.i Jí '
isí::,!!
¡(j Hiflt" '
['¡(['IÍ:
i ' í í '
N A T U U R KUNDE.
P R I N T B L A D CCLXVIL
42 J
£fide ah de dagen haar der reiniginge njoor den Zoon, ofte 'voor de Docht er ver^
'üult ^yn pullen, <00 7:al zy cen jarig Um ten hrandoffer, ende een jonge dmve,
ofte tortelduhe ten zond-offer brennen j voor de deure der tente dert'zamenkpmfet
tot den Prießer.
Maar Indien hare band nietgenoeg 'voor een lam en uindt, ^öö ^alze twee tortelduhen,
ofte twee jonge dahen nemen, eene ten brand-o^er, ende eene ten xondojfer: en di
Prießer zal voor haar njerzoeninge doen, zoo zalze rein^yn. Levit. XII. vs. 6. 8i
Kraamvrowjd, in het Kmäerbed í
Word weder, als zy heeft een ZOON gebaari^
Tfoor GODS bevel uieuw voor rem verklaari
Na veertig dagen-,
Maar zo zy heeft een DOGTER. vOort gebragt ^
Word zy twtmaal zo lang onrein geägt,
En noott by iets äat heillig is gebragt,
AW GODS behagenÍ
Maat als dee£ tyd is i» het eifid' voldaan.
Mag zy geruß tot aan het alt aar gáan,
Hn hieden ¿aar den Trießer 't offer aan
Om het te ßägten.
Éen JARIG LAM geejt zy aan Y brand-altaar, JONGE DUIF, of TORTELDU¿^ár
V Zond-oßer t zo leerd Mozes ieder klaar
T)e wet betragten:
Of zo zy hier toe geen vermögen heeft
Is het genoeg öä TWE DUI VEN geeft^
fVaar door zy weér nieuw als rein herleejd
Naar Gods geboden.
"De Trießer dood de DUIF i» V JAAR.IG LAM,
En voed daar meé de heilltge offervlamy
Op dat zy dus haar reinheid weér bekwamy
Tot vreugd der Jo'den,
Tfe reinheid is der Vrowwen hoofdßeraad,
Te meér als die in zedigheid befiaat,
Dan blinkt haar detigd zo Jchoon als haar gelaat
In ieders oogen >
Want wat is V fihoon dog zonder zedigheia?
Een lojfe bloemt die haaft ter neder leid^
Een wind y die ^ fihoon hy zig alom verfpreid.,
Straks is vervldgeüx
S yrouiveti! denkt ¿an ßeeds op dtze w;,
Door d' ofperßen IVetgéver ingezer,
Om dat u Hooit geen dartclhetd befmet ,
Nog af doe dwdlen
Van reinigheidy van zedigheid en deugd,
Waar in zig ßeeds het kuis ^emoed verheugd,
O2 dat gy eens in de eindeloze vreugd
Mengt zegeprak/i^
/^Nze Overzetter is Hieronymus gevolgd,
V^dewelke heeft, als de dagenzyn Vervulc
geweeil, endeGrieken, hotananafleyrootboo- fan. De zin namentlyk is, dat deofferlianden
van de Kraamvrouwen gedaan zyn na den tyd
door den Wetgcver bepaalt na 40. dagen als
2y een Knechtken gebaardhad, en 80. -¿o
wanneer een Meisje. Hierom zegcA/j/wö«/-
des in het Boek over die gene ^ dewelke geene
zoenofferhande ontbreken in liet I. Kap. Eene
Kraamvrowijü offerd hare offerhande voor een
Zoon niet op den veertichßeu dag, ofòp den fachentigfte
voOreen meisje^dan »a dat deZon haar is
ondergaan (vaii dénUatiten dag, dat is, na dat de
dagreneenemaalisvervuld,) derhalven offerd
zy bare Oberhände des anderen daags, dat is j
of den een en veertigften voor den Zoon, en op
den een en fachtigßen voor de dochter. Van de Beerten zelve ten otierhanden opgeofTerd zié
eiders, en byzohderlyk vaiideTortelduyvea
en Duyvcn op Levit. 1.14,.
Pppp PRiiNT-
•i™-*'
f i " !
P' ,,