i r H ä..ptl
•iHt;:
t
î i
426 G E E S T E L Y K E
Metí z.ie dan aan in dit gebod,
ÌJoe hoog de reinheid word ùemind by V Opperwezen,
Op dat men leer den zuiv'ren GOD
-Met onbe-vlektheid naar zyu heilig IVetboek vrézen :
Zo klitnt de zuiv're ziel in V eud'
In 't rein palets der hemelzálefty
'Door 00g, nog cor tot nog gckent,
Om daar G 0 D S glorie te verbalen.
Ii^ het XL Hoofdihik heeft de Wetgever
aan zyn Volk voorgelteld hec ondcrfcheid
tuiTchen de reine en onreine -Dieren , ja ,
het welk wy hebben gczicn , hy hceft ccn
K e t r e g e l voörgefehreven, waar door zy gez
o n d te gelyk , en rein zouden kunnen~Jeven.
In die Honfdl tukwordder?/«f i l /?»yf Ä
zelf ondsrfcheiden , van den onreinen, de
M c n f c h van den Menfch , ja van zieh zelv
e n , van hen veranderd. Ahvaar voor alle
d i n g e n moet gclet worden opheralderilrengi
l e onderzoek, het welk raocll aangcftelr
w o r d e n , naar welken Richcfnoer indien wy
aanmcrken zouden de vuyle zvreercn , de
Witte hayrcn . de viekkcn , de korllen van
ons verdorven verlknd , onze ongeregelde
h e r t s r o c h t e n , by aldien wy ons zelven zoud
e n afzonderen van de verdorvenJheid der
E e u w e , ja door den Balzena van het woord
G O D S zouden genezen , zo zoude buyten
t w y f t e l het aintal der wäre Pieiif/en srooter
zyn.dac is,derKrillei-.en in d e kenni i reen vreeze
G Ü D S , in heiligheid en liefde wandelende,
dan het inderdaad is De Hoffe , welke ik
n u rer verhandeling opneme , is vol zwarigh
e d e n en beletzels, devvelke tot noch toe de
uytleggers \vonderl>k heeft gcpynigt. GOD
b e g e e r d e in de Oude Huyshoudinge , gelyk
h y eencn alderzuyverftcn dienil had voorgef
c h r e v e n , ook ten rein Volk , gelyk hy in
d e Nieuwe wil eene Gemeinte-^ die geen vlek,
of ritnpel heeft, 0} iet diergelyke : maar dat
zy zoude heilig zyi en onberifpelik, Efcz.
V. i7.
Men heeft niet te twyf felen, of de Joden,
byzondcr de Pr ielkrs, zyn in d e kennisneniing
d e r geilddheden j waar van wy nu fpraak
h o u d e n , zeer geoeffcnd geweell, om dat
volgens het Goddelyk bevel de befchouwing
h e n l i e d e n wasopgelegd, enhetwetiifchoordeel
opgedragen. fc'n wy verwachcen miffchien
uyc de Schriften der H ebr e euwe n den
alderbeÜen onderüand. Waarlyk Maimomdes,
een der geieerdücn onder de Joden , heeft
eene gehele Verhandeling ovcr de Melaats-
¿ « ^ g e i c h r e v e n . De Jk-fnedene Leeraars teilen
tot 50, zocirtenvanmelaatsheid op, doch
z y Ichynen onder dezen naarainhetalgemeen
verrtaan ce hebben allerlei Huid-ziekt e . ten
mmftcn de onreindere , aller wdker cori
p r o n g te halen is uyt eene ftikige , fcherpe
i l o f r e , naar de klieren , van de algemcnc
v e r z y g p l a a c s , üi verlU de H u y d , afgezond
e i i , door de biiytenfte zy- takjes van d e polsa
d e r t j e s afgefcheiden , onder een fchubbip
v f l l e t j e vergaderd.
k o r ü e n opgeheven;
g e n e verwe zichtba;
o o k gevveeft Luyti.
dingen over Levitt
A n d e r e n onder de
Melaatsheid
:n La.
in bobbcltjes, blaasjes,
n u doordeze, dan door
ir. Van dit gevoelenzyn
er in zyne kant-uytbrei-
CHS , Cnn^iis , Valleßus.
n naam van d e Joodfibe
i d e eenebyzonderezoorÏ
G O D oniniddelyk als
g e g e v e n , zo ook genezen , Beza ^ ä Rejes
enz-
H e t is noch de tyd , noch de plaats, alle
zoo: cen van Melaatsheid , of Huydziektens
aan te halen , maar ik hebbe voor my binnen
de palen van den T e x t te houden. De
eerJte der ziektens welke alhierverracld word
e n , is vers 1. Seeth, de LXX. Ouley , een
JVondteken. De gemene Latynfche verfcheide
verwe , Onkelos Hamek/t, welk woord
eene holUgheid betekend. Onze Landslied
e n zetten het over door een gezwel. Aan
Lc Clercq behaagd eene vlak. Alle deze verfchillen
zyn niet zoodanig, of zy kunnen gemakkelyk
worden overeengebracht. Daar
e n isgeenegeileltheiduyrhuydachcige, geen
g e z w e l , dewelke niet door zekere verwe
zieh openbaard , door eene zekcre vlak ond
e r f c h e i d , ja , by aldien de iloffe uytknag
e n d e is, heeft zy eene hol te, voornamentlyk
die gezwellen, die tot melaatszekorüen
g r o e i j e n .
D e tweede ziekte wor d genaamt Saphahhath
de L X X . O » ^ Seymafiasteylaugeys^ een
blinkend teken, Hieromvntts heeft een Tuyftje
, of iets blinkende : onze Latynfche heeft
krnypendeScburfiheidy deMoedertaal einGefibvjär
y gezweer , Le CUrcq heeft drooge
Schürft. De Thalmudiften houdenvooreen
k e n n i s t e k e n eene witte verwe . gelykende
naar Kalk, gekookte Aarde, of ook naar het
b i n n e n f t e vlies, het welk onder de fchil van
een ey fchuyld. Hoedanige zieh vertonen de
fiburfde puyßjes , op de 1-Juyd zieh hebbend
e verheven , met gekookte ctter door dat
z e l f d e Vellecje door fchynende. vervuld. De
d e r d e ziekte is Liacbereth , by ons eene witte
vlak , eene witte ßkar , milFchien beter
eene witte Vlak. MilTchien kunnen dcze
z i e k t e n s , of mi l l chi e n de v e r ande r endc gehalt
e n van dezelve ziekte '
fcheiden dat Seeth een
o v e r i g e huyd verheven
, dus worden önder-
. puysje is boven de
: r w c r o o d a c h -
N A T U U R K
t ig , Saphahhath het zelfde puyftje vo) gek
o o k t e etter , Baheretb eindelyk eene witte
vlak zonder hoog oplopend,gezwel , Alphus,
Vitiligo, by de Arabicrs Motphea : of daar
k u n n e n ook , indien men lull by dezelve
z i e k t e t e bly v e n , ver Haan worden d ie kori len,
h e t z y f c h u r f d e , of Melaatfche, ofookpoka
c h t i g e . dewelke van zelfs de rype, openej
o f v a n z e l f s u y t g e d r o o g d e p u y i l e n volgen.
W a n n e e r de Prieiler de ziekte de naged
a c h t e onderworpen cer onderzoek heeft geb
r a c h t , ende aangemerkt, dat ht hayr op de
blare in wit verandtrd is, en haar aanzten dieser
is dan 't veî van deßelfs vleifch, heeft hygeoordeeldt
datTfaarath , melaatsheid was. Deze
i s , welke Mozes met hare onderfcheidene
t e k e n e n befchryf t , de Lenkey der Grieken ,
-en geeft t e kennen eene grooter fcherpt e van
z i l t e vochten , waar door de Huyd niet all
e e n wor d opgeheven , maar ook de Huydk
l i e r e n afgeknaagd worden te gelyk met de
Vaatjes zelve van de Huyd : hier van daan
k o r a t het dteper vel van het f^ieeßh , hier van
daan ook de wiite hayren . om dat zydikwyls
van haar voedzel beroofd worden , aan den
. g r o n d afgeknaagd , of eene koril als van plaai
l e r , gipSy befloten: het gebrek waarlyk hier
van blykt dat veroorzaakt word uyt de
g r y z i g h e i d der Oude lieden zelve , af te
i e i d e n uyt de befloten vel buysjes van de
H u y d andersfius in dien ouderdorii gewoon
b e r i m p e l d te worden. Tot dezelve gedacht
e is met my overgevallen Joatin: Le Clercq,
o f dellelfs broeder Daniel Genees-arts, en
R a a d s h e e r te Geneve, in de (Verhandeling over
de Melaatsheid, alwaar hy d e z i e k t e , waar van
n u word gehandeld, kwaad z e e r , yiiiligo, of
Leuten noemd. Welke , de Latynfche Hippokrates
, Celfüs a l d u s , en naar 't leven bef
c h r y f t , in zyn V. Boek het i8. Kap. De
Schürftheid, Vitiligo, alboeweldie in ztch geen
gevaar bybrengt, nochtatis is dezelve vuyl, en
entßaat uyt eene kwade geßeldhetd van het hghaam.
Dezelve heefi drie zoortm : /Diphos word
genaamd, wanneer de verwe wit is, bynaruuw,
^n met aan elkander gedurende, zo dat'er als einige
druff eis ßhijnen geßrooid te zyn, m en dan
kruypswyze die ook verder, met eenige tuffchenfozen.
Melaacs, verfihilä van deze tn verwe,
om dat die zwart is -, en de ßhaduwe gelyke, de
over ige dingen zyn dezelve. Leuce, heeft iets de
Alphos gelyk, maar ii witter , cn klimt hoger
Dp, ook zyH 'er in dezelve witte hayren, en naar
•wol gelykende. Deze alle kruypen voort j maar
in andere fnelder » in andere Ungzamer. /llphos
en Melat ontflaan m houden op m zommigen by
zekere tyden. Leuce verlaat met Itchtelyk du
gme, deweke het heeft aangetaß. Het zoude
o v e r t o l l i g z y n , of uyt te f chryven, of aan te
h a l e n , de overeenkomcnde zaken, dewelke
a n d e r e van de Oude Geneeskundigen en Cetfus
navolgers hebben, nament lyk, /¡¿îmrm,
tiß
U N D E. 427
Aettiis, Oribafius, Gahnus, Avicenna.
Alaar zo de blare in het vel zynesvleefches wit
is j (nde haar aanzien niet dieper en is dan het
vel,v^. +4.. ende het hayr niet in wit veranderd enis:
zoozalde-l^riefierhe'n die de plageheeft,zeven dagen
opfltíyien. Tot hier toe was het Àlphus, en
d e afknaging van de Huyd is niet diep gew
e e l l , de wortels van d e hayren ongefchonden.
By aldien na tweemaal zeven dagen
aan zodanigen zieken de blare dovkerder was
geworden, en de piage in het vel met «ytgefpreid
was, wierd by van den Prieiler rwwverklaard.
Want de Schorfte was voortkruypende vers 5.6.
Mifpachathi welk woor d onze L a tynf che ¿"f«-
bies v e r tolkt , Aquila exanodofin een bladerke^
puyjìje. Theodotion ekbrafma Scabies, Sebo)fíe,
o n z e moederlandfche Grtnd , gevoegelyker
z o u d e zy het vertolkt hebben eene fthabichte
Aüfflechie oder Raud, het zoude ook kunnen
w o r d e n overgezet / /erpi , Bcerbrand. Tinea,
der Crind, eigenclyk zo genaamt is éene ongefleldheid
van het Hoofd, niet min, als dé
tìchurft die met witte plekken uytllaat, onr
e i n , en meede deze dezelve kentekens hebbende.
Van deze Z i ekt e , Melaatsheid, flaattewet
e n i dat deielve van Mozes niet w o r d befchreven
als een zekere nìeuwe kwaal, deri
Ifra 'ehten ten ilraffe g egeven, maar reeds bek
e n d , in het Ooilen niet zeldzaam, ja het
N o o r d e r Europaiiiet onbekend. Aan het einde
van het 'Prorrhetiton van hippokrates het 1Í, Boe k
zult gy deze woorde n leezen. Ginontai de Leukat
toen ek toon thana toodejta toon nofeymatooni
hoion kai bey noufos, bey phthimkey kaleomenevi
hai de leprai kai hoi Leixeynes ek toonmeìag cholikoon.
Alwaar de alderoudile Uytleggers van
H i p p o k r a t e s lezen phomkey voor phihmkey: dus
zegt Gaienus, phoimkiey nofos bey kata phomkeyn,
kai kata ta alla anaiolika mereypleonazoufa, deyloufìhai
de kan tauia dokei bey ekphanttafis. Derhalven
moet onze Gryzaard dus worden vert
o l k t : De Leuke ontfiaan weluytdealdergevaarlykjle
Cf^àenWA^rÌÌQ) Ziekiens, hoedavigedieis-,
die de Phcemcifcbe word genaamt, doch dé melaatsheid
en Lichenes uyt zwarigallige vochlen.
Voo r drie oft e v i e rEe uwe n wierd deZiekte";
waar van nuwordge fproken , van Guido Cauhacus
en van and e r e n de Tynfche Melaatsheid
genaamt. Want het gebeurddikwyls, dat de
z i e b t e n s genaamt worden naar de Landilreek
e n , alwaar zy of eerft zyn ontflaan j ofdaar
zy zeker Volk landaardigzyn. Tenvoorbeeld
e n zyn d e Franfche Befmetiing, of Napelfche
Ziekte, de Fool/che Fka, het EngelfcheZweet,
d e Nofialgie van de Zwitzers, áeZwitzerfché
ziekte. In Egypt e is d e Melaatsheid csnt Landz
i e k t e , ja dat dàt kwaad Egypte byzonderemti
is toontPl in.he tXXVl .Boek,he t / .kap . Hec
z e l f d e getuygd Galtnus Meth Med. adGlauciinem
II. Boek w.kap. alwaar hy z e g t , datomtrenc
Alexandrye d e Lazerye gemeen is, van wé-
Q q S S ge n s
i