ii
11 •
V:
. f
4 3 8 G E E S T E L Y K E
Ki» Z E V K N D A G E N , ö/j iie Trießerhmi bcßbonweH^
Niet rein isy blyft altyd de onreinheiä toegeiayd.
Ja 'jjord verde Igt, 'verivoejl, ten grond toe afgebouwen-,
S T t N E N , KALK e« S T O F word uit de fiad gebragt
O/ ecue onteine fkatSy -van ieder een verägt.
Eerfi ward het huis bezogt, door voor de onreine flcnen
¡Veir anderen in de flaats te let^gen^ of het kiuaad
Na Zeven dagen -was uit dcze flaats verdw^nen^
Maar zo 't een teken van dte vnilheid overlaat,
Het huis moet zyn verde Igt, ten grond toe afgebroken,
fVie i?/ S L A A P T (?/ D R I N K T w onrcin tot de zo»
In V gloetjend weflen is ter <rvondkim gediikcn,
En hy zyn kked'ren waß in eene 'juaterbron.
Ahnagtige Oppervorji; hoe rein zyn uwe wetten,
Die 't u ¿ehaagde aan V zaad van "Jacob voor te zelten)
DEze Text gaatgcmakkelykdcuytvoerigheid
eener Üytlepging teboven, endat
om de byzondere -¿ddzaamheid der ftoffe.
Daar ilaat eene Ziekte te befcliryven. dewclk
e noch de Menfchen aantall, noch de Beest
e n , noch de Plan t en, maar de Onbeziekle
Lichamen, Rotzen. Steenen, Muuren. GODS
voik moeil niec aüeen leven volgens de Kegels
der Eet en Drinkraaat, eeten gezonde
fpyzen, maar 00k reine Huyzenj vry van alle
befmetting bewoonen. Want tot den t'.etregel
behorcn niec alleen de Spyzen, maar 00k de
Klederen, maar 00k de Huyzen. Dezer gehele
muuren, uyt gave ileenenopgemetzelt,
lynrecht opgehaalt met een dak bedekt, dienen
niec alleen tot cieraad.entotdevailigheid van
het gcbouw, maar ook tot de gezondheid.
Een muur doorzouteenzalpeterachtigedeeltjes
uytgegc t en, daarenboven afgeknaagd door
zwavelachtige en olyachtige , of ook door
inbytende vergifiige deeltjes, is niet alleen
helfende naar de inrtorting, maar ook onge-
2ond: derwaarts vliegen heen alle onreine ^
uytwaaiTemingen, zo datde fteenen zelve als !
van 'tSpringend VyerofdeKankermeSrende '
meer worden uyrgegeten, en de fmette de
Huysradenen de'Menfchen bevlekt. T e n voorb
e e l d e z y n d e Heimelyke Gemakken, welker
wanden door het Armoniac-zout van de pis
wy veelmalen zo afgegeten zien, datdelleenen,
te vooren de alderhardile, eindelyk ter
neder valien, en met de vingers ilukken kunnen
gewreven worden. Ünze ¿•iwiwi-fteenen,
dewelke eens van zekere ziltige iloffe doorknaagd
zyn, kunnen zonder eene diepe affchrapping
niet worden verbecerd, om dat
dieziltige deeltjes byzonder door eenevochtige
luchc ontbonden terilont voortgaan door
de tuilchenruymtens der zweetgaten, en de
banden van hetzandoncbinden. De GefchiedeniiTen,
welke wy v-^n de Peil hebben, geluygen,
dat de Befmetting niet alleen aantaft
klederen, van wolle, linncn,pelteryen, maar
I ook wanden, muuren, derzclver holligheden
I en kuyltjes, en aldaar zieh ophouJ. Inhetll.
I Boek van 'Paulus IVarnefndus van de 'Baden
' der Langobarden ^ le2en wy iets, van deMelaatsheid
der HuyzenindenTextbefchrevenj
I niet ongelyk. 7en tyde van Narßs word'er
. gezegd, dat in de Trovintie voornamentlyk van
Ligiirie eene alderz-juaarße 'Peß is omßaany
en dat fchielyk verfchenen zyn eenige tekenen
aan buyzeu, deuren, vaten en klederen, devaelke
indien iemant had 'lüiUenafvagen^meer
ende meer zieh vettoonden. Deze dingen, dewelke
ik tot noch toe hebbe voorgefteld,
hebbe ik uyt den fchoot der Natuur afgeleid,
wel bewuil zynde , dat byna de Geleerdfte
Uytleggers der Schriftuur tot cen Wonderwerk
toevlucht nemen, en eene byzondere
ÜrafFe over het Volk GODS , welke d e Wetgever
zelve i'chynt te kennen te geven vs. 34.
Als ik de plage der Melaatsheid aan eenen
huyze van 't land u-jjer bczittmge zal gege'
ven hebben. Doch deze Spreekmanier is aan
de H. Schrift zeer gemeen. GOD, gene
machreloze ftoffe, gcne in de HeriTenen gefchilderde
Natuur, geeft regen, Damv, Ha.
gel. vruchtbare tyden, waarom ook niet de
iVIelaatsheid ? Ter opheldering van deze ftoffe
wegens de melaatsheid der Huyzen diend verder
hec welkdeSteenhouwersaanmerkenvan
zekere zoort i van gegravene kool, zy noemen
het Steingalle ^ als of men zeide de Gal
der Keifteenen , dat van dezclve de fteenen
gemakkelyk uytgevreten worden , wegens
Ret Vitriool Zoüt namentlyk van de Vuurfteen,_
dat doorgaans met deze MynftofFe is
vereenigd, hec welk door eene vochte Luchc
word ontbonden.
P R I N T -
L k V I T I C I Cap XV. V - i -is.
Pui-o/iho Cioiiorrini-onmi
— .. .
ii'ittuiunfi vtnn ^n^uxuxi =
I : ••'<
Iii, ! 1