" liüSl:,
T'it
'li
! : " '
li
' i l
i::.-:: Si
ir a ^ r^'
lHii'Slií:? i ' ,
i - , i',:,,
j S í - G E E S T
Hec onderfcheid tulfchen reine ende onreine
\ iHchen Vinden wy ook buycen de
Schrifiuur. üe Romeineu Offerde niet dan
gelchubde: ToUuñum nu was eene Offerhande,
of heiligen Maaltyd de Goden ter eere
ingcíleld. De Wet zelve uyt Kaßus Hcmina
haak dusdanig7'/i»¿«J'aaninhetXXXlI.Boek
het 2. kap. Nima. heejt ingeßelt, dai zy de
Vi(fcheny de-jjelke gene Schubben haáden ^ niet
zouden o^offerea. Feßns zondert uyt de gefchubde
de Schar uyt, ais zeld-¿aam, of dewelke
zeer duiir verkogi wierd. De Pgyptifche
Priellcrs waven rechte Tegen-Kathuyzers,
haters van allerley Viirchcn , het welk wy
leeren uyt 'Porfyñus over de Onthouding het
IL Foek, kap. 37. en Herodom getuygd II.
Roek, 5 7. kap. zcbebuoon ouJphi exeßipafaßhai.
Doch was het Vifch-eeten aan het gemene
Volk vergund, ja na het gebruyk van
Planten en Wortelen is denterà diagoogeyhey
toon ichthuoott brooß geweeft volgens denzelven
in het II. Boek het 93. kap en 'Diodorus
hetl.Boek. Datnuí:¿y//f, bovenaile andere,
een Landfchap is geweeft zeer Vifchryk is
icderecn, zelfs uyt de gelegenheid. bekend.
Ten bewyze zoude onder anderen kunnen
zyn het Maridifch Meyt^ van het welk de
VilTchery in den tyd van zes weken alle dage
in de Koninklyke Schatkift een Talent opbracht.
Wegens de Oorzaken uyt de Natuurkunde
E L Y K E
Lyll van de verbodene Viflchcn zyn alle die
naar /ialen gelyken, als gene-fchubben hebbcnde,
van het verbiedend Gebod zwygen, voorzo
veel ik weete, de Üytleggers van het Heilig
Wetboek. Ik zal nietweggaan, ofvoorttreed
e n , de zaak onaangeraakt latende. Op de
glad zynde, glibberig. Deze hun
eigenfchap is in de Wateren veel eér tekruypcn.
dan door eene fnelle beweging tefchieten,
enweiinftillUande, dikmaalsHinkendej
llykerige , modderige » onreine Wateren,
Zoortgelyke Villchcnjde Murana, l.amj>reye,
de Aal, hcbben geen goeden naam by de
Geneesheeren, al was het om de al te grooie
en zachte Vettigheid, welke vcrgclckcn kan
worden by dat van cen Vcrken, ook onrein.
En in het algemcen behoren tot de verbodene
alle die langzaam bewegende Beeflen, dewel- .
ke in de VVaieren, het zy racirige, ofrivierachcige,
of zee-wateren leven, dewelke om
de langzamere beweging van hun lichaam de
fpyzen minderverteeren, en, alsmaar daarom,
vergeleken kunnen worden by die Viervoetige
met eene Mage verzien. En de woorden
fchynen my ten eenemaal nadrukkelyk, dewelke
vers 10. ilaan; van alie gewemel der
'ivateren, ende van alle levendige Ziele y die
in de waterenis, Door deze woorden fchynen
my uyt het getal der geoorloofde of reine,
behalven de Viflchen boven vermeld « te worden
uyt ge floten alle in het Water levende bloe'
delooze 'Dieren ^ Schelpachtige, Slackachtige,
Moflelen, Slakken, van dewelke ook de
meefle nergens ter Wereld wordgegeten, ja
zelfs veele daar van venynig van aard zyn.
DeFiguur A. op het Printblad CCXXXVIII.
vertoond een Aal.
B. Een Trik van Salvianus.
C. Eene andere kleindere Lamprey.
P R I N T B L A D CCXL. CCXLI.
Ende "van Ut gevqgelte ^It gy deKS verfoejeft, en -Zeilen niet gegeten worden ,
^ zßllen een verfoeyzel ^n: den Arent, ende den HavOz,, ende den Zee-Arent,
Levic. Xi. vei's 13.
De moedige ADEL A M l , die, trots op zyne vlerken,
Tie Zon in V aanzigt vliegt, en ondanks hären gloeà
T>e vuur'ge ßrdlen met een open 00g onimoet y
Diet beet op roof, zyn frooi van verre kan bemerken-,
Die Voifl der vogelen zo voi van moed en kragte
Die alle vogels doet in fnelbeid voor hem vlugten^
Die op de rotffen hoord zyn jonge Kuikens zugten,
Daar by ben in een flaats van vryheid heejt gebragt y
Wordy Jpyt zyn moed en kragt, die hem alom doet vre zen,
• In 't Goddelyk gebod ali unrein afgewézeny
Hem Voigt de HAVIK, die zig meß met vlees en bloed
Fan and re vogels y die met hem de lugt bewdnenj
Die wreäe, die geen Duif zal in de vlugt verfibonetty
Scboon dat onnózel dier bem nimmer nadeel doet;
Die fiout is op zyn kragt en fcharp gejpitße klaawweny
Vie nooit verzadigt ts van roverrt en moord-,
Die
XEVITICI Ciip.XI >
NeicJici-, A.^iuLi
'i, ••,
r » ''
fi'i^iii:'
Í í