'iV< :
iîl
l ît , • s
E E S T E L Y K E
428 G
gens de manier van leven, endebrandigheid
van de Luchtrtreek, daar en tegen zeldzamer
in Duytfchland en Myzen, en bydeMelkeetende
Scyten. De pkats zelveverdiendalhier
ingevocgd te worden. Katn ^ou» teyn Alexanáreian
clepbantioofipampoUoi^ dia de ley»
iiiaitaH, kai teyn thermoteyta ton chooriou. Kara
de tas Germifñas te kai Mnßas fpaniootata
tonto pathos ooptai ginomenon. Kat par age ton
gaUkîQpQtais Skuthais fchedon ondeótephainetat
ginomenon. AU' en Alexandreia pampoUey
hey gene fis autoa dia teyn diaipan eflin. Atharan
gar eßhioußy kaiphakeyn, kaikochhaskai,
îarixey polla. Tines de kai oneia hrca kai alla
toiantapachuH kai melagcholtkongcnnoonta chumon.
Alwaar daarom de melaatsheid word
voorgeitelt niei alleen als gemeenaan Egypte,
maar de ooriaken worden aangewezen, 00k
o p Paleftine toepailclyk. De bitten der Luchtlireek,
waar door de ziltigheden van de klomp
des bloeds worden opgehevcn, bet vloelbare
dauw-water door ecne overvloedigeuytwaasfeming
vervliegende fcberper geworden, knvtgen
Icberpelyk zeer licbt. de Ketenswyze verder
, bet eeten van Peulvrucbten, Linzen,
SchelpviiTcben.gepekeldedingen.ezelsvIeefcb,
andere dingen , dewelke een dik, ziltig en
zwaarmoedig vocht voortbrengen. Jadie manier
van leven omtrenc de fpyzen Lev, XI.
van Mozes overgegeven doeldbyzonderdaar
op, op dat door deflelfs gebruyk de Ifraëliten
voor devuyie ziektens van Melaatsheid, en
die aan dezelve zyn vermaagfchapt, zouden
voorbeboed worden. In bel byzonder kan
albier tepaskomendatGebod, het welk Verkensvleefch,
ook van Slangen en HagediiTen
van allezoortverbied. Hetiswaarlykbekend,
zelfs uyt de Geneeskunàige Oefieningen van
Lißeriis over de Venus ziekte, en verbändeling
over de fochten, dat de Venus-ziektein
de Amerikaanfche Eilanden gemeenzaam in
zwang gaat, door het eeten v a n o o k
meene ik niet, datdczezelveßefmettinguyt
de Lyfte der onreine '¿iektens, en tot Melaatsheid
zelve neigende moet uytgefchrapt
worden, waar door de Jodenwegensdevermenging
van andere Volkeren lichtelykkonden
worden befmet. fc'n dat deze zelve Befmetting
by vervolg, door afknaging tot Melaatsheid
kan overgaan, verhalen dejaarboeken
der Geneeskundigen. Een merkwaardig
geval verhaald Daniel Fifcher, een Geneesarts
te Liptauw in Ongarye in de ßreßaa. Sammlung
vanden VermaardeníTásoWaj, de Vlíl.
Verfuch. bl. 7 3 3. Van Egypte leezen wy by
Liikretius in het VI. Boek.
^e Melaatsheid is eene ziekte, welke omirent
deßroomen van de Nyl
Jn het midden van Egypte vo
behalven daar nergens.
\eteeld wordy
MiiTchien dat hier uyt ontflaanisdieverdich-
te lailering van Appion wegens de Joden,
als of zy uyt E^ypte om deinelaacsheid waren
verjaagd , welke men krachtig kan opgeloft
vinden by "joßefns in het I. en II. Boek tegens
Jp^on. Jußmus het XXXVI. Boek, hec
Niet alicen is de Mel.iatsheid den Joden ,
raaar ook andere Volkeren ter verfoeijing
geweeit, biiytentwyffel, omdaidezelveniet
alleen viwl is om aan te zien, laÜigvoor den
genen die 'er van is aangeialt, maar ook bcimettelyk.
Herodotes in hec I. Boek , het
XII. Kap. Indien iemant der burgers door iMelaatsheid
of kwaad zeer-is aangedaan , zo
word aan denzelven den toegang tot de ftad
niet vergand, noch dat hy zieh onder andere
Perzianen vermengd. Die gene nu, dieiets
zodanigshebben, worden gezegd , tegen de
zon te hcbben gezondigt- Doch vele dryven
demelaatfche Vreemdelingenbuyten hunne
landpaien, en ook om die oorzaak dulden
Witte Duyven. Van de Tieliers ,
e wegens de gramfchap van Apollo ,
;Iaatfchen geworden zyn , kanmen
re dingen leezen \i^itx\Mßchynes.Ar'
•s echter fchynd niet vies te zyn gedewelkezyne
eigene dochter , alhoezy
gen.
dewelk
alle m.
meerdc
taxerxi
weeil:,
wel Melaats , genaamt Atoßa , ter vrouwe
heeft genomen , gelykmen zien kan \s^1heofraßüs
in het afbeeldzel T>ußchereias, van de
Moeijelykheid. Dat "er mclaatfchen onder
de Joden geweeft zyn tot op de ryden van
KRISTÜS blykt uyt Matth: VIll, 2. X. 8.
XI. <;.. üp dat onder de Kriftenen men zieh
wachten zoude voor vermenging en befmetling,
zyn op alle piaatzen Lazerus-huyzen gebouwd,
of geflieht door onderiUnden der
Godvruchtigen.
In het 9. en voigende verfienftelddeWetgever
voor het eigen kennisteken van eene
volflagene Melaatsheid: in deze hoogfte graad
der ziekte kwetil defcherpezondigendeltoffe
niet alleen de buyienlle oppervlaktevande
Huyd, en maakt de hayren in het vel gehegt
wie, maar zy vreet dieper in, en knaagd alle
de vaatjes van de huyd hare woede voorkomende
, zy verkeerd den omioop des
bloeds, het welk buytenzynevaiengebrachr,
tot t'.tcer word , ja de vezels zelve , of de
boorden der buysjes weelderig te gelyk met
de etter te zamen gegroeid , verhefien zieh
tot korilen. Die tot dien llaat van ziekte geraakt
was, wierd niet meèr in de proef-gevangenis
opgefloten, maar wierd onrein verklaard,
ja als ongeneeiTelyk uyt de Menfchelyke
Maatfchappy, gelykmen noch gewoon
is> gefloten.
Het 12. en voigende verlTen fchyncn, en
zyn voor vele wonderfpreuken. Vooronrein
word verklaard, die hier en daar maar alleenlyk
door Melaatsheid is aangedaan, gelyk
byzonderlyk dezelve gewoon is te groeijen
N A T U U R
in de Knien, andereLedematen, hetAangezieht:
doch rein wierd gehouden, dieenkel
en geheel niet anders was als Melaatsheid ,
het gehele Vel met deze vuyle Schurfdhcid
zynde bedekt; of, wie, bid ik u, zoudfin
eenen verborgenen zin voor rein kunnen verklaard
worden, aan den welken vandevoetzole
aftot het hoo/d toe niets geheelsis, maar
wondeny flriemen ende etterbuylen Jez. 1. 6.
Deze ftofFe heeft de Uytleggerszeergewrongen,
zo dat zy geen uytweg gezien hcbben.
Le Ck'tck gaat in zyne Werhandeling over de
Melaatsheid droogs voets dezelvevoorby, en
in de Verklaring bekend hy , dat hy zieh
zelven niet voldoen kan. Het is wonderlyk,
dat een Melaarfihe tendelebejmet onrein viord
gerekendi doch het gehele lichaammet die vuyle
ziekte behebt rein word gefchat, Ik birken,
dat ik gene reden van diergelykonderßcheidkan
verzinnen , niet meer als op Mozes had gezegd
, dat die onrein ts , die aan eene zoorte
onreinigheid kwahkgeßeldwas, rein , die aan
alle. Ik zoude derhalven geloven , dat de
JVetgever iets anders gewild hebbe : namentlyk,
dat zo by aldien iemanäsgantfche lichaam
ivit wate , dat zulks een teken ge-jueeß isniet
van Melaatsheid y voelke alle deelen zoude
doorgedrongen z,yn geweeß , maar van betere
gezondheidy en dat dieshalven zoortgelyke
menjch rein moeß geoordeeld worden: doch in
tegendeel by aldien de ver-xe over het gantfche
lichaam niet dezelve --jsas, maar het vleefih
in zommige piaatzen rooder -jjas, doch in andere
boven maten wit, zulks moeß voor een teken
van witheid uyt Melaatsheid ontßaan gehouden
worden.
Het zal ook my geoorlofd zyn de ondiepte
te beproeven, alhoewel ik aan niemant eene
volkomene oploflingvan de cw^'fFeling belove.
Z o wanneer eenige zware Ziekte zynde te
boven gekomcn ^ voornamentlyk een Scherpe
koorts , op de gantfche Huyd gezien word
eene uytgroeijing, het zy fchurfdig, oftemelaatfch,
zulks is ons een teken, dat alle kwaaddoende,
fcherpe, zouteitoffe naar buyten is
verzonden, dat 't gehele Bloed is gezuyverd,
en dat zodanige zieke of van zelfs, dekoriten
afvallende , of door het gebruyken van een
zoet Bad herüeld zal worden. Deze l^eran-
^ering noemen wy volkomen, waar doordikwyls
het gehele Vcl van het Lichaam afgaat,
alle de hayren uytvallen, de gantfche Menlcb
een ander word van den genen, dien hy le
vooren geweell was: doch onvolhmen , by
aldien hier en daar alleenlyk vlakjes, ohpaysies,
of korilen gezien worden, bmnen het
K U N D E . 429
Velletje ende de Huyd: deze niet uytgevreten
lichaam blvvende de overblyfzelen van de
kwaaddoei^devechtigheid, ja geduurig door
de zweetgaten doorwaaflemeiide, cn a. die
• naby is belmettende. Dusdanige reine Melaatsheid
was niet zo zeer in de vaatachtige
zamenweving van hec Vel , als tuffchen hec
opgeworpen tot korilen en verrot Vleefch»
maar geheel, door welke het Blocd vry konde
omiopen. Echter kanmen niet ontkennen,
dat 'er zodanige gevallen zyn, waar in de gehele
Huyd wit is onder de zeer zeldzame voorvallende
, en van vele Melaatsheid Geneesmecilers,
zelfs niet eens geduurende hun leveo
gezien. Daarkomtby,datdedoortt'aalTeming
in zodanige Menfchen zeer geringes, en derhalven
het gevaar van befmetiing zo veel te
minder. In den geellelyken zin word die voor
rein verklaard , die zieh zelven geheel melaatfch,
onrein erkend. De Joden vergelyken
de Melaatsheid niet kwalyk by eene riviere,
dewelke zieh over een wyd veld overllortendc
weinig diepte heeft, doch veel, by aldien
zy in eenen naauwcnboezem word gefloten :
dat zo ook de Melaatsheid des te meerinvre^
tende is, indienzy alleen op eene, of wein ige
piaatzen uytbloeid, minder, byaldienzyzieh
gelykelyk over het ganfche Lichaam vetfpreid.
Dusbynaredeneerd^»/>Äir over Lev»
XI ¡1. T)at is een gezond Lichaam, dat zieh
zelfalzo zuyverd, gelyk met Tokken, Mazelen
en Schürft gefchied, waar door het gehelé
Lichaam het kwaad uytßaat, gelyk wy Duytfcbers
zeggen, het zy gezend enz.
Op het 18. en voigende veiffen körnen on*
der veritaan te worden AWQ Zweeringen&n etter
achtige gezwellen, het die brandige zyn,
of roosachtige, of kmkerachtrge, aiinvietende,
o^ vleefchverterende. De veranderende
zoorten van Etterachtige gezwellen zyn Thertoma
, 'FaroHychiay Tarotis, CarbunculuSy
Verzweering van de IVortels der Nagelen^
Jphtha, yarioUy Bttboves Venerei m-Peßilentialis.
Alle deze Ziektens wierden onder-'
worpen aan het befchouvv-onderzoek der
Prieiteren, op dat de Zieke of rein, of onrein
zoude kunnen verklaard worden, rein
by aldien bet hayr niet wit was geworden, en
haar aanzien niet dieper dan het vel, en de
^lage niet was uytgefpreid. Onrein, zo'taanzien
der plage dieper isdan''t*''el, en het hayr
in wit vtranderd. In het eerfte geval namentlyk
fchikten zieh alle dingen tot genezing,de
hplligheid allengskens vervuld zynde door
de liieuwelings aanwallende vezels, alle verdorven
rtoffe afgefcheiden en gezuyverd : in
het laariie was 'eraltyd by een nieuwe toevloed
van een bedorve itoffe uyt het Bloed, of her
Bloed zelf de openingetjes uytgeknaagd hebbende
geduuriglyk afdruypende wierd aanilonds
etter, de etter-goote altyd open blyvende.
Mcn leeft vs. 19. Zoo in plaats van die
zweere een wit gezrwel, of eene witte roofachtige
blare worden zal. Het laatiie woord
Adamdameth pynigd de Uytleggers. In den
oorfpronkelyken Text betekenen deze drie
woorden een witß:hynzel zeer root, of ten
Ph
n'ti'i
'i f:
1 -
flai
i;