^ r I Ii
' f u
3 , 8 GE E S T
Cirder in kleine flukjei word gehnken, als op
de mmiier vm Uadys. In de l'yf iseeneSpnue'juebbe,
xsselke z j de hloemeH memen. Weis
de Vomreffelykße, die de meeße heeft. 'De
verdere froeve is, dat zezwart zy, Hoekorter
en diliker, e7i taay in hei ¿reekeny hoe beeter.
ßy aldien iemand geloof verdiend over
de¿e ilofle, zulksmoet gegeven worden aan
den zeer maiftigen ondcrzaeker der Oolterfclie
P\aQKn Alf inm, dewelkePtei.fi»»«-
II. Boek bet 7. kaf. wil iztisSfeceryt-kalttüS^
der Oudendezelve is met de Cajfahel darrira
in Egypte, ]udea by liet Meyr Genezareth,
en in vcle piaatzen van Sirie gemeen. Die
Struykis van eene half eile hoog en breeder,
van den wortel af hebbende eenen langen fieel,
volknobbels, bynaar inhetgeheel rond, hol,
van binnen hebbende een witte Pi t , als de
Vlierboom , geelachtig van verwe, en uyt
dezelve komen tegen over voort twee rechte
geknobbelde takjes , uyt welke knobbeltjes
in het fteeltje van weärkanten twee takjes uytfprayten
dragende kleine bloemen.van grootte
en gedaante als de bloemen vandegeele Wederik,
uyt welke volgen kleine lange Sakjes
fpits toelopende, zwart, hebben bmtien in
zwart ende klein zaad, doch twee bladeren
worden gezien in elke knobbelvandefteelen
van beide zyden tegen elkanderen overgezet,
lang, breed, onder aan fpits toelopende, zy
worden gezien daar aan hangende zonder
fteelties, gelykende naar de bladen van Wed
e r i k , echter kleinder: de Wortel is dik,
lang, fpits eindigende. Deze Plant fchynt
ten eenemaal de geele Weder i k gelyk tezyn.
D e dikker fleelen van die Plant zynnietdikker
dan de kleinile vinger, en van binnen
zvn zy geheel hol met wit pi t , als in de V lier,
welke iteelendroogwordende, alsdepypen,
hol worden, geel worden van verwe, geknobbelt
zyn, lichtelyk worden gebroken,
en van binnen een wit pitachtig merghebben,
het welk in den mond heen ende weer bewogen
üymachtigWord; zy zyn zonder reuk,
of zeer weinig van reuk, echter niet onaangcnaam,
E L Y E E
zelide , welke zy het Syri[cbe en yiraiìfde
genoemd hebben, uyt de Indien overgebracht.
Botbart, inhettegendeel, verzeketende
ro». I I . Titti. F. Boek. 6. kaf. en wel met
zeer goede redenen , dat het niet alleen gegroeid
voornamentlyk de wor tel : het hout
is bitter met eenige fcherpigheid. De f gyptenaars
en Arabiers hebben defteeleninplaats
van Specery-kalmus gebruykt, en gebruyken
het noch. Men zie na denzelven Jlpiiiiis de
Medic. JEgyft. B. IV. bl. 127. b. zie de Figuur
C. de Sfecery-kaimus der Hedendaagfchen
vertoond de Figuur D. ophctCCXIl.
Printblad. Breeder kunnen daar over werden
nagezien Joh.BnuhinusBiß. f&«f.hctXiX.
Boek het 18 kap. Salmaßus omSolinus 939.
H}1. Jatric. 125. dewelkc met zeer vele andere
Jongere Schryvers van gevoelen is, dat
d e Sfecery-kaimus van de Winkels niet het
Kalmus is der Ouden. maar eerder derzel-
Ver Acorum : en over Solinus 105. dat het gcen
ander isgeweeft, dan het Indifihe, en dat
heéft in de Indien, maàr ook in het
Specery voortbrengendegedeeltevan Arabie,
het welk 'DionyJiusTeriegetesa^'b.efjij. vers
fchryft, dat de geur uytwaailèmt.
Of van de Wierook, of van de Myrrhe,
of het welriekend Kalmus.
Alwaarom Fejlni Avienus.
.... bic Lada.iì vim
(Veliera defendmt, e alami amafullulat almi.
ED Trifaams.
NamqueThye, Myrrhaqueniget, mmThu.
. ris odore.
Et Cafia, seCBOT & Camadulcisodore.
Hierom noemd Tlutmbus de riekende Kalmus
&c Jrabijìhe, inhet£ii4, dat de Bee-
Jtex ride gebrmken. Zoortgelyke andere getuygeniffen
heeft Jgatharcbides. Diadoriis
het HI. Boek bUi i ? . Straba hec XVI. Boek.
En eindelyk, onze Text zelve geeft genoeg
te keniien, dat de Kalmus ten tyde van Mozeì
bekend is geweeft , alfchoon het naauwelyks
waarfchynelyk is, dat Indie als toen is bekend
geweeft. Echterbeletditniet, datdaarom
de Indifche haar voorrecht niet zoude
toekomen , en na dezelve de Arabtfche en
Sabeefibe, na de Arabifche de Wa n t
het is zeker, dat de Speceryen zo veel te
voortreffelyker l y n , hoe de Landftreken nader
aan de Middellyn leggen , ook zyn de
Natumkundige Redenen daar voor niet
duyiler.
Het laatile der drooge Inmengzels, waar
uyt de Heylige Ohe bella! we l k
woord op gene eene wyze verklaard word.
Jofefus in bet IH. Boek bet 9. kaf. der Joodfihe
Oudb. en de LXX. Taalslieden hebben
Irin, door welk woord wy vvel kunnen verllaan
zekere zoorte van Bpeceryachtig Lifch
het zy van r e u k , het zy van fmaak, hoedanig
de Florentynfcbe Lifch is, ruykende naar de
Violierbloem , gemeenlyk door ganfch Europa
uyt het Groothartogdom van Florence
wordende overgebracht. De Ka[fìe, behaagd
maLuither, As gemene O'jerzetting, Mìa-
\jlerus, wTagmmus, 'jmms, Tremellius,
Bonfrere, vele onder de "Joden, he Klerk,
en ook aan ons in de beide Zurichfihe overzettingen.
Gemhcr zm Schaichns iiacr.bUochrism.
Myrotb. II. kaf. ir. De Riekende,
euoodeis IVortels, van de Irias vermeld ook
Diojcorides het 1. Boek. het i Kaf. en de Kafie,
dewelke aan de mecfte Uylleggers behaagd,
befchryft hy in dezer voegen in het I. Boek
het 12. kaf. Ve Ragie, van welke vele zoortenzìn,
word omtrent het IVelriekend Jrabie
voort-
N A T U U R
voortgeteelt,door een takje van eenen dikken-bafi,
en bladeren van de -Pefer. Men moet de geelachtige
nyltiezen , van cene fchoone verwe,
Z'j:emenáe naar het Koraal, zeer/mal, lang,
dik, enjfongieus, bytendevan fmaak, enmet
eenige brandighetd zamentrekkende, ffeceryachtig,
van reuk als , btedanige die ¡s,
dewelke van de inwomders Aflys getoenaamt
word, van de Akxmdrynfcbe Kooflieden Daphnitis.
Voor deze word geaiht de fnrf erverwige,
dedikke, en zwartachtige, gebwaamt
Zigir, welke den renk eener Roze navtld. By
dezen zullen wy voegen Vlinius in het Xll.
Boek het li), kap. Ook is de Rafie eene Strnik,
en wafeht naaft de velden van de Cinnamom,
maarof betgebergtemeteendikkertakje, ee}ie
danne buyd veel eir dan baß— de grootte van
de ßruykis vandrieeilen, de verwedriederlei.
M^anneer dezelve eerßelyk offcbiet is zy een
voet latig-, wit: daarna word zyrood, eene
hal/ue voet aangegroeit zynde , daar bovon
zwartacbtig. — 'De nieuwe wordmeeft geroemd,
ende die van eenen zeer zacbten renk
is, ofvan fmaak het aldermseße liever beet,
als door zachte laauwbeid zoetelyk fieekende ,
van eene furtere verwe, en dewelke op het
ineeße bet minßegewicht maakt ^ mct eene korte
p f van vUesjes , en niet btos. Tie zndanige
memen zi met eenen balbaarfiben naam. Lafle.
Eene under e is baifamodes, zo,geuaamt naar
de gehiheid van renk, maar bitter , <?» derhalven
nattiger voor de Geneesheeren, gelyk
de zwarte voor de zalven. Ik zoude te verre
•uytweiden, by aldien ik alhier wilde bybrengen
die dingen, dewelke de hedendaagfchen
\mieKaße., hebben, ja ik zoude twyffelachtige
zaken op een ftapelen. Rajtis Hiß.
Tlant. I5Í9. gevolgd hebbende de voetttappen
VÍTÍ Garcías ab Morto, Monardes, Scaliger.,
Amatus houd het Cinnametìinm der Ouden
en Hedendaagfchen, gclykookde K'ailie
van dezelve voor eene en dezelve zaak. Doch
by aldien Kinnaman : Kaneel, ook Kiddah
Kaflie is, zo blykt het uyt dezen onzenText
xelven , dat het onderfcheidene zaken zyn
geweeft, tenzy, datgy van denzelven Boom
verfcheidene dclenzoudwi l len, by vomrbeekl
dat het Höüt ook den Ball is geweef t , of de
buytenfte fcheuten. Tegenwöordig is byna
eene driederhande Kaßie bekend, de Hout.
acht ige, AtType, en vmàtKruydnagel. En
by aldien Kiddah Kallie is , zal zy de Houtachtige
zyn, namentlyk den Bail van de Ma.
labaarfcheof Sumatrenfche Beziendragende,
door elkanderen gellingert op de wyze van
Kaneel, dikker als Kaneel, fìappcr van reuk
en fmaak, enigermate met grooter taaijer
vocht. Dewelke volgens Hermannus Mat.
Med. bl. 94 van de Kaneel niet verfchilt, dan
in de geboorteplaats. Middelerwyle ftelle ik
hierrentoon uyt de Hortus Malabaricusl. Deel
57. Pr int , de Malabaarfche Kaneel genaamt
K U N D E .
Carva in de Figuur E en ik voege> daar en
boven, daar by, uyt de fchriften van Hermmnus,
den aldernaaftigften waarneoier der
Ceilonfche PkncgewalVen, dal de Kaneelhoom
z e k e Ohe uyclevert van geene eene zoorte
(want men moet alleen op de ollen alliier het
meelte acht geven) dat namentlyk uyt den
baftvan. den wortel Kampher en Olle word
overgehaalt: uyt den I3aft van den StamOllei
hec welk wy Kaneel olle noemen, uyt de bladeren
Nagel-olie: uyt de vruchten Olie gelykende
naar de Jannever-olie gemengd meit
een weinigje van Kaneel en Kruydnagels: eii
dat hier uyt gekookt word eene v e t t e , dikke
Olie , even als wafch , zeer bekwaam om
Plaallers^ Zalven en Kaarffen van te maken,
of een flaap en pynverzachtend geneesmiddel.
De Kaßie uyt 'Fomet vertoont de Figuur F.
onder het oplchrift van Caßa Garyophyllata)^
en üyhefiris. G. Florent-ynfche Lilchwortel.
d e Figuur H. op het Printblad CCXIII.
Wy hebben gezien de drooge Inraengzels
van de Heilige Z i i lvingj ^y^ r / j i , Kaneel, S^ecerykalmust
Caßm. Lacenwynu bet gewicht
opmaken van G u D zelf voorgefchreven. Zy
moeüen nemen van de zuyverfte Myrrhe vyf
hondert fikels. Een van deze by aldieri zy
gelyk is met 3. Drachmen, x.Scrupels, 8,90
greinen, zo zal het ganfche gewicht zyn vaii
19.. p o a d e n , lo.oBCen, 3.Drachmen, i Scrupel,
lo.greia. Naniendyk ^ van de Myrrhe
als van de KaiSe . doch van de Kaneel en.
Kalmus van elks de heifte^ nameoclyk 9 ponden,
u oacen, i Drachme, t Scrupclj, 10.
grein: het ganfche getal dan van aDezyn,
ponden 7.oneen, 2fcrupels, eno.greinen,
Doe hier by een Hhi oly of ~ van een Bath;
het welk wy bereeds boven gezien hebben;
gelyk te zyn met 337. Paryfche duymen in
het Vierkant, 2 maten halve maten van de
Zurichfche boeremaat, of 2. m a l e n , van eene
halve mate, en van de Zurichfche Stads maat:
De Joden namen voov een Hi n 71. eyerfchalen.
Alle deze zaken verder moeften volgens
des Apothekers werk konftelyk worden gemengd.
Maak daar van eene olie der heiliger
zalvlnge t een zalve heel. hußelfk gemaa.kti
na Apothekers werki het zal eene olie der hei»
liger zalvbige zyn. Uyt het Talmudifchvverk
Mafech Keritb QnMaimonidcs verklaard ¿"¿-¿ikardus
de Jur. Eeg. Hebraor. dat elke zoorten
eerftelyk afzonderlyk zyntotllofgemaakt
geweeft, daarna onder elkanderen gemengd,
in warm Water geweckt, tot dät 'er alle de
kracht is uytgetrokken» daai'na öly daar b)j
gegoten, en het alle te zamen gekookt tot
uytwaafzeming van het VVater, op dat alle de
kracht der Specevyen in de oly tot op het
middeipunt wäre gezakt. Daar en boven zoude
men giiien, dat degehele klomp, dekoking
^ zynde volbrachtj door flerk paißen is uytge