;
il
N Ä T U U R K ü N D E -.
Mtoos zyn beer en meß er kentt
Ziet zig benevens hem veräoemeHi
'De ßteUe KAT volgt ook dat fpoor;
'De lifiige die in zyn ßre'kev
Een ander mens ß:ljint zonder fprikem,
Komt ook als een verfoeizel voor:
Itt V kort al V ftf äat zyne klaauweh
Niet door een kloof in t-ween deeld^
fVord als onrein ons afgeheeldy
Te meét dewyl 't niet kan herkaautaeií.
Al wie bet áóde lìghaam raakt
h onrein, tot de zonneßrdlen
In 't wefle 's avonds neàeràdlem
Als hy tveér zuiver word gentaakt ;
Maar hy die V Vé heeft weg gedrägeh
Is onrein, tot by zyn gewaad
'Ge-dsaffen heeft, en 't ligt vergaat
Cm V morgens weér in V ooft' te dagen.
Zo naauw ziet GOD de reinheid aan ;
Maar me ir de reinheid van ons léven i
Om Hem ßeeds eer en lof te géven,
Waat door het gants Heel-Al blyft fiaan.
4 1 1
HEt i6. vers zullen verklären die dingen,
devvelke wy op vers 4. hebbcn gezegd,
en hec jB. vers, welke wy gezegdhebben op
liet2+ en^s.vers: dochophetiT.versfpreekt
de Wetgevcr van de veelvoetige, welke de
Gricken Tolufchideys hebben genaamt, dewelke
gaan op de banden, otplanten gnal kapfi tot
welke behoren Hondent Leeuwen^ Kalten^
Apen: de andere uytdrukking heeft eehvoiii
AtXy^gnalarbang ^of viere, met welkefpreekwyze
overeenkomt. onze moederkndfche op
alle vier gaan. Dusdanige dode aazen mochtmen
zelfs zonder merkteken vari onreinheid
ijiet aanraken, maar wel, volgensde Thalmudirten
met een net vaogen, en voorttrekken.
P R I N T B L A D CCLX. CCLX1.
f^oorder Xí^l » dit onder het kym^ende gedier'te, dái op de aàrde kruipt, ónreifi
het IVe^lk^n, ende de Mais, ende de SchUdpadde, na harén aard. Levit. Xí . vs. ip;
fíet WEZfc-LTJE 'n^ord óok van V reine Vé rjérJIóien ^
Gelyk de vuile MOL, die fteeds doór 't aardryk wroet}
'Dat zinnebeeti des inens, die de oogen zyu geflótin
Voor 't ligt der reden ^ en fieeds dutji're werkendáetx
Is regt afjchuwelyk om ooit tot Jpys te Jlrekken,
Gelyk de vale MUIS, í« jcbddelyke RAT ,
Ook van het reine vé door GODS bsvel vertrekken, .
Op dat de Jood zig nóoit met zulk een fpys beklad^
En niet dan '/ reine Vé tot onderhoimd van 't léven
Üebruikt, gelyk bem word door voor gefchréveú.
\ yfFn moet alhier voor alle dingen aanmer-
J V i ken, dat Scherezy al wat kruy^t, in de
Schriften van Mozes eene ruymer betekenis
heeft, d.in hct kruypendevan de Latynen,ot
het van de Griekcn, namenclyk dat
niet alleenlyk bevat worden die bloedeloze
Diercjes, hetzy gevleugeldc, of vliegende,
of zonder pooten op dehbuykvoortkrüypende,
maar ook onder de Viervoetlgediegene,
welker fchenk'.isköre zyn, dewelkefchynen
eerdertekruypen, dantegaan; zo dat het
kruyperiä. gedierte van Mozes gevoeglyk kan
onderfcheiden worden iu zodanige die Bloed
hebben, als de Slangèri, U'ezels, Muyzeri,eH
die gec7i Bloed hebben, als de gekorvene Diertjes,
by Uytnemendheid kruypende genaamr.
Het eerlle der Gekörvene Dieren, dewèlke
in den Text vooi-komen, is Choled; by de
Gtiekeh Gij/ey, Hieronymus, Mußeia, zö'ook
orize beide Overzertirig Mußeh, dat fVeZelken:
het zelfde wil Carcußha vm Jonathan, van de
Syriers Cacaußho: En gy zult/^TeW lezeh, eeri
woord aan het Hebreeuwfch vermaagfchajJt,'
in het Arabifch iri het Lex. van Menmzk, bl.
3997. Dil gevoelen onderrekeneii alle de
Hcbreeuwen j Baal Antch i Rabbi Selomo, Km-
M m m m ihiusj
•TV
i r j t l r
; siinw»-";'
]
mm IsrlJill;. .f¡
II'
»»fi' "
..i'Ltiiii Ä!