ze al te zaani
Verdienen een onreinen Naantt
Om het onzeekre niet voor 't zekere te ßellen;
De IVysheid voegd alleen die daad^
Die met de tdlen gaat te raad,
Om hier in veiligheid het oordeel af te Vellen.
Hier
hH'i
1 ,
,1;
iiiiMiii
H n l i i '