5 T 4 G E E S T
b y aldien d e overlevering Rol>hih waar is, heef t
h y op zyne blaauwe baniere gelaft d e Zomie end
e de Mane te fchilderen.
V I . Jaholon, de derde van de tvveede ryg
e , is volgens het gevoelen van deLXX.van
d e G emene Laiynßhe, van Hieronymus, Epifbanins,
en van d e Franfcben de '^jafih. Byjoßfus
is het de Saßr> Rabothlzm&ragdin; by
d e Arabiers Bahar-man, dat is, een Robynßeen :
het Targim van Jernzalem En Egia het Oog
van het Kalf: Brougbtoti nocmd dezelve een
Sardanyx. Doch aan beide onze overzetting
e n , Abarbanel, ylben Ezra, Luyther^
d e Neâerîanders , aan "junius , den Engelfchen,
en anderen behaagd den 'Diamant. Dit,
gelylî andere gevoelens, heeft zyne zwarigheden.
Eniietisçedcnlvenswaardig, datyí?-
«//«¿•j- Oí>enbar. JTAT/. ten eenemaa) van d e Diamant
gene melding maal-:t » daar nochcans de
Uycleggers doorgaans van verñand zyn, dat
- deze Euangelifche Profeet in de optelling van
d e XII. koftelyke geileentens opden i^oriUap
zelf met den vinger zoude hebben geweezen.
O o k wenden zommige voor, dat in de Heilige
woordenroi!endoor7í7/Ww/nietverílaan
Word de Diamantñeen, maar wel door Onach
Amos FIL 7. alvvaar Iiet van de LXX. voor
een Diamantñeen word genoraen: doch de
kenders der Ooüe r f che T a l e n dat woor d overz
e t t e n d e door Loot of 7"/«, aan welke ook onze
Z u r i c h f e overzetting de toeilemming geeft.
Braumus leid het woord van Btamant zelfaf
van Jahalomy daaruytvormendeeerftelykÄ</-
lam^alma, almas, welke woor d en tegenswoordig
by d eTu r k e n enPerzianen ecnViatnam betelvenen,
en van ^ / /«ä j , Adamas ^ een Dia.
mant. Ook komen de Taalkundigen tuffchen
beiden afleidende het woor d van
lam verbreeken, in ßukkenßam^en door een
woord overeenkomende metdenonoverwinnelykilen
en zeer harden flecn .• ik zeg, liever
zeer harden, want die onoverwinbare,
e n niet dan voor bokkenblocd vvykende hardigheid.
en die Leenfpreuk op het bloed en
\\-oord van KRI5TUS, waar van zieh doorgaans
de Predikers, onkundig inde wysgeert
e j b e d i t n e n . i s e e n v e r d i c h t z e l , iteunende op
een g rondi lag van Ii r o o , geenzints van een Diamant.
fn het byzonder behaagd dit verdichtzel
zmHieronymns, dewelke het zelve gehaalt
lieeft uyt Pl ininshet XXXVI . Boek het 4- kap.
'Deze ( Diamanten ) -xorden ondervonden dm
ßag op de aanbeeLden zodanig te wederßaan,
dat het yzer van alle zyden affpriiigt, en de
aanbeelden zelve van een fpringen.
Nademaal die onoverwinnelyke kracht van
t'-juee dingen door hunncn alderßerkßen aardt
verachtßer van yzer en vtiur, door bokkenbloed
••joorà gebroken, ook met anders dan door verßh
ende "varm ge'xeikt, en zo ook dan eerß door
veleßagen., bebalvenvoortreffelúeaanbeelden
ende yzere barners brekende. üok pleit voor
E L Y K E
den alderzuyverllen Diamant, hetaUerwitfle
e n aldcrhelderfte w e e z e n deszelfs, en d e nodige
tegenwoordighei d van dat alderedellle Juweel
in den ßorillap. Een ieMlik verkieze
wat liy wil. En iederworde door zyneaanlol<
king getrokken.
VII. De eerfte in de derderygeis
lergens in de Heilige bladeren, als hie
Ivvaarom niet is te verwondere
en zo verfcheide gevoelens \
eenmaal genaamt, worden omge-
By de Arabiers leeilmen Geza, by
meid,
z o vele,
woord ,
voerd.
d e Latyn
mm, he
t o l k e n :
barbamiMatißa voor Amethyftns. in Rabböth
Schemoth Corbalm ; doch Cochalis een Karbonhl,
, dat
1 het
Li^itrtits, by de Syriers Kamkawelke
de Latynen door Jgaat verlier
Jeruz^letnzelargumZuzinx A'
aan beide o n z eZu r i g f c h e behaagd Lyn'
ciiriiis, Lyncurer. Doch is gegrond op de
g o e d k e u r i n g v a n L X X . van Jofifus, tfi/>hanius
, Hieronymus , de gemeene Latynfche,
Laitber, en de toeilemming van de meelte
Europiaanfche Overzettingen, ßy > )
leelimen Kanchirimm miilchiei
vLinck
mm; zo heeft oo'&OukcloiKai
•icbirc
cbire, namentlyk van ¿ /Kf ^ n a j . Lyncurmst
higuriotty Ligurouj Lmkourim. Maar laat
ons al toegeven dat Lycutim overkomt met
heftbem; zo hebben wy nochtans niet het
g e e n , dat wy wenfchen. zeg, hoedanigeene
fteen die zyi want dit woord is, zo 'ereenig
ander is> van vele betekenis. Onze Gefnerus
wil dat Lyncurium is Amber-Eernfleettt enhy
is van gedachte, dat het gelyknamige GA/f
der oude Duytfchen gefproten is uyt het Hebreeuwfche
Le/chem, dat echter veel waarfchynelyker
van het Duytfclie G&u moet afgeleid
worden. D o c h daarenboven behoor d het Hern,
ßeen niet tot degemeenlykgezegdeEdelegei
l e e n t e n s : anderen maken Lyncur 'tum eene
zoort van Agaat of "jafpis gelykendenaarhet
Beeft Lytix, of gevlakt An d e -
r e n verdichten een lleen uyt de pilTe van de
Lynx voortgefproten, by aidien de verdichtzels
geloof verdienen, dewelke verhaald worden
van Ml'mnus Animal. L. IV. 17. Jheofraßui
in het XV!!. Boek. Vlinins in het m i .
Boek het iS. tnf. •'Plmarcbus , Arifloteles ,
anderen. Met een woord: de Lyrtctirins der
Ouden is ten eenemaai ons o n b e k e n d , en moet
voor dezelve niet genomen worden de zogenaamde
BelemnitusoiieSteen Lynx,Luchtßem
ontbloot van alle k e nme r k e n van een Gellecn-
Brmnius fchynt het oogwi t nader te heb-
1 getroffen, dewelke van Lijcbem maakt
2ts diergciyks heef t aloudstyds
onnen van gevoelen t e worden;
niet onvoorzien van redenea
inth is nergens, zo het hier
n d e n Borillap, ende nochtans
n t uytdrukkelyk genaamt ODaar
komt by het gezach vari
Hille.
de Hyacinth :
Epipbanifíshe^
ook zyn deze
Voor de Hya(
niet is, plaats i
word de Hyac
penb.XXl.ia.
N
T U U R KUNDE
m Fabiola. Ook
r f c h e i d e n e z o o r -
; r l h a n , waarlyk
, ofgeeluytdi
Hieronymití zynen Br
kan de Hyacinth',
ten zyn, de geele worden v
van de koleur ais het Amber
r o o d e , ook als glimmend vi
bet Amber, nader by den K;
de.
VIII. Schebha, de twcede
nergens dan hier ter plaatze ir
,aby
rbonkelkome:
n d e d e r d e r y g e ,
het heilige Boek
rr Bogel. V. 14.
ide de Sapphyr,
D o c h d e e i g e n t -
:rre van den rang
Onkclos heeft
vermeld. De Uylbl
noemd deze EJfor, verlla
Abarbanel den Magncctßee,
lyk gczegde A^weiiswelve:
der Geiteentens vervreemd :
Tarkeja, Jonathan heeft Arkin vo(
Tar km.
het welk een Turkois fchynt te willen zeggen.
Aan Jofefm behiiagd een /Imetbyfl, den hedendaagfche
Jode n een 'lofaz. het Jernza.
lemze -[argtim , Bernlm , de Beryllns , van
welke ook Ofenb. X X L lo.meldingwordge-
•kt: Broughton neemt het voor ieCbryfi-
frafiu By ons Znrichers in de be ide Ve r t ,
Iingen
Hieroi
d e m<
_ :lyk ook by de LXX. de Gerne,
»ins. Efifhanius, 'Junius, Luit her,
'ite Europeefche een Agaat, welke,
z o eenige andere, van veela zoorten is, van
v e r w e n , van gedaantens. Zy vertoond den
H e m e l , deSterren, de Wollten, de Vogel
e n , de Boomen, de Aarde, Iiet Wa t e r , de
Bioemen, Steeden, Rotszen, Menfchen, Bceflen.
Ook ilelt Rabboth Bemidbir den fteen
¿•¿•¿iiMö veeiverwig, voornaraenilyk met wit
en zwat t doormengd . hoedanigook de i^anier
van d e Stamme Gads geweeil is.
I X . de n e g e n d e f t e e n , ofdederd
e in de d e r d e ryge, iswederom maar eenmaal
genaamt, het J e r u z a l emf e h e 'Targum heeft Smaragdin
, Smaragd, labag het welk fchynt verbast
e r t te zyn van:y/cte, a f T o f a z , du Topaas.
•Jonathan en Onkelos hebben Een F.gla, ha Oog
•van een Kalf. zo heeft het ook de Syrier.
Doch tot noch toe fcliynt uyt allen dezen het
minfte licht niet di - -
haagd de Agaat, aar
d e Ameth
o p her ge
d e Gemei
ther, en i
navolgers
alwi •
tijin. Dieshalv
,opo.
le Zür icher s behaagd
y wederom fteunen
9 , dewelke w
ich der LXX.
•Latynßhe, vi
idere Overzeti
e n u y t d e j o d ,
Hamtßn gelezei
ftee
har
koleu
x-a Hieronymus, Luilingcnheiiben
1 d.
J e t t e o f i
Aan W f i " bi
Efifhanius, van
•ey chroa by TheofraJIt
itens. Ook is waarlyk in
d e banier van de Stam.mi
wytot
in ti abbot h Schemoth,
1 wor d voor Harni.
' Achlamab geweeil
iolet purpereverwe,
is over de Ge-
^abboth bemidc
N'aphthali van
ils rood.ichtigen wyn 1 ex\Joam
zyne optellinge gcenzins de Amethyfl
XXL 20.
' X . Tarßhifib de cerile van devierderyge,
word ook eiders in de Schrift vermeld, als
Ezech. i. 16. Hogel. K i+. Dan. X. 6 alwaar
de LXX. het Hebreeuwfche W o o r d be-
3 I Í
h o u d e n d e , gelyk ook Theodotion, Srxmachus
Tarfeis hebben, doch dezelve zetten het Ezecb.
X. 9. en XXFHl. i over door M-
•braka, een Karbonkel. Den Nederlandercn
behaagd ,
ms de vermaagfchapping van
den n!
Ouder
en hei
n i e t .
am, een Tnrkoys. By aidien men de
raadpleegt, zalmcn vindcn by Onkelos,
Jeruzalemßhe Targum Kerum Jama,
;elyk als Gefim-ns \ec:'ÍKarusja^a, by
'an Kerumjama rabba, in Rabbath Sehe'
moth Kerumtaffin, by Abarbanel'Pirle in plaats
Beryl: alwaarom ook Juumi, Deodati,
anderen den Beryl verkiezen , den Itali,i'
Jonathan
de
den Traßus verftaat.
X. 6. de blauwe Hyaci
d e r t e k e n e n d e , Cocceji,
Latynfche verfchilt va
.egt
elk woor d hyi
1 achias wil 0
nh, Bochart
Sardonix
•l.y.x^.
liflchien
•er Dan.
Ulks on-
Onze
d e moedcrlandfehe,
demaal gene zeet een Hyacinth, deze een
Tnrkoys. Aan Braumus behaagd de ChryfiUth
volgendo d e LXX- Taalslieden, Jofefus', Hie.
ronymus, de Geme ene Latynfthe vieWieA
zieh de Franfchen en Engelanders mede voegcn,
Men zal ook Openb XXI . 20. deChiy-
Joliih vinden. De ChryfiUth nu der ouden is
e e n j u w e e l van de goudeverwe, dewelke by
d e hedcndaagfche Juweliers de Topaaz is.
XI. Schoham. komlmovCen. H. ii.. Exod.
X X t ^ . T . X X m i . dezelve is, by aidien eenige
andere, zeer verfchillende. De Joden
maken daar van Knflal. Rabboth Schemoth
Vralukin m\«d\\en\oox Berulim, Beryl: zo
ook Qnkelos, Burla, en Jonathan Berilioth
Chatah, de Arabicr Belur, alle welke uytloi
op het beyruUion der LXX. Overzetters.
L y tbreider wil yeellicht het zeltde Honsel.
4.. d ewe l k e heef t Meribag, miffchien voor
•ilaz, en \\eljeruzalefilze Targum ßeäol-
, miirchien voor Berolcha, alhoewel Gen.
11. uytdrukkelyk ¿VrtórAonderfcheiden
•d van Schoham. Ook behaagd de Berylaan
Brougthon. Maar aan Rdand, in na-
>ing van Thilo in het III. Boek van het Le.
van Mofes, de Smaragd. De redenen
ildersvoorgeftelt. Veeliichtzouden, het
'an allen, de Joodfche LXX. Schryvcrs
ezen knoop ktinnen ontftrikken, zo by
1 z> zelve onderling het niet oneens waen
door dat zelve klaarlyk hunne tweiffelingaan
den dag bragten. Want zy behouden
Krön. X X I X . 2. het oor fpronkeivkc woord
Soam Gen. II. 12 vertalen zy het Trafmon.
Exod. X X y . en X X ^ I I I . Smaragden Ezech.
XXI^III. 13. Safpheiron. 'Job XXI^Hl. Ii.
Onucha. Exod X X m . 7. en XXXV. 9. Sardwn.
De beide Zur ichfche Overzet t ingen verkiezen
ook den Onixiieen. Braunivs voegd
den Sardts en den Oi/'v.-cbydenanderen, makende
daar van Sardonyx, en zulksternavoltmg^
ixnjoßfus. Hieronymus, Aquila
meene Lätynfcbe en de LXX. dewelke Onu-
L I 1 eUo^
b e f t v
M s d
ddiei