F
lljh'il,
I i i -
N À T U U R K Ü N D E .
Icelyken, waàr in ¡i uera àoor een Hebreeuwfch
woord alle dien drarik word genaamt, dewelke
droiiken km maken, of die, dewelke vàn koùrn
•word gebrgwwen, of uyt het zap van A^^elen^
of wanneeY de boningraten tot eenen zoete'H en
•vreemden àrank -wordengekookt -, c/de vruchten
¿er 'Paltnhomen tot vocht worden uytgeperßt
ende het vette IVater door gekookte vruchten
wordgeverwd. Daar zouden bygevoegd kunnen
worden Ißdor.Orig.\[tt XX. ßoek kap.
Zonàras ad Canon. A^oß. Iii. Hefychius Lexi-
3 < i 7
con. Dus ìs het zeker, dat onder den naam
van Sicera, kunnen verllaan worden Bier,
Appel, Peeren, Palra-wyn, Meede, en andere
zaken van diezoort. Dar voor al gelezen
worde de Uytbreiding Joan.hlenr. Meiboom
over de bierenendrankeay è» dionken
makendevochtenbuyten den JVyn. HelmlV 164. r.
in 4.. Biller Hiero^hty. I. Deel , bl. 311. Dié
ook onder den naam van òkera in het algcmeen
Wyn begrypc:
P R I N T B L A D CCXXIX.
Streckt tot de hinderen Ifraeh, eggende ; dit is het gedierte,
die beeßen, die op aarden ^ji». Levic. XI . vers t.
alwyze Scheppr doet door MOSES V volk verßaan
IVat van V Gedierte het vergund mord of verbodeu-,
Om nooit geen banden aan 't onreine VE te ßaan
Jlli 't /ighäam voedzel tot het liven heeft van noden.
Hy zogt tot ifrael: dit zal n onrein z)n-,
'Dit rein, om u tot /pys en nooddruft te verflrekken.
Ach ? of het hart zig nooit vergaa/te aan eidlea fc/^y» >
Maar ßeeds het reine van V onreine wiß te ontdekken^
Gelfk het hier word door GODS bevelg
Hoe welgeltikkig zoit de flerveling dan le
Het goddeljk bevel wierd nooit zo ßout g
En de ed'le deugd zou ßeeds een vollen lui^er gevsHi
HEt onderzoek nopens het ohderfcheid
tuilchen de reine en onreine dieren is
overwaardig, zo als dat door de Goddelyke
"Wet onder de Joden is gegeven: doch des te
meêr, om dat de Üytleggers der Heilige Bladeren
onder den anderennietovereenkomeri-
By aldien Le Klerk en andere geloof verdienen.
zo zyn enkelyk de Burgerlyke Redenen
d e oorzaaken van het zelve. Oökdoet alhier,
gelyk eiders, de zeer rtaatkundige Mozes niet
anders, als dat hy zieh naar de kerkzedenen
gewoontens, dewelke de îfraéliien uyt Egypte
mdden mede gebracht , zoudefchikken. Vah
den Egyptenaren nU is het zeker, dat zy Velgens
de alderoudiie gewoonte, zekere Beeilen
gehouden hebben voor reine, voor onreine
andere . ja dat zy om Staatkundige redenen
niets hebben te doen gehadmetdie Volkeren,
dewelke onreine iakert of gehad hebben tot
fpyzen, of anderszins hebben behandeld. Dir
blykt uyt Gen. XLIII. 3?. 'De Egyftenàars
en mögen geen brood eeten met de Hebreen, dé-
'wyU zulks den E-gyptenaren een grouwel is.
Want deze waren zeer vailhoudende aaii de
aloude gewoontens ; patriois, d e chreiomenoi
tiomoifi allon oudena epikteoontai, volgens
Herodotus het 11. Boek, het 78. kap. Haters
Van alle nieuwigheid. Daar toe namehilyk Urekt
d e gerechtigheid en ilrengheid van zodanige
W e t t e n , op dat met vreemde plechtgewoontens
tiiet ingebracht worden vreemdezeedenj
eene aridere levens-wyze, vreemde bndeügden,
nieuwe Regerings-wyze. Waardoorj
zelft in het vöorby gaan, blykt, hoelichtelyk
en dikwyls eene VVet, het zy Burgerlyke^
of Geneeskundige tot den Gödsdienll kaii
overgaan, ja gehele Volkeren door den alderhaäuwfieri
band vail bindbn. Geen band namentlyk
is 'er valler, dan die van den Gbdsi
dienft. Voorbeelden zyn'er vah in het KriRendom
zelve. Dat den Egyptenären eene, misfehlen
eene gezondheid bewarende, maniere
van leven is geweeft , ofbnderfcheid makende
tüflchen andere Volkeren, als kenmerkelyt
voor dat Volk, is övergegaan toteen Artykel
van Godsdieriftj cn die wèl grondwettig,
dat die van eenig onrein Dier gegeten had,
of alleenlyk het 2elveaangeraakt,voor onreili
wierd verklaart, ja gefloten buyrcri de men«
fchelyke maatfchappy. Zo heeft het zieh medé
met de ohverfchllligé zaken; dewelke doör
eene zekere fyné herfcheppirig tot Geloofs-
Ilukkenovergaan. Dus, zegt ¿ i /C/er^, heeft
de voorzigtige Wfetgevèr Mozes geen ander
oogmerk gehad, dan dat hy zyn Volk zekere
regels van leven zoude vdorfchryvert, ende
dus het zelve vin den omgang met anderë
Volkeren af t rekken, voornamentlyk medevari
den Afgodendienft. Hier op fchynt redocieil
dat geen, het welk wy leezen Lev. XX. 24;
A a a a Ik
T ,
I»I;