G E E S T
E L Y K E
Viofeoridei 1. Boek, kjp. 78. maaktclen Vyrrhedragendcn
min bitter MenitKk.lex.4î38- Dat hetecne
llruyk is, dewelke dit kollelyk Hers uytlevert,
kanmen afnemen uyt Hogelif^. i, alwaar
deHemelfcheîBruydegom dus fpreela tot de
Kerke Ik hm in mynsn ho} gekomen, o myne
Zufier .oBruid.ik htkhe mytie Myrrhe geptukt,
met mine fiecerye. Ook komtmetdeA/yrrfe
Over eenhetHebreeuwfchvvoord A/or. Doeli
ook deze ilruyk is van de hedendaagfche
Kvuydkenners weinig bekend. het wafchtliy
de Arabieren , Sabeers, en inwoonders van
Abyffinie, derhalven aan de bddeoeversvan
de Roodc Zee. De Scliiidery, dewelke ik
in de Verklaring over Genefis hebbe gegeven,
hebbe ik ontleent uyt Tomet. Hiß. des
Drogues I. Deel bl. Tlinms het XU.
Boeihet 15. befchryftdezelvealdus: De
Boom is vyF eilen hoog, niet zonder doorens,
met einen haräen flam en krom gevlocbten ,
dikker dan -van Wierook, en ook van den%i'Ortel,
als -um zyn overig gedeelte eenengladden
baß en de Baag-affel geljk: anderen hebben
dezelve row^ en doormihtiggenaamt : het h lad
van een olyßoom , doch gekrnlder en fnntig.
T)e krmn van Effekrmä. Zommigen gelyk
de Jeneverboom mehtatis rouoeer , en ronw
door doornen . vm ronder blad, màar van
fmaak van den Jenevcr. "Iweemalen worden
zy gefnoeit. of dezelve tydenäesjaars, maar
van den worteltotaandetakken, de'Jielkedengen,
doch eerfl ztoeeten zy van zelfs, eir zy
gefnoeit worden , dat fiaSte , myrrhen-olie ,
genaamd '••nord , boven alle anderen
Boom nict ongti) k van de e.-
gyptifche Dooren , hmmion tey /Jigiiptiakry
Akanthey , en de aldcrbeile Traandroppcl,
en dieweldeTrogloditifchc, nocniJ hy/Wten
, met ilechter kenmcrk tekcnende de
Kaukalis, cnAe Ergailma. De belle dewclke
hy wil, dat uytgekoien worde is by hem
de heldere, donkergreene en by tende enz. Mm
nieet, dus vervolgt hy, vytbezen de verfche
bezetmet vnyhgheid, die licht is, o-jeralvan
dezelue wrxr, de-jcelke gebroken zynde vertoond
de aderen der nagels -siit etideglad, met
kleine klontjes , bitter , fcbcrf , '.xirlnekend ,
verwarmende. t.n, waar vanwyniettvvyffelen
, de Myrrhe , waar van hier Word gemeld,
is dePaHe het Vocht van de myrrhe
derOuden, hierom met nadruk Mor deror,
van zelfs vloeijende, genaamt, hoedanig tegenwoordig
tôt ons naauivelyks word overiçcbracht,
Smimia frootey, voornaamfi by Hiffokraat
feti lifànneyfass. N'ctécnvvoord,
de oprechte en aUicrnyigelcienllc. AV am zy
wierd nu al bereedsoudiWdsvcrballerd-, volgens
degetuygenisvan Dmsloridesen'Plnnui, door gom in water gcvveekt, waar in Myrrhe
gedropen was: insgelyks door klontjes Maftik,
het lap van Komkombcrs om do bitterheid,
gelyk omde zwaarte, het fchiiyra van Zilver.
De Myrrhedragenden Boom, vertoond wederom
deFiguur A. En het Muskusdragend
Beeft de Figuur M.
P R I N T B L A D CCXI, CCXII. CCXIII.
Wat geur komt 'weder berwaarts Z'wéveti?
Ontßait men V ooflers Krniàhof? ja,
Wyl de KANELL^öow worà befchré-vetii
ÍVaar in Ceilon geen -wedergaá
Vinà in het gant fe rond der aarde Î
Het heeft alleen dien duurb'ren fchat:
De böge Codheid toond haar waarde,
IVyi zy in de Oly haar bevat
Tot zalving van de 'Prieflerfchdrett-,
Waar ¿y ¿/^ KALMÜS, hoog gedgt,
Zig met zyn geur komt ofenbdren.
De KASSIK, VOÍ renk en kragt^
Vervoegt zig by deez" fpeceryen
Met de 0/y van Olyven, om
Dus aan den Godsdienß toe te wy'en
'De -werken van het Heilligdom:
't Alt aar i de» Kand'laar^ de Offervdten,
En de Arke van het beiher bond,
Wyl Ifrail zig mag verliten
Op de belofte van GODS mond.
Ô hieflyke OLY/ die te vóren
Of na dien tyd nooit weêrgaâ had.
Wat heil -wierd Aar ons ßam befchóreny
Als iemant door dien duurb'ren fchat
Wierä
TAB. C CXI
Exoni Cap.xxx. V. 2Ä.
riimiijuüjiiuiii, Ciilauius iuojuaticus,
II. ^Vlcji P.t^. XXX.i
•'itjiiiitff' ítiií"^ (!?itlmíir'.