N A T U U R K U N D E.
kunrten worden gehouden. Onkelos vertolkt
oiTala^ phala, welk woordbyde
Arabieren eene Sfm-muys beteksnd. Twee
zeer verfcheidene Beerten komen van deze
nàam ^alah voorby deTalmudi i len, genaamt
tangvifugi, een Egei, en Hertcius. een Bloedzuygei,
van dewclke gene Van beiden alliier
plaats heefc. als die mct andere bekender namen
worden betekcnd , en orider de kruypende
dieren, van welke alhierwordgefprok
c n , niet kunnen worden gerekend. Ik zie
echter, dal àtZurigerf liier van daan den Igel,
den Egel , oncleend hebben.
Anakah is veel eér eene zoort van eene Hagedis.
Het welk blykt uyt het volgende. De
Syrier heeft /Imnktha, ofamkaiba, hy Gabriel
Sion'ita cen Hagedis. De Arabifche Vertaling
Ii
van Erfenius heefi alvaarlo, en de Arabifche
te Tar'is gedrukt alwarco, eenezoortvan een
Hagedis/^HÄH/genaamt. De Lylle vorderd
de Eegdi l le, o f Hagedis. Tfabis voorafgegaan,
de Land-Krokodil i ende het naaile volgen
vier anderezoortenvanHagedilTen. Byaldien
men de Woordoorfpronkelykheid van het
Hebreeuwfche woord in aanmerking neemd,
zal men wederom zien dar het is eene zoort
van Anakahi Hagedis, van een fcherp gekrafch.
Plinius gi.-eft daar omtrent licht in XN^IX.
Boek het 4. kap. alwaar hy van de Hagedis
uyt Griekenland. 'Deze noemen äs Grieken
tobten, en a/calaboten, en galcoten. Hyjoord
in Itnlie -niet geboren. Deze tiu is vol rojfe
flckkeny vaneen/cherpgekraßh, Derwaar t s
ftrekt 2ich ook heen d^e woordafleiding van
den Arabifchen naara alwarlo.
Met ftilzwygen zyn alhier nlec voorby te
gaan andere uycleggingen , alhoewel al met
den eerften opllag tc verwerpen. De 1. is van
de Arabifche Uytbreiders, by dewelke
kah\% ancabuths, dat is, eene Spinnekop., dewelke
anders van de Jooden genaamt word
Accabifcb. De II. van R^Mardocbai in de Hebreeuwfche
Woordenboeken, die dit kruypend
vliegend befchryft, gelyk andere Talmudifche
Leeraarseen Sprinkhan. De III. van
V^. Selomo, dewelke een Bever^ een dier dat
o p het land en in hetwaterleeft, wil hebben.
I V . Van 7a«/f fJenß«.*ri"/aan welken yittalus,
een zoort van Sprinkhaan, behaagd.
V . Van /Irias, dewelke een Fret verkieft.
V o l g d Coach. Dit Beeft zetten deGrieken
en Hieronymus over een Kameleon: zo hebben
het de twee Arabieren en Rabbi ^onas
tn David. Chardatin ^ d a t i s , een Landkrokodil.
R . Salomo, Arias en Junius^tn Echdife,
de Syrier ChulJa , de Arabifche Handfchriften
Akhuld, dat is, een Mol De Grieken
volgen uyt de latere SchryversPö^«/««^, Mun-
Jlerus» Caßalto, de Eiigelfchen^ átltalianen.
Eene Schildpadhá\^2.%á nm-PetrusKohertus,
en aan de Zungen in het Latyn eene Slckke,
indeLandtaali/fr^Afö/iTÄ, datis, á^Salamait-
4 ' i
der. Zommige Joden by Geßierui hebben
Sciurus, die van Qeneve een Krokodil. Derhalven
by de meeile en defiigrte Uytieggers
eene Hagedis-. zo gy de zoort begeerd. zal
Bochart in het IV. ß o e k hec 3 .kap. die aantonen,
dat der Arabieren^«^ri/j in fterktehetwelk
het Arabifch en HebreeuwfchCo^èwil, uytmunt,
enmenzegt, ¿-¡làQguarii, oialwarló
vermaard is in het vechten tegen de Slang, en
de Landkrokodil. GetuygeniÌTen geven daar
van Mkazuin., Algiahid, -Bamir., Arabifche
Schryvers , doch dewelke omtrent de befchryving
verfchillen. Abdollatif maakt hec
dezelvemet Chardaun; AIgiahidverkheideiit
door vele verwen onderfcheiden, hebbende
banden, als die van een menfch, en vingers
in leeden verdeelt. Voornaraentlyk behoord
tot detegenwoordigezaak, hetwe]k AlcamuS
heeft en Jlkazuyn, dat deilelfs vieefch zeef
heet is, enophetkragtigftevetmaakt, voor«
namentlyk de Vrouwen: opdatikzwyge,dat
zelfshet vieefch, het hair, den afgang, het
bloed, [ot Geneeskundige gebruyken word
genomen. Bochart zelf wil, dat de Groené
ifaliaanfihe Hagedis gclyk is met de guarii^
als welke groot genoeg is, en de Slangen bev
e c h t , ja ook overwind, welke naamhem de
TandeSiarius geeft. T e n getuygen hebben w y
Erasmus vi zyne Zamenjfraak over de Vriendfchap.
(Jp zekeren dag bebbe ik gezien eeni
zeer groot, en iz'onderlykgroen, in de deur van
den kelder vechtende met een Slang. In het
eerß veriuonderden •jsyons, wat dit zynzoudei
want -wy zagen de Slang niet. De Italiaangaf
te kennen t dat de vyand in het hol was. Een
weinig daariia k-Ji'am de Hagedis mar ons toe,
als tonende bare wanden t en geneesmiddelvor-^
dereude. — De lang had byna de eene zydé
geheel afgeknaagt, en van groen roodgemaakt,
Deze groene Hagedis pryzen tP//«/«/ en Mar^
cellus den Teringzuchtigen zeer aan. Ludolf'
in zyne Ethiopißhe Bejchryving het I, Boek
het II. kap. en Comm. bì. i6o. Coab oiWaril
is eene Hagedis genaamt Candiverbera ofCördylus,
by de Gr ieken , by de Ethio-'
piers Angneg, welke grooter is als cena
groene Hagedis, met eenen rondcn ilaart,
in eenige ringen fchubswyze verdeeld , mec
zeer harde fchubben, devvelke dezelve even
als de Pannen de kappen der huyzen bedekken.
Raji Syn. §^iadr. 263. In de Weilerfche
Indien is bekend de Hagedis Iguanat
Iguana genaamt, deIndiaanfcheHagedisÌinembi
en Iguana genaamt by Rajus. Grand
Lezarty du Terrre , bl, 30S. Gros Lezart
genaamt iguane, de Rochefort Jßes AntilL
bl. 14.4.. Gyouanva^ a Snake fevenfoot long*
Col. Van welke Hagedis dit ftaat te vermelden
j dat dezclve vet is> enonderdelekkernyen
gerekend word van fmaakgelykmei
de Zeekrabbe. Eene andere eetbare zoort
zullen wy hier onder in de AfbeeldingenVii-^
N n n n
i " -
i i t ;
f i r n
i l i j
m :
Ii: