- ' I
.¡I •'Ni
l'fT
•'l!Uim'':t l!
'.i;
-Ivíliu!::::^'
G E E S T E L Y K E
P R I N T B L A D GCLIVllet
HAZELHOEN betreed nu het natuur-ttfn^elf
T)0g 't íot valt bem ten deel^
'íGeen nevens hem äe HOPPE is als onrein befchoisn.
'De VLKERMUIS, die onze ooren
Vaak met zya »aar gekras by donk'rsn nagt genaakt,
f-Vord ook door G O D gewraah.
Zo volgt dit drietal weér de onreinen^ die "voorhéneit
Voor ons geztgt vetfchenen.
'Dus ziet men zonuekiaar wat rein of onrein is
Voor 't Alt aar, of den Tiis.
Q. Een Hazelhoen.
R. Eene Hoppe.
S. Een Vleermuis.
T. DciíelisGeraarntá.
P R I N T B L A D CCLV. CCLVI. CCLVII.
Alie krni^eijde gevúgelte, dat o¡> 'vier ( njoeten) gaat, u een 'verfoe_y^e¿ ^yn.
Dit nochtans ^It gy eeten van al het kruipende gevogeltey dat op 'vier [uoeten)
gaat, 't mlk^ boven am "K^ne 'voeten fchetikelen heeft, om äaar mede op äe A Ar de
te fpringen.
l^an die ^ftlt gy de^ß eeten y den Sprinl^haan na ^yien aard y ende den Solham nu
z^ynen aard, ende den Hargol m ^ynen aard, ende den Hagab na z:^nen aard»
Levit. XI. veis 20, zi, ai.
'De SPRINKHAAN -word door GOD ten délen ook vei
Ten délen toegeßaan, als de AR.BE naar zyn aard,
Ais ook den SOLH\M en den HARGOL 'word de Jódsn,
Gehk den HAGAB, by het reine vé verklaardy
Om hen tot voedzel en tot onderhowwd te firekken\
Maar wie zal nu die vier uit *l groot getal oHtdekke»^
De rv^sheid ßaat hi^'r pal y myn O'^tdeel isord beßaald,
Een heir Sprinkhdnen komt nie aan allen knni ie vdren,
Dit ooflt wefi, znid, en noorá hier by elkadr gehaald,
Maar niemant kan aan my de ivaarheid regt doen hören %
iVelke ait dat groot geial den Jbod zyn foegeßdan:
'De gryze tyd heejt 't merk der "-jjaarheid doen r
yt dan in dies' zank vcrnoegen^
Zyn yver heeft geda.'^.K al 't geen dat dOcH'lyk ti,
V Js beter aan een z.tak geen oordeel tot te voegPH,
Als dat men blindelings taß in den donker mis.
'k Zal dan 't geviengeld heir mg rein nog onfein noemen,
d' Een niet verhefen, nog den änderen verdoefnen.
De Wetgever gaat voort, ende wy', onder
in de Olifantvn, Kamelen, Taarden, Ofen,
'Tantcfs, Beeren y Leeuwen, maar ook in kleine
het geleide van Mozes, tot dé Dieren
van de kleinlle zoort, of Bcesjes, hloedelozeDiertjes,
enromagQnítiVfíí, welkernafpeuring
niet 20, ais voortyds, voór hetgé'-
l)ruyk der vcrgrootglazen, gelóofd wicrd ,
is te verwerpen , maar voor de Natuurlyke
Godgeleerdheid van licc aldergrootlle nut.
Dit hecft Hteronymns erkend indensi. Brief
van hci II. Boek: is;yve'rwonderen ons^ zegc
hy, over den ichepper jsiet alleen inden Hemel,
ende op de Aarde, in de Zon'ne en den Oceaan¡
Dier?n, iil ee'ne Miere., eene Mugge^VliC'
gen, IVormtjes, en diergelyken, van de welke
wy de Itcbamen betet kennen, dan de namen ,
eit eindehk eiYbtPden wy in alle de bebendig'
heid. Hier t'CY piaatze verdienen ter befchaming
van zeer vele Krillcnen, enbokvandie
onder deGeleerden, dewelkedeNatuurkundige
Godgelecrdhcid weinig achten , bygevoegd
te worden die dingen , dewelke fliniiis
heeft gefchreeven in hcc XI. Boek, het 1.
Kap.
TAB. CCilV
LXVITICI Cap-xi-v.iy,
Altayci., Upupa, Velpmilio,
J
"•fl: