|fT.fi. ' lili
I i i : . . : , , ; ; ! '
••¡üii'ri!:
Ir '
" "Ii-,
i ¡ l : - i r
I .t.-
i v ^
Ii";' ' •
i i i r ' - - ; ' :
i l j i ;
i •
1 •"
ii' ' i i i r ;
' ' 1
H t í í j
R ICJ •, J
'Vii
G E E S T E L Y K E
4 5 0
k e andersfins niet alle evcn zeer de uytduyling
fchynen t e geven; me t grooter recht wor d
inderdaad uyigcüoiQnJvver thnpiße/ tcb, een
¿>/iHäe dan een kreupele , om dat gene bcr
o o f d Word van hcc voordeel der Zinnen ter
waarneming van de bediening volilrekt nod
i g , dezeisniet dan mismaakt . CWyw, Lett
en de LXX, OverKohifori», äegemenemef
eeue kleine oigrooteneusy wy, eeningehogen
Netts hebende, Le Kierk venmukt aa» den
neusy de Thalmudiilen "vlak van neus , hier
van daan by de Romeinen yitn'ta cen Aap
van de Simitas , 'vlahneuzigheid. Met het
Hebrceuvvfche vvoord is vcrmaagfchapt hct
G r i e k f c h e /Irimosy Uejycbius arimos, fit he)-
hs. Welk vvoord Strahsüdd vzndeTii/ceu
in Ii et XII [. B o e k : fous fitbeykous ^baß fara
iots iunheynois arimous kaleißhai. Ovkelos
hecft Charim Kokborin der LXX. betckcnd
duydelyk een verminkc Man, kolooboomatou
rbtvos. ¿arva by de LXX oototmeytos, dat
i s , een gefueden oor hebbende. De gemene,
meteenkrornmenneus. Jonathati^ "•Jsiende'Dye
71)t hct lit IS. Le Klerk aanmerkelyk door
ecnige overtolligheid , het welk hem fchynt
geÜeid ce worden legen hct woord Cbarum^
en om dat vcrfcheiden afgeleide woorden
van het Arabifch Üerang lange zaken betekencn
, dat dieshalvcn zo die vvoord, als het
voorgaande behoord niet tot eenig byzonder
l i d , maar in het gcmeen tot de ledenvanhet
lichaam wanibltig door ovcrdadigheid of gebrek.
Van die meening is ook de beide Zurichfche
Ovcrzetting wegcns het woord Sartiang,
welke zy overzetten, 'van wandrochtige
Leeden., Leäematen die zieh nietjchikken.
Ü o k Bocbart Hieroz,. 1. Deel. II Boek, 46. kap.
alwaar hy opield de gebreeken der Schapen,
Saruang\stQT\ Beeil, wanneeruytdedeelen,
dewelke twee zyn de eene langer en meer
u y t g e r e k t is dan de andere.
vs. 19. Wor d by de buytengefloiene get
e l d , die eene bretikedes voets ^ ofeenebreuke
der band beeß. Ik zoude hier van meening
z y n , dat hier zo zeernietverlhanwordeene
cnkele Brenk, die wcl genczen is, cn door
middel van eeltzodanig beklonken, dacdaar
van het lidiaam noch ecnige wanftaltigheid
heeit,noch kracht verlieÜ; maar eene zodanige
B r e n k , dewelke met eene kneuzinggefchied
is , en ten gevolg gehad heeft mismaaktheid,
of eene fcheeve gellalte van het lid, of verk
o r t i n g , of fc'ttergooten, of verrotiing: het
is daarom , dat onze beide Overzetting dewelke
hebben eenen i^erbroken voet of band,
mynadrukkelyker fchynt, dan die van Le
Klerk , dewelke alleen heeft eenen gebroken
Voet, oigebroke Hand.
D e overige gebreken worden opgeteld vs.
10. Gibben, de I . X X . kurtos, de gemene
Lacynfche Onkelos Gibin, de Samaritaneu
Gtbi. De Uytlegging van zommige
Kaldeeuwen is dnyÜer, wiens oogeleden de
oogen bedekken. Wy ilaan voor de Bvltach.
tigheid, een g e b r e k , het wel k in het oog loopt,
den mcnfchverachcelvktnaakt, jadengebulten
zclven ve)e van z \ne krachten berccmt,
noodwendig tot den Levitifchcn dicnß ook
dikwyls de Ademhaling bezwaarlyk maakt.
1>Qk by de LXX. efbeylos, die ej>heylidas,
vtekken heejt in het aangezicbi, de gemene
Latynfche Leep-oogig, alshadhygelezenÄ^i.
Onkelos ©£>«¿<2, de Samaritaan AWw , nantis
cen'Dtaf/-^. Zommige Kaldeeuwen: die
geen hayr bebben i*i de "jjjnbraawjjen. Doch
cigentlyk betekend Rak klein, welk woord
ook deLatynfchegcbruykt , by anderen r/i«^
en mager, zo dat daar door word vcrilaan
een Man van 7.0 g root e eene magerheid, dat
, hy daarom mismaakt is, of zwak van krachten.
Dus neemt het Le Klerk op, cn onze
Moederlandfche drukt het uyt door hct
w o o r d Rabti, tenger, Ik zoude me^r zyn
voor een dwergje, een ellemannetje , een
man van eene zeer kleine Lyfsgeilalte, de
magere inderdaad en ranke, indien zy voor
het overige vvel geileld zyn, worden onder
d e leiyke niet gerekend, en verrichten ver
gemakkelyker liunne plichtcn , dan de vette
en dikbuykige.
Volgd theballyl beeno, de LXX. 'Ptillos
tous opbtbalmous, Hieron. eene -^itte vlek op
het oog hebbende , onze Overzettingen, die
een velop zyne oogezalhebben, OnkelosChi~
Hz, andere Kaldeeuwen Chilzin, eene zinking
het oog het vertalende. Van het Kaldeeuwfch
is miiTchien het Gr iekfche ¿-¿.«/aÄtf,
cbalazion, het wel k be f c h r y f t , de
zamenrouwing van taye of witte vocht in de
'iSj^nbraauuijen ; Galenits in d e Befchryvingc»,
zekere ronde gezwelletjes in het bimienße deel
der wynbraawaien ingedrukt, de HagelgelykeU'
de. Ik zoude vermeenen, dat hier teverftaan
zy niet deze byzöndere ziekte cbalaza genaamt,
dewelke niet vait op de O o g e n , ten
zy de wynbraauwen verkeerd zynde , maar
veel de PFitheid zelve, of krißallvie
Vocht der oogen, het welk zo zeer niet beledigd
het gezicht van den aankyker, dan
het verhinderd om de werkingen tedoen,ja
zelf het oog blind maakt.
Garabh, by Pßoraagria, degemeene,
hebbende eene gedurige fchurft: Onkelos
heeft Garbon: de woor<klyke verklaring
van "Jonathan, die uol drooge fiburjt is: by
o n s , die een etter acht ige ßhurft heejt, Voor
z o veel het fchynt . word 'crverftaan, eene
Vocbte Scburjt, tot puyllen vol vochte etcer
opgeheven , eene dragende Schürft, welke
Z i e k t e noodwendi g van dienalderzuyverilen
dienft uyt i loot die daar mede behebt waren:
gelyk ook naverwand mQtiezQjallepbet,hY
d e LXX. Leicheyn , de gemene Latynfche
Impetigo , namentlyk die Egyptißhe , van
d e
T A B . CCLXXXN.
L E V I T I C I Cap XXU
S a c r i l i c i a rejiniU
i l i :
Ifst.
i 'i-' I
i n ' '
k ü ; ;