G E E S T E L Y K E
3 5 4 G E E S T
lienlieden op alderhande manieren , da: v¡
fpoedig uyt hunne landgrenzen zouden vertrekken.
4. Naar het oordeel van Ferrandus is die
wét Deut. XVI . ó. Door welke hci Volk gelaíl
wordhet P.ifcha tQ:í[zchtcviaandenavond\
ais de Zontie ondergaat, ten beßemden tjd uvjes
inttrekkens uyt Egi^ten., ten eenemaal nieuw,
en neemd de eeríle, welke onze Text heeft,
weg. Ditisnamemiykzyneuytvlucht, omdat
hy die met deeze niet konde zamenvoegen,
daar nochtans Exod. XII. i+. de Wet van
het flachten en vieren van het Pafeha eeuwig
genaamt word en onverander)yk. F,nds deze
dag zaltdieden 'wezen ícrgedachteniffe, ende
gy zuU hem den HEERbl toíeenjeeflvyeren-.
gy zuU hem vyeren ander uwe gedachten
eene esuwige inzettinge. Ende op het 4 2 . v^rs.
Dezen nacht zalmen den HEERE of het vhtigße
houdetty omdat Hyze uyt Egi^tenlande
geleid heejt: dit is de nacht des HEEREN,
die oj> hsfvlytigfiemoeXgchouden worden y van
alle de hinderen IßaHs^ ander hare geßachten.
Ook is KllISTUS . het wäre Paafch-lam
uyt het midden weggenomen: eenmaal in de
voleindinge der eeuwen geopenbaard, otn de
zonde te niete te doen door zyns zelfs Oberhände.
Hebr. IX. 26. ophetmiddender maand
^ijan , ten tyde der Volle Mane, tuflchen
twee avonden, namentlyk opde negende.of
de derde uure van den dag. Matth. XXVII,
4.6. 50.
E X O D : XII. vers 7.
^nàe r^len ^mt äat hioednmen, ende ßryketf het aan de beide K^dpoflen, ende
aan den hovendorpel, in de hujK.enin dewelke ^ het eeten zsillen.
ZttZy zouszQU poßy Mezuzoth pßen -, by
de Grieken Stathmos en paraßades. 'ßollux,
Statimoi de ta hekateroothen xula kata pleuran
toon thuroon, ha kay paraßadas ^haßn. Maßhkoph
, de poß boven de denre, veellicht van
Scakaph hy heeft vooruytgezten, van wegens
de traüen, ofhorden, dewelke men doorgaans
boven de deuren zet, op dat daar zouden ge-
7ien worden, die aan de deurengeklopthadden,
eér dat de deure wierd open gedaan.
"Welk zoort van</í»rf»y<j/>¿i«j-noemdthuras
diaphaneisdiktuootas. Taulinus in demi.Brief
aan Severus eene doorßhynende ir alie ^ Caßo-
¿or US door lichtende deuren. Ook kan de ingang
van het huys worden verilaan, waar uyt het
gezicht op den weg openftaat, propthurony
' ' alwaarom de Grieken hier misfchien
teyaphlian hebben. Want by Hefychtusy
is phtla zo veel als frothuron. Wat 'er van^y,
de Beide Poflcn der deure moeit met Bloed
worden beilreeken,gelyk ook de bovendorpel,
niet de dorpel, op dat niet het Heilig Bloed
het welk in plaats en van eene OfFerhande en
van een Verbonds-zegel is geweeil, de overgaanders
met voeten zouden treedcn. Waarom
zoude in heiilieden de wäre Godsdienil
niet te wege brengen , het welk de ßygelo.
vigheid in de Afgodsndienaars^AmAhi langen
tyd zieh onlhouden hebben van tetreedenop
den dorpel van hunlieder Tempel , nadatDagon
op denzelven was voor over gevallen. i
Sam. V. Zephanja I. Bochart Hieroz,
P. I. L. II. c. f 0.
E X O D: XII. vcrs ii.
Want ¡i •íítl in deezfr mtét door EgipenUtdt gaun, ende alie Eerfigehorenen in
Egipenlandt flaan, "vm de menfchm af tot de beeflen toe : ende gerichten
oeffenen am dle de Goden der Egipenaren, de HEERE.
E X O D : XII. veis 13.
Ende dat bloed ¡ial ulieden tot een techen zyn aan de huyen daar gy inne^yt, ivan-
_ neer «4 't hloed íie, Kat ik a-Ueden morhy gaan : ende daar en ^Igeen plage ondef
li-lieden ten verderve ^yn, wanneer ik Egiftenlandt /¡aan ^l.
Hier tomt een teken voor, doch geen
riaruíirelyk, ja ten eencmaaal bovennatuurlyk.
ccn Goddelykenvrywillig. GOD heeft waarlyk
het bloed van het Lam niet van noden gehad
, op dat hy de zyne van anderen 70ude
knnnen onderfcheiden , en hy had, 20 hy
haddegewik, een geheelander, ofteneenemaal
geen kunnengebruyken. [Vanthetvaße
fondameut GOViä ßaat, bebbenäe dezen zegel;
de HEERE kend de gene, die de zytie zyn.
2 . Tim. II. 1 9 . KRISTUS kend zyne Schapen
Joann. X. 14.17. Dit teken word voor GOD
nietgegeven, maar voor de Joden, opdatzy
daar door verflerkt wegens de vcrloszing zeker
zouden zyn. Tloar het gelove heeft hyhet
Pafeha uytgericht, ende de bejjrengmge des
ùloedtSj op dat de verderver der eerflgeùorene
haar niet raten en zoude. Hcbr. XI. iS. In
eenen Gceflelyken Zin fpaart de Gerechtigheid
GODS alleen die gene, welker gewisfens
door het bloed van KRISTÜS zyn befprengd,
deweike uytverkoren zyn door de
befprenging van JESUS KRISTÜS.
Exod.
N A T U U R K U N D E.
E X O D : XII. vers 18.
in de eerfle Maand, aan den neertienden dage der Maand in den a-oònt gydt gy
ongetimrde brooden eeten •. tot den een en iwintigßen dag der Maand in den a-uotit.
deren daags van het Paieha zyn de Ifiaelitifehe
Volkllammen vertrokken. Enraoetdieshalven
onze Text, verklaavd worden van den
dalenden Avondlìond van den beiden Dag
den en i i . Doch in het getal van de 7;
dagen der Ongezuurde Brooden word de 14.
DaguytgeOooten, de 21. ingeñoten.
Ige der Ongezuurde Breden worden
hier aängezegt, dewelke niet moelen worden
gerekend van het begin, maar van het
cinde van den 1 4 . dag. Want by aldiengydie
haamt van het begin van den 14. dag, zo
zoud gy gene 7. dagen, maar 8 hebben. Het
Pafcha moell worden gegeten op het einde
van den J 4 . dag En op den 1 j . dag des anÉ
X O D: XXXV. vers. 5. 6. 7. 8. én J.
Go»f ende Zilver ende Kofer.
jits öokßemelshlaetm ende Pmfer, endeScharlaken ; ende fyn [innen, endegeytenhair.
Ende rootgeverwde ramivelien, ende dajfevetleii, ende Sittimhout.
Ende ohe tot den luchter : ende S¡>eceryen ter ^aíf-ohe, ende tot rooiinge mlriekende
Sjeceryen.
Ende Sardonixfleenen, ende mrvullende ßeenen tot den Ephod, ende tot denborfllap.
Zie Exod. xxV. vers 3-7.
E X O D : XXXV. vers 15-18.
Ènde alte man by men gevonden merd hemelsblaeuw endeparper , eiide/charìa^eip,
ende fyn linnen, ende geytenhair, ende root-geverwde ramsuellen, ende daßeiiel'-
len, die brachtenKe.
Alle die een hef-offer van i^l-ver afte loper offerde, die brachten het ten hef.ofeides
BEEREN •. ende alle hy metile Sittimhout gevonden wierd, brachten het tot
alien inerk, des dienfis.
Ende alle vrmwen die wys van herten waren, fponnen met hare banden: endé
brachten het gefponnene, de hemehblaeuwe zyde, ende het[úrper, hetfcharUkew,
-ende het fyn Itnnen.
Éndf alle ivyven, welker berte haar beweegde inwysheid, die fponnen het geytenhdi'r.
V)e Overfte nu brachten Sardonix-ßeenen, endevulßeenen, tot den Epbod, ende tòt
den 'Borfilap.
Ende Specerye, ende olie tot den Imker, ende tot de ^alf-otie, ende iot rooi¡ing¿
welriekende S^eceryen. Zie Exòd. X X V . j—7.
E X O D : XXXV. vers. gj.
Hy heeftKe vervuld met oDyshheid des herten, te malten allen>er{, eenes overk^mees".
ters, ende des aldervernufttgßen handwerkers, ende des bordtterders, in heineh •
blaemti, ende in purper, in fcharlaken, en in fyn linnen, ende des wevers : makende
alte werl^, ende bedenkende vernajttgen arbeid,
E X O D : XXXVI. vers 8. tot aan het einde.
M^oo maakle een ieder w-yxe ván herten, ander de gene die het wetl^ijìaaktén, deú
Tabernakel, vàn tien gordynen ; van getweernt fyn linnen , ende hemelshlaeuw ¡
ende purper, ende fcharlaken met Cherubim, van 'i alderkonßelikjle werl<_ maakte hy^e:
Tie lengte eener gordyne ovas van acht en tomitig eilen, ende de breedte eener ¿ordyne
van vier i"'-. , J-^f gordynen hadden eene mate.
- T B«di
l'itniiiiii
riL
«l'Ili. :