N A T U U il K U N D E. US
Víon Krifijlhomus, crootifophiaskaidekaiofuneys
apochooriliinta, katlV auton en orei
tini zeyn: epeiia aphtheynai to oros, puros
anoothen poliou kataskeypzantos, funechoos
le kalellliai. Ton oun baltlea fim tois ellogimootatois
Perfoon aphikneiíUiai pleyfionbou-
Jomenon Euxa:fthai too Theoo, kai ton andra
exekhein ek ton puros apathey, phanenta
de autois ileoon tharein keleufai kai thufai
thufias tinas, hoos heykontos eis ton topón
tou theou.
De Penning, welken ik gclaílhebbe, dat'er
by zoude gevoegd worden, is uyt myn eigen
Boekkamer, kimnende van de Liefhebbers
der Gedenkpenningen vergeleken
worden met die van/^TÄ/^TK/, ende
van Carpzovius,
P R I N T B L A D CCXXII.
Oh :z¡tlien gcTien, al die tot de getelds mergaat, de helft eenes ßkeU, ttadenßkel
des hiiligdoms, [de^eßkel is twmtigGera) de helft eeiiesßkelsiseenhef-offer den
BEERE. Exod.XXX.versi3.
het gom dat tot het inerk, verarbeidis in 'tguntfaheweri^desheiligdoms: teiDee'
ten 't gout des beweeg-offers, was negenentwintig tdemen , ende^evenhonderd en
dertig ßkels, mar den ßkel des heiligdoms.
Het siher na man de getelde der -vergadering, utas honderd talenten, ende een duy-
^end ende ^even honderd, ende v f en 't ^ventig ßkelen, naar den ßkel des hei'.
Een Sek_a voor elk hoofdt, dat is ein hahe ßkel na den ßkel des heiligdoms : -vM
eeniederdie overging tot de getelde, van twintig ¡aar oudt, ende daar bnien,
( n a m e i i t l y k ) ^es honderd daixind, ende vyf honderd ende vyftig.
Ende daar waren honderd talenten Kilvers, am te guten de voeten des heiligdoms,
ende de voeten des voorhangs : tot honderd voeten waren honderd talenten ee'ü
talent tot eenen nioet. '
Maar ujt deday^end, ende ^even honderd ende vyf en't ^eventig f fikeleti ) maaÌ4e
hj de haken aan depilaren, ende hy mertrok^hare hoofden , ende omtooKe met
banden. ^
Bet iooper m des heweeg-offers, was 't xeventig talenten: endeiweedmrend, endi
•vier honderd ßkels.
Ende ¿j maakt^ daar -van de voeten -van de deure der tente cler't Zßmenkomile ende
d^n Koferen altaar, ende den köderen roofter dien hy hadde, ende al de gereet^
fchap des altaars. ^
Ende de voeten des l^oorhofs rondam, ende de voeten der foorte des voorhofs • öok
die depnnen des Tabernakels, ende alle depinnen des voorhofs rondom Exod
XXX. vers24. tot aan h e t einde :
rrat [chat, i MOSES.' word door ii by een gebragt
Van Göud, van ZUver en van Köper, boogvan waarde?
Schmid zidk een rykdom mg by Jakobs nagejlagt?
IVaar is de Goiidmyn die het ddze /chatten baardei
Is Sinais woeßyn met dit Met aal betrugt,
En heeft zy uit haar fiboot dien ryken buit gegeven!
Neen 't wceß en zandig land teeld gène geude vrugt,
Ja naauw'ljts groente of kruid tot onderhouwd -van 'tléven,
Of is deez' rykdom mg een overjchot van V geen
De grite Jofefh eèr in Memphis helft bezeteni
En heeft de Egyptenaar dien niet vervreemd voorheen.
Toen hy zyn wysheid en zy« weldaad had vergiteni
k/Igt ja, m»/ h, 't geßagt -uan Jacob heeft verdrukt,
En ha m flaverny by V Jighelwerk doen zugten
Tot