i IUI
i
E E S
ikeurigíledex
3 5 2
belang «'as op hetaldgefchreeve
T E L Y K E
VVet ivaar le nemcn, lullcn wy
dcielve verdeeld zien in tvvee voorname gezindheden
i a Kabümße» m ¡iareiu, van dewelke
in het breede Tri^land handeld in de
Dialrík rjer de Sekte dir Karein. De R<¡b-
imentlyk vanliet
:n tyd, tufl'clien
Middag en den
van 13i uur tot
11. Velgens de
ùynen, en onder dez;
huys van HUlel, pl,M
twee avonden, tuilcl
Avond van denzclvei
onze 6. uure , of vai
manier van de reken _
is de eerp Avond, na dat de Zi
dagkring is doorgegaan, of
• nd tedraaijci '
5g der Joden. By deze
' • inedcnMidhet
Wefien
en de:
dag.
ö-ito
b e g .
den .
dergaande zonne.
bec PafchavçoxàtT.
de Maand Ni fan ^
uuren des
àoch
detweede, welke 00k wy
n , den tyd even by de on-
Velgens ditgevofclenmoeil
L genügtopden 14. dagvan
tuilchenhalfeen, en zes
Eene grooce Bende van
^ -leerden onderlchryven die gevoelen. Ook
zcL de ongewydeOudheid licht by. Hejychius
noemd den vroegen aruond^ den tyd even na
het middagmaal, den laten avond, dewelke
omtreiit Zonnen ondergang is. En Eußathius
Over het 17. van de Odyß^. van Homerus; Velgens
de Ouden is 'er eene tweederleye avondjionäi
'isjant de laate Avondßond is^ gelyk zy
zensen, bet uitterße gedeelte van den avond:
anderevroegeavondßond, welkerbcgin
'onds na den Middag. Hier toe behoord
yarro in de Satyra Menippea. Gy weet
niet y 'wat de laate avond baren zalt nament-
\fs. decley ojfßa, Schemeravond. Doed'eruyt
de gewyde Bladeren by , dat tuflchen die
twee avonden ook is geflacht geworden het
gedurig ofTer , de lampen aangeitoken, het
reukwerk gemaakt Exod. XXIX. 39. XXX.
8. Op hoedanig een order alle deze dingen
byzonder volbracht zyn geworden, leerd
Matmons Zoon TfaSi. deTaßh. C. i . Seft.4.
Misna in Tefachim c. \o\gtm Jofefus het
VII. Boek, 17. kap. van den Joodjchen Oorlog
i wieiden de Paafchlammeren geflacht,
van de derde tot de vyfde uure des avonds,
Velgens onze rckening.
De Karecn willen het anders, dat het Taßba
heeft moeten geflacht worden na Zonnen
ondergang, tullchen den Avond van den
voorgaanden 13. dag, en den avond van den
14. üit gevoelen heefc, in het byzonder. weder
opgekookt Ftrrand Remarq. für la Relig,
Chre'i. Wyzullcnhctzelve, om dat het zulks
verdicnd, in het volle daglicht ftellen, met
zyne redenen onderfchoord, maar ook door
de tegenflrydige wederlegt.
De Joden zyn uyc Egypte gereisd na het
houden van het Pajcha. GOD nu heeft hen-
Heden des nachts uyt Egypte geleid, Deut.
XVI. I. aan den avondt: als de zonne ondergaaty
ter beßemder tyd itwes uyttrekkens uyt
Egipten. vs. 6. Deze uyttocht valt op den 15.
dach der eerfler maand, des anderen daagsvm
Taa(fcheny Num-XXXIlI.3. Derhaivenheb.
ben zy het Paeflchen niet können houden des
avonds van den volgenden Dag, op welken
z y , de Zonne ondergaande, zyn uytgetrok.
ken, maar wel des avonds van den beginnen,
den 14.. dag , tuflchen den Avond van den
r j . en 14. dag. Maar daar kan wordi
ingebvacht, dat deze Spreekwyze, tuflchen
twee avonden y of overtollig, of nietnoodza.
kelik is, en dat 'er ecnvoiidig maar had künden
14. dag, wel.
gezet zyn gewordi
ker gantfchen tyd van 24. uurengefchiktha^
kunnen geweefl zyn tot hetflachten en Feelinen
Ende, volgens de aanmerking va;
den zeer Beroemden IVitzius Meletem. Lei
denf 'Differt. XL zo moet onder het woord
van Uyttocht verflaan worden zohetGebod,
de vryheid, en de begeertc om uyt te gaan,
als de toebereidzelen tot de uytreize nodigj
ook het begin van de Uyttocht zelf: wantmen
moefl: te zamen komen , het Pafcha eeten;
den uyttocht vaftelyk beiloten hebben : daai
komt by Pharaö's vergunning, ja Bevel oit
te vertrekken, àer Egyptenaren aandryving
zelve. Dus waren de ifraëliten tot de Reize
toebereid tegen den nacht, en met 'er da?
verreisden zy den volgenden morgen. Dat
het, het welk wy leezen op de aangetogeplaats
Num. XXXn i . 3. ZyreisdendanvanRahmi.
fes in de eerße maand., op den vyfthienden dai
der eerße maand : des andren daags van Taasfchen
togen de kinderen Jfraels uyt door em
hooge handt, voor de oogen aller Egiptenaren.
vs. 4. Als de Egiptenaren begroeven de
•welke de HEERE onder bengeßagen
Derhalven zyn de Ifraëliten, het welk Fer<
randus wil. niet uytgetrokken by dalende
Zonne, en die woorden Deut. XVI 6. ti
beftemder iydy zyn niet beftiptelyk te verífeau
van de uure van dien Dag, maar van den Däg
zelf. Dit blykt uyt Exod. XII. 17. Zo onâeh
houd dan de ongezuurde brooden, dewfle ii
even aan den zelven dage ulieder heyren 0
Egiptenlande geleid zal hebben: daarom zult
gy de zen dag houden, onder uwe geßachten, M
eene eeuwige inzettinge. En Exod, XIII. J
Gedenkt aan dezen zelven dach , in iselkñ
gyliede^t uyt Kgipte gegaaitzyt. En het woord
Mognedy het welk in den Text voor eenen^f
zetten i^i/voorkomt, betekend eiders den tyii
van Zeven dagen. Voortreffelyk heeft Ab»
Ezra over deze zaak in zyne Verklaring op
Exod.XII. j I gefchreven.Z7 hebben beginnen
te trekken in den morgenßond:en dat is deTyâvs*
de opklimming der kolomtne van dien Morfßi^]
ßond y -wanneer de Zonne het licht in de
ken begint te vertoonen. "Doch daaris tuffchi»
het begin van dit oogenblik, en den opsanii^^
Zonne een evenredigunry enhetdi
van een uur : en dat -word van
genaamt, alhoewel 'er noch dikke
N A T U U R K U N D E
er derhalven uyt Ifrael, gengen
zyn. 'Daar zyn \
weefl y dewelke uyi
kolomme des Vagi
by het begin van de
'.ds, als het noch Nacht
volgi
wyze der IVet tot aan den
ie. Deze waren het naaßeby
•der e ver der gefielt gingen by
, vm dat de l^ergadering talryis
. .. J^erZc
Egy/>.
den dag zelve uyt
ker was. ¡Werdet
tot defelfs einde tnee¡
Daarom is 'er geßhreeven
van het begin van Ramezes
acht 9arafangen.
Deut. XVI . r. De
HEERE uvve^GOD heeft u uytgevoerd by
nachte, uytEgypte. En eene andere SchriftExod.
XIII. 4. Heden gaat gylieden uyt. f^erdery gelyk
gefifjreeven is, ende de kinderen Ifraefs trokken
uyt door eene hooge handt. Num. XXX. 3.
IVaar by kort gevoegd n/ord-y de Egyptcnaarshegroeven
hunne Eerflgeborenen. Maarbydage
begraven
X. Ferrandus vervolgd, dat den Joden is
verboden geweefl; zelfs ten huyze uytte gaan
op Paafch-nacht, Exod. XII. 2 j. Doch u aangaande,
niemant zaluytgaan uyt de deure zynes
hiiyzes, tot aan den morgen. Hoe veel te minder
zoude het geoorloß zyn geweefl de reize
zelve aan te vangen Doch daar word tegen
ingebracht, dat dit verbiedend Gebod niet
ftryd met den uytgang zelven, gelyk wy denzelven
verklaren, versi-^. ' ' ' '
van het Verbod aangehaald,
zaldoorgaauy om de EgypU
laameet by 't blotd zten zal
eti aan de twee
deure voorby
)rdde •dezeh
BEERE
•en te ftaarty doch
t dmbovendorpely
zo zal de HE^hRE
ycrderver met
1 om te ßäaui
het bevel, is
^ die aangede
eerllgeborenen
den uytrocijenden Enyn
de Ifraëliten vroeg
:Iiten van den dag,
dat, by aldien het
ifverdiend.delfraS-
'anhetPaafch-
, datnaauweaanli
UeUttn, in Uwe hayzen u
De bepaalde tyd derlialve
het einde geweefl van de PI;
daan zoude worden
der Egyptenaren van
gelzynde vernagen,
"smorgens, by het
uyt Egyptenland uytge
3. Ook wil Ferrauda
^fchiedenis-verhaal gel
liten zo vele zaken na het vieren i
feeftte verrichten gehad hebben
lyks een gehele Dag daar toe is _
weeft. Want ten middernacht had de HEERE
de Eerflgeborenen der Egyptenaren geflagen.
Pharai ftond op uyt het bedde, hy riep Mozes
en Am; . De Koning was is zyn Paleis,
en Gofm of Ramezts, alwaar de Kinderen van
IfraU het Pafcha fchynen gevierd te hebben,
miffchien ix. of 15. mylen van het Hof afge-
. legen. Derhalven moellen 'er uuren doorfchieten,
in welke een bode van Pharao naar Moles
en Aaron wierd gezonden, en deze weder
keeren tot den Koning , ¡a andere uuren
voor de wederkomft der Mannen GOOS by
het Volk. Ende daareuboven dichten de Iftaé-
Um van de Egyftmams goude en zilvere vaten,
enklederen, het welk zonder eenig vertoef
van Tydniet kondeverrichtworden. En
3 5 3
dat uyt alle deze dingen blykt, dat de Ifraeliten
niet hebben kunnen in dien zelven nacht,
in welke zy het Pafcha Vierden, en wel by
vallendet Zonne, uyt ¿CTie vertrekken. In
derdaad byaldien men flaan moet blyven op
deze uytrekening van Ferrandus, word de
uytgang der Ißaelittn op den i f . dag onmogelyk,
en deflelfsredenering zoude altegroot
zyn, nietalleentegendeSchriftuur, maaroolc
tegen hem zelven. De gifling van Witzius is
njet los, dat milTchien /^A^irö^alstoenzichopgehouden
hebbein denabuurfchapvanGo/e»,
gelyk het bekend is, &xHtr<idts zichdikwylen
vermaakt heeft in zyn Hmdmm, of Mas^
Jada, eene bergachtige plaats aangrenzeiide
aan Ambie, vo\gex]sjmfiisderjaad[che0orl.
I. üotk ¡6. kaf. en m Boik, zi.kap. Jotham
fleidm gehad heeft op hei gtitrpe vanjuda, en
¡ndewmdeniurgtenmjoms, 2. K ron.XXVl L
4. Sülomm het huis des woudtsLibanons i.Kon.
VII. 3. Dat ztilks ten hoogftenvereifchtheeft
de Reden van Staat, op dathymetzyn Heirleger
des te dichter zoude zyn by de T/r^to»,
niillchientotopttandvaardig. Dit gelleid zynde
, vervalt terüond de rekening der uuren
voor het heen en wederkeeren der Mannen
G O D S n o d i g , dewelke ook zelve, opdatzy
nader by den Koning zyn zouden, miffchien
m de .nabuurfchap zieh hebben kun;
houden. Ook fchynt derzelver vertoeven
den Koning niet langduurig geweefl
W
de:
Maakuop
zo gylieden
henen. dm
fproken heb
afgetrokki
goudene 1
AI van te vor
de Ijra'éliten j
im tot de eoren de
nen naeßen, ende
fiherevaten eißhe. Derhalven hadden de
Ilten dit gebod hebbenwerkflelligkunnen maken
arlykhetlaatfle, en uytfprakelyk vonnis
Konings is kort geweefl. Exod. XII. 3 t.
'rekt uyt het midden van mp/en v/dke.
als de kmderen vantfrael: endeeaat
dm HEERE, gelyk gy-heden ge-
Daar en boven kunnen daar van
1 worden de üuren nodig om de
zilvere vaten ter leen te eifchen.
oren was het Goddelyk bevel tot
I gekomen Exod. X[. 2, Sfreekt
: dat icder man vanzy-
•on'iie van haare naaf
Volks:
eder 1
, eêr dat den Egyptenaren de plage der
Verdervmg was aangedaan. Dit wasgejchied,
zyn de woorden van Augufiinvs m de XLl^.
tarage over Exodus, voor de dood derEerfgebo^
renen van dt Egyptenaren. Maar n« word het hy
eene körte herhahng herhaald Het is nietverleld
•wanneer het gefchiet is. ¡Tant op wat voor eene
wyze zoude het kunnen gefchteden, in zo groot
eene rouwe over de deodeu der hunne, dat ¿y die
dingen de kmderen Ifiäels zouden leenea! Gewisfelyk
heeft dit verzoek tyd van nojen gehad,
noch het konde gefchieden , alle de Egypte,
naars m rouwe zynde. Ook was het den//raelilen
met onbekend, datzy dien nacht moeflen
vertrekken, ja zyflondenvaardigdefchoenen
hebbendeaangetrokken, met den flaf in de
banden, eneindelyk, deEgjptenaarsdieevm
hen