39°
r.
G E E S T
, van Chataph roven. De L X X . Grieken
fcheppen beliagen in Glaux, een Nacht-
«_>'/ by Hieronymus. Welke vertaling Füller
byzonderlyk voorlkat Miß.Vl. Boek, 9-kap.
M i i l c h i e n is ook by Onkelos Jßt ß een Uyl,
als in het Grieks Tutoo. Hcfichius. tutoò bey
glaux. ^'^olgens Bochart Hieroz. 1[. De e l , II.
B o e k , if. kap. zoo ichuyld herproolon ffétidos.,
in het vvoord Chamas., iiecwclk nletbetekend
roove/j, maar onrcchtmatig bandelen,
derhalven zoekt hy een Vogel niet zo zeer
d i e roofzuchtig is, dan vvel ondcugend, onb
i l l y k , enhyvinddeni'/r»>'j--f&f<?/, dewelke
cp de Aar de zwe <ijcren ver laut, gewoon is
in het ßof die aarm te makeu ; en dezelve
vergeet , luanneer h den voet vooTtzety z,o
dat hy die wreed vcrtrapt : en zyneJongen
ßrengelyk bandeldy ah ofdie de zyneniet izaren.
Job. JiXXJX. 17. 18. 19. Dat zy bare
eyeren in de aaràe laat, ende in het ßof die
'verwarmt. vs. 18. Ende vergeet ^ dat de voel
aie drukken kan^ ende de dieren des velfs die
vertrappen können Ì Zy verbardet zieh tegen
bare jongen, als ojze bare niet en 'Jijaren.
Waariyk ten dezen opzichte word de
Struys-vogel van de Arabiers genaamtDf<?Äw,
Za Im Meuinzk. Lía:. ? 175, goddekos, onrechtvaardig.
Zo is dan Ibacbmas, den Struysv
o g e l , cn weihet enme t d e n n a a m
kernt over een hot / f '^wf f , tïrAtnet, tïmet
der liedendaagfche Arabieren, welk woord
een Nyogel Siruys Ey betekend by den aangehaalden
Meninzk. bl. 1480. \Vy Zurigers
verfchillen van ons zelven ; in de Latynfche
V e r t a l i u g behaagt het Wo o r d Nacbt'Uyl met
Bteronymusy in de moedertaal Struthio, de
man, der Strauß, de Struys-vogel. Doch dat
hec niemant vreemd dunke, by aldien hy in
het zelve vers den man vind met het wyfje.
Cen XXXIJ. t4. kernen mede voor Geyten
tXiBokken^ Oyen ÇVÎ Rammen. Qen.XLV.n.
Ezels en Ezelinnen. Boven waren genoegzaam
Neßher en Gnoreb, om datonder dcze woorden
het ganfche geflacht der Arenden ende
der Ravens word begreepen. Maar een geilachtnaam
voor den Struys-vogel hebben de
Hebreeuwen niet ; ook heefi by de hedendaagfche
Vogelbefchryvers de Struys-vogel
geen ander onderfcheidend merkteeken,dan
dût hy is den grootiten Aard-Vogel , byzond
c r , ciT van zyn zoort, wegens de zwaarte
van het lichaam, en de kleinheid der vleugelen
tencenemaaltotvliegenonbekwaam. t^illougby
Ornithol. 104..
V o l g d op de lyüle der onreine Vogelen
Scbachafib., by àç^ùàt tû^tnSchacbpha, by
d e Arabiers Saph^äenZamaritaanSopha. De z e
w o r d van verfcheidene verfcheidentlyk uytgelegd.
DenGrieken, Hieronymus., Muuße-
Tus, Caßalio behaagd eene Meeuwe, aan 7«-
n'ius cene Meer/e, ânn'Deodafus ccn PFatervogeli
FoUca in de Italiaanfche, maar Mo-
E L Y K E
nette eene Meeuwe, in de Franfche Overz
e t t i n g : by die van Geneve, de Engeifchen,
en ons Zurigers Cticulus, de Koekoek, dew
e l k e Olaus Rudbeek ook aanneemdin Nora
Samolad, of het verklaarde Lapland, onder
anderen dit aanmerkende, dat dez e Vogel op
den Herffl de vederen verändert, en dan de
Sperwer gelyk word, by Arias de Thitica
Avis, den l^e r ing acht igen Vogel, zinfpelende
op ¿eXickteSchacbepbetb Le v . X X V f .
lö. Deut. XXVIK. 22. welke Thtißs, Teer
i n g , is. Hierora fchynt het BochardHieroz.
II. Deel , II. B o e k . iK.kap. Waarfchynelyk,
dac de Vogel Schachapb dus genaamt is gewurden
van de Teering, en dat de Meeuwe
eene Vogel is alle andere Vogels ten aanzien
van gcwichtte boven gaande, byzonder de
Ceppbusj dewelke zeer veele vederen, maar
het minüe vlcefch heeft. Inderdaad Ke^phos
komt ook met zyn naam naby aan Schacbaph,
ende aan Keppbonßbai. Sprcnk. ^11. 2 T . bebetekend
hec nietalleen, opgebeurä worden y
maar ook, lichtelyk te worden rondom gei
l i n g e r d , ceppbi inßar^ gelyk als een Ce^pbns,
by alle PFiiid, ook lichtelyk budrogen te worden,
en -verlokt. De Cepphusuny over welke
d e Üytleggers z o zeer niet overeenllemmen,
als alle Me euwe n , onder den Tytel van Fo'
gelen met platte voeten van vier klaauwen^
de btiytenfie klaauw niet vaß aan de andere,
en hebben een engen bek op het einde niet krom
gebogen y ende vliegende en verfchillen z o in
den Itaart die gelyk is, of gevorkt , als in de
v e r w e n , gelyk te zien in IVillougby Vogelbefdoryving
bl. 261.
D e laacile der Vogelen van onzen T e x t is
Nets, de Sper-isjsr volgens het cenparig gevoelen
van alle de üyt leggers, by de Syriers
Nat fa y Nitfa, by de Kaldeeuwen Netfatja»
zo ook by de Zamaritanen. De naam komt
van ù^atfab, vliegen. \V ant dez e Vogel overtreft
ten hoogilen door de vlucht. lìytìomer/
is word hy genaamt lliado'. versi?7.ööii://-
tospeteinoon, de alderfnelile der Voogelen,
in de Apalogus Uejiodus ookupeteysy gezwind.
Nauwelyks zoud gy geloven in hoe weinig tyds
by wydeßreeken van pUaizen al vliegende
te boven komt, hoe vele zeen hy doorwan-
Dus fpreekt Ibuanus in het gemeen van de
Vlucht der Sperwers in zyn Ii. \ioQVideRe
Accipitraria. Hierom is by de Egyptenaars
d e Sperver een Zinnebeeld geweeíí van de
l^indeu volgens het zeggcn van Horns het
II. Boek 14. kap. ßy de Tentynten van het
f^Hur, daarom de Zonne toegewyd, dia te
to oxu teys Kiney/eoos, om de fnelheid der
vlucht. Eußatb. over Odyf. 0'. Zo heilig is
de Sper-juer, geweell, dat zo wie in tgyp^®
dezel-
AP. f f x i . v r
L F . V I T I C I C a p X I . V . 17
Biihu^ Norl iu» OjuKTorulns
Iii ^'»i-ll "^úl l CY.XI;M7
H 11
1 J
Ilrfl l r
: „. • t
l'i'lü'^i
1' • I
r •
v i
» 1 !'
K r 'I
Ii
i^f - ''ili
I I! ,!!
It: lll|
<1' , r