'IIMIi:..'«
3 6 S G E E S T
Ik ben de HEFRE wxe God, die u van de
•Volkeren afgczonderá hebbe. vs- '•Baarom
zult gy onderfcheid maken tuffchen. rejne en
onreirte becfien , ende tußchen Ixt rein en OHrein
gevögelte: et/de g y zult uwe zielen niel
"verjoeyelyk maken aan de beeßen, ende am V
gevogeltjey ende aan alwar op denaardbodem
kruypt y bet welk ik voor u afgezmdert hebbe^
op dat gy'tojirein houdet. vs.2íí. Undeg-^ziiU
my heilig zyn, -juantikde H^\^\Lbenheiligy
ende ik hebbe « van de Volkeren afgezondert,
op dat gy tnyne zouáet zyn. Op deze wyze is
die Kerkzedige Wet rot eene Staaatsregeerelyke
of Burgcriyke ovepgegaan.
Zo by aldien dit zo wäre, zozoudeikzeer
gemakkelyk de Verklaring vanditHoofdUuk
Kunnen nalateh , hct welk ik voovgenomen
hebbe te fchryvcn niet als een .Staatkundige,
maar als een Wysgeer: dat is, by aldien dat
onderfcheid der reine en onreine dieren niet
athangt dan alieen van de meeniging cn het
•vvelgevallen , of der Egyptenaren , et der
Jfraeliten, geenflinsgegrondop denatuiirder
zake zelve Het onibreekt cok aan geenachterdenkcn,
her welk Z.íA7fr¿voorgeeft, dat
de Opperlle Wetgever zieh hebbe gefchikt
naar de oude gewoonte der Egyptenaars,
welke de Ifraeliten zelve zouden hebbenaangenomen
Geilelt zynde, dat de Beeilen aan
beide Volkeren even onrein waren geweeil,
zo volgd echter daar uyt niet, dat hy befluytj
want en deze en gene hadden natuurelyke
oorzaken gelykelyk kunnen bewegen, dat zy
'dit, ofdat Beeil voor rein of onrein verklaarden.
En geileldzynde, dat'er eeuige Beeilen
zyn, welker rein-of-onreinheid ten aanzien
der tweede oorzaken noch niet zozeerinhet
openbaaris gelleld, zo kunnen deze daarom
aanilonds niet onikend worden, maar veel
e6r moet onzc of ünkunde, of achteloosheid
in het nafpeuren befchuldigt worden. Doch
van de meellen, inhetbyzonderdeHerkaauwende
, zal het blyken, dat uyt de hedendaagfche
Natuurkundige gefchiedenis de oorzaken
klaardcr zyn dan deZon, enmiirchien
00k daarom by de ecrile Weereld-bewoonders
bekend. Immers dit is zeker, dat het
onderfcheid , tuilchen reine en onreine gegolden
heeft by die gene, dewelke voor áen
Zondvioed leefden, uyt Gen. VII- i. alwaar
AWÄ Word gelart, van alle rm vee te nmen
.ztven enzevcni hetmamieken, aide zyn wyfken:
maar van het vee, dal niet rein en waiy twety
hit mameken ende het wtfkin. Dit onderfcheid
haddcnde £^j)'/'íí»««/-jlichtclyk kunnen weeten
hy overlevering van de nakomelingen van
E L- Y K E -
Cham, gelyk de Ijrachten \'an Sem. Ook heelt
•dit onderfcheid in kracht geweeil by andere
Volkeren De Romeinen hebben noch onheilige
jioch vuyle^ gelyk zygenaaratwierden, Beeilen
noch geb'uykt tot fpyze, noch ter Offerhanden,
Deze dingen, dewelke ik nu in
het algemeenvoordraag, zullenklaarder worden
uyt de volgende; want bot zal myn werk
wezen , op te gaan zairtelen de voetflappeo
van rein-en onreinheid , en, op dat ik zo
fpreke, in de Natuur zelve de eerJle fcheerdraden
op te zoeken.
Ik beken, dat het eene zeer 3,wäre zaak is,
de Oiwbinding van dit Hoofdiluk zodanig te
ontleeden, dat aan ein ieder worde voldaan,
dat'er geene zwarigheid overblyve: dat hec
2\vaar is, deklippeh, die zieh opdoen- ge^
lukkiglyk voorby te ftevenerr, ende zoiider
gevaar. Dat zo by aldien wy hangen blyven
aan de bloote natuurelyke oorzaken van het
onderfcheid, zo zullen de Wetten, im naar
rangteonderzoeken, een gedeelte zyn van
de geneeskundige Onderwyzingen om op zyne
gezondheid te leven, ja ook zullen deze Voorfchriften
noch verbinden, zo ve!e, als'erom
de gezondheid of te herftellen, of te behouden,
bezorgd zyn, allconreineDierenzullen
erger als {langen en adders te vlieden zyn, enkelyk
de reine tot gebruyk te nemen. Doch
wy geven ook niet enkel en alleen toegang
tot de zedelyke of verborgene oorzaken, ik
eerbiede G üD, als den alderbeilen Vader,
•bezorgd voor de gezondheid van de zyne»,
maar ook als den Wetgever en Heer, die
verfcheidene redenen kan gehad hebben wegens
dit ofdat Gebod, en veele niet zeer tot
noch toe bekend. Ook fchynen my die gene
al te veel de zedenleer voor te dragen die Hpgeprieiler
Eleazar voor KRISTUS geboorte,
en na den geboren Heilheer zeer vele Kerkvaderen,
Irenaus, Klemens de ^lexandryner,
AugufiinttSy Cyrillus., de welke geweeil of van
dat gevoelen, of vandiemeening, dat GOD
het eeten van onreine dleren verboden heeft,
op dat wy niet, als door befmetting zoudea
worden vergiftigt met de wreedheid van een
Leeuw, de vraatigheid van een Wolf, Roof.
vogel, andere gebreeken van andere onreedelyke
Beeilen: te veel de zedeniesuyttehalen
doen Franzius, Junius, Cunaus, anderen, dewelke
enkel alieen maar hangen blyven aan
de verborgene, ofVoorbeeldelyke verklaring.
Het alderveiligil gaan wyin het raidden door.
Echter die dingen, dewelke buytenmynBedryf
kring zyn, laat ik aan anderen gewillig
Over.
PRINTTAB.
cc.x:x>-
L ü v i r i ci cap.xi.v-.i.
V e i i l r i o i l i Ciipriili
. . . . ^ i i - i ) ^^C^ltó t-V,:^-!.,.,
i'T
•
ii" ^ .
"f'