r
3 Z 4 G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCVII. CCIII. CCIX.
Gj ^It ookeetm reuialtaar des reuk^tverizs tnaken, ^m Sittimhout ^Itg'^ hem ma^en.
Een eile ^d ^'^ne letigteK^jn, ende een eile xine breedte, 'vierkantig xalhy^yn, maar
twee eilen de hoogte deKS^ehen: uit hem s;f4len KyfJe hoornen ^"jn. Exod. XXX.
vers. I. 2.
JFat aangendme lugt, wat renk van fpecerycn^
IVat getirge balzemdamp jfreiä zig aan alle zyhi ?
V Is Mjrrhe, V is Kaneel en Kaßl'e äoor een;
Ben ik in 't kriiidryk ooße, cn word zyn ^eur alleen
My tocgcbldzcn om de zinnen te behagen ?
6 Reen! laaar d-Mlik been? "J^/ai durß myueyver vrageti?
V Is 't heillig REUKALTAAR der hoogßc Alajcßeit,
Het geen zyn offerdamp längs allen kant verfpretd,
En V Heillige vervuld met Godge'-juyde geuren,
Die de eeuwige Almagt zelf, tot 't offer uit k'^'am kcuren,
Daar 't Goud, door V heillig vmtr , met diibbHen luißer blaakt,
Een nieuwen glans verheft, en 't oog als duißer rnaakt
Door d'onweerßaanh'ren gked van dtiizend ßhitteringen :
Degoude HOORNEN, die het REU K A L T A A R omritigen.
Vergrcten het ßemad van 't godgewyde werk.
Ve Ho'geprießer y met den Ephod-, als het merk
Van 's Heeren heilligheid, door Gods bevel beßhonken,
Doet door nieuw voedzel ßeeds het offervuiir ontjonkc/i;
Tie fpeceryi'n -^erpt hy tieder op V alt aar ^
Daar hy omringt is met de prießerlyke fchaar.
Die hem in zynen dienß komt hären dienß betonen y
Om nevens hem altoos voor 't Heilligdom te wönen.
VAn het Sittimhout hcbben wy eiders gefproken.
De gedaante van dezen Altaar
is kantig geweeil, de onderfte en bovenfte
voet Vierkant} de zyde van dit Vierkant vierhoekig,
dat is, van i. voet 7. duymen loj
lin. van de Paryfche maatvan 3.voet. ^.duym.
4. lin. Zurichfche Maat. Derhalven is; het
Plat, vvaarop het reukwerk moeft gelegt worden
een vierkantig Hcbrceuwfch Vierkant geweeil;,
of voet. 106. duym. 98.^5. lin. Paryfche
maat. 3. voet. 13. duym. Zurichfche.
Die de gehele Uytilrekkingbegeerd te
hcbben, zal dezelve gemakkelyk vinden, dit
vierkantig plat vermeerderende met de hoogte.
Dc^e Reuk-altaar nu is geplaatil gevveeft niet
•in het Heilige der Heiligen, het welk Auguftinits
heeft gewilt, maar in het Heilige, voor
den Foorhang die voor de Arke dergetuigeniße
vjas, Exod XXX. 6. Endegyzulthem zetten
voor den voorhang, die voor de Arke dergetnigeniße
zyn zal: voor het verzoendekzel, het
•is}elk zyn zal boven het getuigeniße, daar heven
ik mit u t'zamen komen zal. De Hoornen
op de vier hoeken van den Altaar waren iets
van een ftuk met het lichaam van den Altaar
zelf.
Over de bouwing van dezen Altaar gevoelen
alle niet even ecns. De Print A. vertoond
de gedachte van Lundtus Jud. Heiligth. L.I,
c. 25. Namentlyk de vierkantige kantzuyl,
van die afmeeting, welke de Text voorfchryfd.
In het opperile was de Plaat, de Haart, plat
met eene kroon omringd. In hetmiddenvan
deze Vierkante Plaat word een doorboordvat
gezien, het welk zy met koolen van den Altaar
vulden, op dat de reukwerken da^r in
wierden gefpreid, voor het welk anderen eeii
Roofter maken, als een net doorbord. Qp
de vier hoeken worden de Hoornen opgericht,
ook in gedaante vankantiuyligepilaartjes, aan
het lichaam van den Altaar zelf vatt, aan welke
zelden eenig bloed wierd gefpreugt. Scacchiis
Sacr. Elaochrißn. Myroth. II. c. .47. De
Print B. plaali!: op het midden des ¿\ltaars in
plaats van de Rooßer, welkedegemei}Cheeft,
wy een Dak, een rond goud haartikedje,
maar heel, niet doorboord, binnen het weljc
de koolen benevens het reukwerk wierdcn geworpen,
een goud haartßcedje met eene goudene.
kroone rondom bekranß, Jo/ef. het III. Bo&k
der Joodfihe Oud. kap.V'Ofio. Scacchüs\\ceiz
ramshoornen, gclyk als den AkaarderBrandoiferen.
Eene andere Gedaante kanmenzien
in de Print C. zo als dezelve heeft de Schryver
van den Tempel van Zalomon inhctopenbaar
te Londen in het jaar 1715- venoond.
frte
Jf-XODl Cap.XXX V. 1. a.
Ar.i iSulimiculi exLiunlio.
n ^^itl'll ii'j^ioltb i'rlJ'.XXX.lM.
^lUuii-fAltiir n m b Lumln