i f lit
N A T U U R K U N D E,
Ende om de kinderen Ifyaels te leeren alle de inx^ttingen^ die de HEERE door
den dienß -van Mo^es, tot hen gef^roken heefty Levic. X. vers 9. 10. 11.
â Dronkenjchap i 6 bron! â moeàer aller kiválen;
H'^at brengt ge ontelb're lampen voort ?
JVie kan de grvwjxelen^ die gy bedryfí, verheilen^
Van ontngty -dievery en moordì
G y zyt bet die de reden ftnoord,
En V brem vervuld met vuile âampen ^
Die dikwils de oorzaak zyn van d'odelyh
Gy breekt de irouw, en fchenà de vrindÇchap, eer en fligt<,
Gy kend nog eeden, nog verbünden ;
Gy ziet het alles aan met een verkeerd gezigt,
iVaar door zelfs V heilligfï' word gefehonden,
Gy z]t de k'Oieekßer aller &onden,
fVant als gy bebt den geefl ontroerd
Word al v;at haaflyk is doldrifti¿ uitgevoerd.
N
De lieve Vrede en Ruß word fieeds door n verdrévent
De Twédragt in hun flaats gefleldy
G y tnaakt het fchef&el GODS een beefi gelyk in 't leven ^
En lagt om woedwH en geweld
iVaar meé ge u évennaafien kiaeldy
En om uw over lad doet klagen,
Verfoeide dronkenjchap wie kunt gy mg behágen?
Men zie boe GOD den WYN aan 't prießerfibap verbied»
Om altoos met bedaarde zinnen
le nad'ren tot 't altaar daar 't offer op gefcbied,
Om nooit wanorde te beginnen,
Maar ßeeds de deugden te beminneny
En nugi'reny met eerbiedigheid ^
Te nad'ren V Heilligdom der hoogfíe Maje(leit.
De reine Godsdienß eiße een rein en vry gtweten,
Door gène dronkenfihap beßnet ;
Dat niets der flegtigheid in V off'ren wierd vergéten.
Die hy gelyk een ßale wet
Oj> Sinai h ad vaß gezet y
Maar dat het ailes door de Joden
Geßhiedeny als zyn wil en wyibeid had geboden.
Vus was de dronkenfcbap het prießerdom tot hoon»
En fmet in V ampt der heilligbeden,
De zuiv're nugterbeid in tegendcel een kroon^
Een blyk van deugden en van zeden;
Voeg «, Ô Mens ! dan naar de reden
En houw uw «ugt'ren en bekivaam,
Op dat gy eeuwtg loofd GODS »ooit volprézen Naam.
zo word, volgensde wetten derBewegîng»
de invioed van het -¿enuwachtig zap tragef
naar deuytterfte Leden .• hier vandaan Slaperigheid
, of Slaap, ja hier van daan in het
Herflenbrein zelf verfcheidene onibymige bewegingen
, ongeregeldc Gedachten eilhoofdigheden,
en die in dafdanigen flaatis, vervolc
ilortelings tot onbetamclyke daden, oí
is weitet het waarnemen van zyne plichien
onbeliwaam. want de oefíening der handelingen
dewelke de Reden Voovfchryft,_ vcreifcht
een gezcnd lichaam , cen gefchikten
cm-'
iet alleen is in denwyn. maar indezap-
,penuytallegroeijendedingenuytgedrukt,
uyt de Planten, Zaden, Vruchtenis een dronken
makende kracht, namentlykvan Appeldrank,
Peerdrank, Palmbomen W'yn, Bier
enz: welke dehedendaagfche Wyfgeerenaan
de zeer gedronge Lucht toefchryven. Deze
namentlyk, door de wannte desBloedsnoch
wyder uitgezet breid in het byzonderuyc de
vaien van de Herflenen, als minder aan andere
tegenftaande, fynder dan andere Slagaders.
Deze middellyn zynde verwyderd ,
r . ; Ii.;.
i I,
" f ,
i r
•irr
E
ilS'