N A T U U R K U N D E .
En am bet ooßers Volk tot paar den moct verlirekken,
Om door het onhehowxde en woeße Und te trekken,
Dewy/ dit magtig dier den dorjt km tegenftaan.
7)it tcoiid de Ontkedkunß hier als met den vinger aan^
Door het doorrjaroeten van de M A . A G en In^enianäen ^
Op 'i naauwfi ontdekt met al bun j'pieren,'vliezen, banden
En äderen van een vierdubWle MÄAG. Zo werkt
De nutte ontdekking, door den tyd en vht verflerkt^
Om V geen verborgen legt in vollen dag te zetten^
Wyl zy verwonderd ßaat hoe alles aan de wetten
Van G O D verbanden isy en met wat wys beleid
Het alles blyft in fiand door zyn almogendheid^
IVant 't kleinße dat wy zien vertoond zyn groot vermögen ^
jii -wat gefchäpn is zyn wond'ren in onze oogen.
373
1D eenen eigentlyken zin is een Kämeel geen
Dier, dat de klaauwen in tween kloofc
dicheyldn^ maar wel äifiHäss, een klaauwe
hebbende niet een eenemaal gekliefi als dat vers
3. maar aan de benedenfte huyd, dewelke in
phats van fteunfel gehecl met klaauwenonderfpreid
Word. Das moet opgelofcht werden
de Schynflrydialieid , dewelke zieh by den
eerSen opflag in denTextfchyntoptedoen.
in welken veiboden Word het eeten van die
Beeilen, icvA's.it&itkUciitrsieuverikeliti, en
aanilondsword'er van hetzelfdeDiergezegt,
d a t liy de klaauwen niet verdeck, ende dieshalven
onrein is. Dit zamengellei van een
Kameels-voet befchrylt Arijtolrles Hiß. Ammal.
II. Beek t. Kap. Eßi äe dicbeykn, k^
mt amfhodomi. dicbeßan dt Imde et meagar
ton of tßhe« miknn elc/itflai, mechn teys deaterasKamfev
toon dakmlom, ta d'emfroßhen
efihiftri mikra, bo-fin achri teys frotep Kampeis
tamlyaktnktm ef atroon teltara.kai eßi
ti iia mejon toon ftVnmatoon , hoafer teis
cheyßi. Ik voege daar •Fltnms by het XI.
Beek, + i .Kap.Bf , ge t i e f t
unn voet door een zeer klein onderßbeidbeeft
eeue vleeßge voetßaf, ¡elyk een beer: 0^ welke
teaen z,y of eene lange mhtiiimderbeßagen
te zyn machlehos worden. Met een woord,
de Kameel heeft de klaauwen verdeelt, met
geklieft : maar de Hoeve niet iiard , noch
hoornachtig , gelyk de reine heriiaauwcnde
liieren hebben, maar w e e k , gelyk als vleelchachtig,
dewelke zo ligt niet afflyt door het
gaanlangshobbelige, zandige piaatzen, als ot
dezelvevanhoornwas. , , ,
Nochtans, zegtdewetgever, bjherkaauwt
ml, hebbende vier Magen
Kameilm. hoojfer ta Keratofhot^,
Koiliau bomoioos ecbein ekeinots Andot. 1".
Boek, 11. Kai. Want de geflalte der Magen
van deze is niet zo zeer, alsindereineonderfcheiden,
maar de eene is van de andere als
door zekcr deurtje of verhevendheid afgezonderd
Degrootfteisdeeeriie, detweedezeer
klein, de derde grooter als de tweede lang.
d e Vierde eindelyk gelyk met de tweede. Dit
echter is aanmevkenswaardig, dat in detweede
Maag tuiichende vliezen, zakken otholligheden
zyn tot twintig ingetal, van binnen
geopend. deze zakken fcliynen Waterhonders
te zyn, deze Beeilen, door de zandige
WildernilTen trekkende, zeer gemakkelyk ,
op dat zy des te langer dedori l zouden können
doorilaan. Want volgcns Tliniiis het
yiH. Beek het li. Kaf m deOndervinding
uerdragen zy vier dagen lang den äorß, enzy
•worden verviildals'ergelegenbeidis, envoor
het voorledene, en het toekomende, hetmaler
door het treeden met den voet eerß hebbende,
geroerd ; want anders drinken zy niet. Ende
dit is dat zelve w a t e r , in deze Voorraatplaatzen,
tot het welk de reizigers, zynde door
de aldernytterile doril in gevaar, hun laatiie
teevlucbt nemen, de Buyk van den Kameel
hebbende geopend. DezeZamenvoeging, zo
• v a n d e Magen, als van^ d e Klaawjuen van een
Kameel byzonderlyk van eenen Drommedans
vertoon ik Printblad CCXXXIV. Figunr I.
II. III. nyt de Handelinge van de Doorlucktige
Koninklyke Maatfchappy van Parys des jaars
167t. op Groot Papiernytgegevenondcrden
T y t e l , Memoire fottr fervir a /' Hißoire Na-,
tnrellt des Aniniaux, dewelke Blaßusoak in
zyne Ontleedkunde der "Bieren bl. 352. heefc
De Figuur I. K. vertoond de onderile Plante
van denvoetgeheel aan een, door een zachte
vieezige huyt bedekt
L . Het bovenlle verdeelde gedeelte van den
nytterlykiten Voet ofKlaauvv.
De Fignuren 11. III. AAA. De eerfte en
grootfleMage.
r . De btrot onder den ingang van de Mage
afgefneden.
B. De tweede Maag.
C. - - de Derde.
D. - - deVierde.
A. De Poortbewaarder.
o. De tweede Mage in vier deelen van een
geineden, op dat zy zoude knnnen gezien
worden.
N. De Deme van de eerfle in de tweede
Maag.
r. p. p. Die Holligheden ofwaterdragende
zakken, dewelke tulTchen de vliezen van de
tweede Maag zyn. ^^^^^
r . - , 'il
11,,
• r i « ! :
ImKi ni
iiti",!. ß'