g e e s t e l y k e
408
dige Gefchiedenis v;
di\nige uyt de gehelí
kamers van Kiiropa
xeer nette befchryvi
derv.clvef in de 7.00
van de Atrikanen worden gegeti
lie namen by verfcheidene Volk«
de bprinkhanen, ho(
Wercld in de Studee
,'orden ingebrachl, de
; van clk in'tbyzonder,
dewelke hedendaags
eindeiyk
•en gebruykeiyk,
of miíTchien cenige met de onze mog
icn overeenkomltigiyn. íetsheeftdurvenondernemen
de zeer naarilige byeen verzamelaai
der Natuurelyke zaken uyt degehele Weercld
Joan. Henrik L'tncke van Leipzig., een Vrlend
onder de alderbeñeninde Breflatiwfche Sam
lung XVI- Vcrfuch. bl. ^43. alwaar hy Ileu
nende op de befchryving der Thalmudilter
oiiK de atbecldzels geeft van zeerveleSprinkhanen
, en onder deze van de reine hier on
der te verklären.
Namenllyk deze heilige Sprinkhaan-be
fohryving zoude gcbrekkelyk zyn by aldien
vvy, ais de Lezer zal verwachten , niet eene
vveinig breedere en byzonderdere kennisvan
de Sprinkhnnen uyt de liedendaagfche ge
fchiedenis dér Nataure opgaven ; al te lang
zoude die zyn, by aldien de gelieleverhaling
van die Diertjes, raaar ook zoudedeverh;
deling al te mager zyn i by aldien ik naliec
die zaken, dewelke nodig zyn oni geweten
te worden. Het is bekend , dat de Sprink
hanen onderfcheiden worden in uytlandfche ,
door^ansfraaijerengrooter. endeEuropeefche
in gevleugelde en ongevleugelde .• mee
enzonderIlaarten: ílommeenzingende: ten
áan/.ien van de kunne in mannetjes eninwyfjesr
de hoofden van de meeflen zyn die der
paarden byna gelyk, van achteren vercierd
met eéne munnikskap , en dezelve dan eens
giät, dantt)uw, effenofhol, maar ook met
fwee fprieten, verfcheiden, van lengte en
kracht. M°t de twee tanden knagen zy het
voetze!, eti veroorzaken te gelyk het geknars.
De rüg is dan glat, dan bultachtigj debuyk
verfcheiden. Van de pooten xyv\ deachterlle
langer altyd als de kortrte. Om voortte telen
zit het mannetje op den mg van het vvyf je, of
ßeekt twee angels uyt het achterile van den
rUg uytftekcnde in den buyk van het wj ' f je,
en bevrucht dezelve. De vermenging gefchied
zynde legd deze de eyercjes in eene mulle ,
zandige, door reeten vaneen gapendeaarde,
en hoopt daar op dooreenedikke reeks. AI
hier leggen deze den winter over , doch in
den Lentetyd veranderen zy in wormen in
een vHes befloten, tot datzy totSprinkhanen
worden uytgebroeid.
!k neéme dan uyt de Natuurkundig-geneeskuhdige
zamenvermengingen van den zeer
befoeinden Kanoläns van Bref lauw boven aangfehaald
, ja ook uyt de rykelyk voorziene
mviteitkamer van Linkius te leen , en ílelie
by aftekehingvoor eenige Sprinkhanen, reine
of onreiire.
Figuur I, b'ene bprinkhaan van de Kaap
van eene donker bruyne verwe , inet angels
in de kap, op den rüg, en pooten gewapend,
op den rüg als op den buyk van eene hoger
verwe. Deze word voor de Chargolgcv\Qvntzi.
Figuur 2. tene Sprinkhaan van de Kaap
voor de Solan gehouden , met een getande
kap, een dik lichaam, geel, van eene bleker
verwe op het hoofd, van de alderbleekile op de
vieugeîsen bovenlìekap, de achterñe pooten
voor de helfte geel uyt den rooden, en met
angels.
Figuur 3- Eene kleindergeelachtige Sprinkhaan.
inge-
(•.¿«^.«¿goetomteeeten.
Figuur 4. Kenedonker-gryzevandeKaap,
welker achterfle pooten hier en daar met an»
gels gewapend worden, dogh de kapinrim.
pelsgetrokken.
Figuur f. FeneKaapfcheSprinkhaan, vercierd
met eenen dubbelden kam,van verwe wit
uyt den geelen, riiet groene vleugels ,
drongener van lichaam.
Kiguur 6. Fene Sprinkhaan uyt het Ooft.^
Indifchc Batavia, alwaar die bekendisondei
den naam van het Groeae Taard, met een
hoofd niet ongelyk de Paarlen , de bovenfte
vleugels groen, de onderlte van den buytenkant
groen, vandenbinnekantpurperverwig»
met bleeker vlekken getekeiid , het overige
lichaam purperverwig.
Figuur 7. EenegroeneSprinkhaanvan7a«/j
en Tripoli, het hoofd gefchilderd met purperachtige
ftreepen, hyDn gelykcnde naar het
hoofddekzel der Janitzaren, beursjes aan de
voornebben, de mond aan de voorfte pooten
geplaatft, aan den hals met eenen ¡VIunnikskap
bedekt.
Figuur 8. De fraaiile van alle, de Sprinkhaan
van ¿"«nw^we, met een vermiljoen rood
hoofd, zw^rte oogen , het lichaam met ringen
uyt den violctverwe, geel en rood omgord,
de twee voorlte vleugels groen , met
kleine geele vlekken gefchilderd, deachterrte
in den beginne groen , daarna violetverwig,
in vermiljoen verwe uytlopende , ook
met geele en violet verwengevlakt, depooten
van cene bleeke roodheid met vermilioeo
roodeilreepen.
Fjguur 9. De Sprinkhaan /Irhe van Jww«-
tra, byna de voorgaande gelykende , maar
klemder, met een geel hoofd , de voorile
vleugels bruyn , donkerder gevlckt, roode
pooten.
Figuur ro. Fen Sprinkhaan onderdeEaropeefche
uyt Saxen , het lichaam , hoofd en
pootenzwart geel, gevlekt: met een kleindcr
hoofd, dan in de voorgaande , met heldere
zwarte oogen, de voorile vleugels geelverwig
gevlekt, de achterile vermiljoen roofl ,
metzwarte punten.
Figuur i l . Een Sprinkhaan van de grootfle
in China en 7ariarye voortkomende , geJet-
4 0 ^
N A T U Ü R K t J N D r
Figuur 17. Ecne klcinder groene Sprinkhaan.
Sloàne op de aangehaaUeplaats bl.261.
T a b 2 3 6 . f i g . 4 -
Figuur 18. Teh dienfte van de rcdcnering
boven over de achterlle dyen gegeven llelle
ik voor uyt de Aloiide en Écdendaagjchè
Scheepsbotm van Ntkolaas IVitzm , b'I. 16.
cene getoorende Galey met drie roeibanken >,
hoedanige de Ouden hcbben gebruykt, met
iweeRoersverzien.
Figuùr 19. Vei'toondeeneGedenkpcntling
geflagen van Àntiocbvs Epçhanes, Koningv.\rt
SyriCj in het i47.jaarvande Sekv.ciden^soQx
de KriÛelyke tydrekening 166 jaren . uyt
welke blykt, datdeTimmeringderTyrifchô
Scheepen dezelve is geweelt. Koris Epoçb.
Syro Ma£ed. Difll.p. 74.
Figuur 20. Hec zelfdcleeraardceneahderô
Gedenkpenning der Tyrii^rs geflagen in het
jaarvandenTyrifchcn rydwortel 237. 7raja-
rert, byna geheel geel, met eengekamdekap,
op de vlekken dervleugcLvertonende Ärabifcheof
HebreeuwfcheLeccers.
Figuur Ji. Een Braziliaanfche Sprinkhaan
Caayara Aloufeto p. ii8. Mantis genaamt ,
by de Nederlandcrs het IVándelende Blad., uyt
een Dier in eene Plante wordende , zo men
geloofd, hervormd , omringd met een halsband,
debovenllevleugclsgrasgroen, de 011-
derlle uyt den geelen, hetlichaamendevoeten
groen. DQ Kleindergroene Mautis. Sloane
Nat. Hiß. of Jamaica II. Deel bl. 20». Tab.
. j ó . f i g
Figuur (3. Een Sprinkhaan, welker hoofd,
Dyen en Buyk als met bladen bedekt zyn, ook
met bladen de vleugels, vezelachtig, alleenlyk
drie vierde deelen van hei achterile lichaam
bedekkende , het overige lichaam met vercieringen
als uytrtaande bladeren ruw zynde.
Figuur 14. De aldergrootile Sprinlihaan,
afchverwig-purperachtig met bruyne vlekken.
Sloane Nat. Hill, of Jamaica I. Deel bl., 29.
Tab. 1. fig. 5. II. Deel bl. xo.A&roffa Egialla
Sprinkhaan. Cadamoflo bl. 17. 109. Degrootfte
Spaanfche Sprinkhaan afchverwig uyt den
bruynen , de vleugels met gepiekte zvvarte
flippen. Raji Htß. ln[e£i. bl. 62. en die van
het zelve geflacht is de Afrikaanfche met ftreepen
op de fchouderbladen. Deze is eetbaar by
de Ethiopiers , en is deze dezelve , welke
Ludolf vooT de Sprinkhaan Selan erkend heeft.
Figuur 15. DealdergrootflegroeneSprinkhaan,
met zeer breede vieugeß Sioane Nat.
Biß- oj Jamaica II. Deel bl. 201. Tab. 236,
fig. i.z.Tftcarróibydie van Braßl Marckgra-
Tfbl.240.
Figuur. 16. Eene groene middelzoortige
SpriiSihaan. Sloane op de aaugehaalde pkat.
R 1 0 2 . Tab. 136. fig. 3.
Auguftus de VI. en Titus Sa
nus Burgermeelleren zynde. Dezi
Figuur 21. Gedenkpenning v
Dmetrius namentlyk den J. Sol
jaar der Tyrifche Tydrekening 1
geboortevanKRISTUS 155.
Wat ZEKASTELEN zse ik hie.
Zo pragtig naar de wys der oudt
Verßerd met Torens, en met trotjje praalßeraden?
'tNieuwsgierig 00g kan zig onmoog'lyk niet verzc.'
In al den toeßel van het pragtig Tavilpen;
J)e riemen flam door *t nat., dat 't -water bvniß
'De vlotte kiel dus door de onßmrne golven fpoeij,
V Zy voor-of tegenwindi zo lang de roeijers roeijen.
F E N I C I E uwe prägt en oude heerHykheid
Herleefd das op een nieit<v, wyl zy den gians verfpreid^
Van uw voorgaanden roem, hoe iaag gy zyt ver^valien,
*Dat enk'hk puin en ßof is ovrig van uw -waUen.
De aloude PENNINGEN vertonen het ßeraad
Van uwe SCHEPEN, i"« fchoon dat het al vergaat
Door 'f -woede van den tyd, uw lof ts in het leven
Voor de eile wmtkunß zelfs tot d-ezen dag gebléven:
Wy zien de fchaduiv nog van uw ver leren glans:
Vw naam uoel eér gevoerd tot aan den ßerrentrans
Zal deez' geßage munt tot V eind' des tyds bewaren.
Vaar wel FENICIES SCHIP! ik moet u Idten vc
Hoe ßrak gy myn gezigt aan uwe Jchoonhetd btnd.
'kGa eiders daar ik weér een ander voorwerp ytna
Het geen myne aandagt en min zinnen kan behagen,
Om aan 't gewyde Woord m)n zangltiß op te drageH.
s Afrikas
.elve bl. 394.
Koning
, op het
i j 8 . voor de
Men leze, het wellc ik tot lìoch toe hiec
hebbe gezien Olai liiidbekii 'Phtlologema Etymohgicum
Biblici Nomìnis 'DEI, Schaddai >
»ce non Talmudici Nomìnis Mejfia, Metairon,
una cim vindiciis Avinm Arbeh, Sdam, Char •
gol é- Oìagab Lev. XI. qua, fuppreffo véri
Atithoris nomine Scediajmat.e quodam prodierimt
per And. NorreUumSuec.uiiQ. AmXlelod.
ap. Sam. Schoonewald 1750. 8. Adjfi£ìa buie
Scediafmati Oratione de iisdem Avibus , Vpfali£
prò deponendo Ke^orata Audcmco habii.
ta
• in V zwaìpend zoati
, e.n dc^en
P R Ì N t ^
k L '
fh r
t
4.
r
m
MI';, V"