R
;, • 1
I ' . f '
I , '
;: 1
: i':i;,'
.RIPI
' lili I
; l'i-
G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D CCXVILA. CCXVIIL CCXIX,
Endehnamfeuitharehanclt, endehjhemerphet meteengriffe, ende hj maaite een
• ^eid€nK.ydit^ynmsGodenJfraü,dieuMtEgt2t€nlan(lt
o^gevoert hebhen. Exod. XXXI I . vs. 4.
floe! Ifrahten dürft gy uwen GOD mißrouwen,
'Die u zo wonderbnar be'duaard heeft en behouwent
Bji nie de ßaveniy van Tharao gevoerd?
Pl^at heilldze afgodsäienß heeft uw gemoed ontroerd?
'Dat gy tot AAKON zegt: g^ moet ons Coden mdken!
Want Mo/es , die ons uit hgype vrf deed räken ,
Bl^ft , 'jaat we'ten wy 'wat aan hem ii gefehlet,
tiardnekkig volk! betrouwd gy GODS belofte niet,
'Die n Judea tot im woonplaats heeft befchören^
En gy, i AARON! moeß gy naar bet roefen hören
Van die onzinnigen^ en eiß gy Z.elf het goud?
Ja. maakt en vormd het volk als bei Uighouwd,
hn aanbid als een Cod? waar is nw moed gebleven?
Dorf} gy dien dwdzen hoop zyn eis niet tegenfir^ven,
hn ryWen voor GODS eer? denk -welk een ongeval
'Dat 1fr ael eer lang hier over treffen zal^
IVant GOD laat nooit zyne eer aan vreemäe grmwelgoden
7oe eigenen ^ 't geen h^ heeft <?/ 'z alderhoogß' verboden,
Of wreekt zig van den hoon zyne Almagt aangedaan.
6 Jacobs nageflagt! wat dolheid gaat u aan
*Dat gy zegt, dezen zyn V die onze fmaat verzagten»
Vit zyn de Coden die ons uit Egypte, bragten,
En wyß op V GLLDE KALF/ ä boze onzinnigheid!
Heeft 11, 't geen AARON vormde, uit Gozen iiitgeleid?
Heeft het n door de Ze geleia met dröge voeten?
'Deed 't 11 de zegen op d'Amalekiet ontmoeten?
Neen Trouwelozenneen^ afvallers van uw GOD,
/i« fchenders van zyne eer; betragt gy zo gebod^
Het geen u uit zyn mond door Mofes is geg^ven.
Ik zie die GODS-heraut reeds ßdderen en b^vett»
'Daar fry de Tafelen der l¥et in ßukken ßaat,
En blaakt van ed'len toorn om uw bedr^ve kwaad.
Op ifraliten! bid GODS gramfchap om genade!
Zm vaderhke gnnfl kwam u zo vaak te ßade,
IVyl zyn barmbaitigheid bet kzvaaddoen ¿igt vergeeft.
Ah 't hart een regt beroaw van zyne boosheid heeft.
DUs Word G O D S volk, dat zyn erfdeel,
door een aldcrvuylil misbruyk der bchepï
c i c n , Afgodcndienilbaar. Zy ver arideren bare
en e in de ^edtiaiue i'cu mtn oßey die gras eet.
l'f. CVI 20. 'Icyn doxa» tuu Theou apbihartou
en homommati ukonos —îeirapodos Horn. I. 23.
Hetaldervolmaakltc der Metalen word veranderd
in baai, ja in Nejeih fchaarnie, fcbaam-
7ooelhc:ä, in welkenbynaamde Afgodcnvoorkomcn
Jerm. III. 24. De Ifracliten trekkcn
niet allcen hunncn Godsdienlt uyt , maar alle
Redelykheid, doordien zyvooreenen GOD
hoiiden, het welk zy v.elve met banden vormen.
fc'.n zie daar, GODS opperpriefter zelf
/Jaron geefc raad totdealderfchandelyklle Afgüdery:
Kiiki af, zegt hy vers 1. de
oorcierzden, die in de ooren wwer iDfVèfi, uwtr
zoomn^ ende uwer dochteren zyn; endebrengtze
tot my: namentlyk, op dat ik daar van eenen
Afgod giere. Hy leend zyne ooren, het zy
uyt vreeze, of door cene ander e hertllocht gedreeven
, aan het onzinnig Volk, tegen de
uytgedrukte woorden van de \jQiEvod.XX.
G> een zult nevens my met tnaaken zihere
Coden , ende goudene Coden en zult gy u niet
maken.
De twyfielachtighcid van d e woorden77«r,en
Cberet heeft tot ecne tweevoudigeOverzetting
gclegenheid gegeven : het cerile woord betekend
binden en vormm, maken. het laatile
eene beurze, en eene grtffie Hierom is het,
dat anderen onien Text vertolken op deze
wyze:
TAli.CCXVi:. A
EXODI Cap XXXH- v . a-
I s r a e l i t « ' ¿I'WTIOJCÓ-O