44<S
Joden verboden wordde zaraenvoeging van
her Ezels en Oflezoort in den Landbouvv,
g e l y k Deut. XXII. lo, Gy m ziilt tuet floegen
mit eenm Oße ende mit emn ezil tegelyk. Maar
o o k den dienft van i^enusen Priapus, alle zoort
van oneerlykheid, den Dayvelsdienlt j degew
o o n t e der Afgodendienaren, de w e l k e ge-
Avoon waren onder zekere t' zamenilerring
Beerten van verfclieidene zoorten te paren.
Le Clercq w e d e r l e g d hem in zyne /i&ntekmingen
G E E S T E L Y K E
Over Levtt. die door deze Zinnebeeldiibhe
Wer wil dat verboden worden verfocij
e l y k e vermengingen, en huwelykenmet Atgodendienaars,
en hy omz enuwd de tegenwerpingen
, dewelke tegen deze verklaring
zouden kunncn voortgebracht worden. Doch
w y hebben boven gezien, dat deze Wetniet
alleenlyk Zinnebeeldi fch isgeweeil, maar ook
naar äe Letter heefi moeten waargenomen
worden,
Ü'J^en äcker en zult gy niet mtt twedcrley zaad
kzaeym. De redenen der Naiuurkundigen,
hoedanige die ook zyn, zyn alhier wederom
al te beuzelachtig, dan dat z y van alle zyden
zouden kunnen voldocn. Daarzyn wel Plant
e n , die in denzelven grond naail raalkanderen
bebouwd, niet vrolyk waflchen, zo dat
d e eene de andere als door eenen tegenftrydigen
haat vernield •. daar zyn in tegendeel
a n d e r e , dewelke als door eene t'zamenneigende
liefde door een gelukldg lot medegez
e l l i g opwairchen. De Wynllok inderdaad
heeft niet gaarnin zyne maatfchappy d e Kool ,
c m dac dezelve van wegens de ruymteharer
z w e e t g a t e n aan dezelve al het voedzel onti
l e e l t . En onze Landslieden zyn menigmaal
z o fchroomachtig, dat z y niet aUeen Kool,
maar ook Turklche Boonen, Erreten, andere
Moeskruyden en Peulvruchten van de
W y n g a a r d e n uycfluyten. Doch het hangt in
d e z e zaak veel af van de goedheid van den
g r o n d : wanneer die zeer vet is, of mecmiii
wel doorvoed, zo is 'er niets in den weg,
waarom ook geneandere Planten tulTchen de
W y n f t o k k e n zouden kunnen gekweekt worden
: dit is, het wel k men '/Jen kan in her
Valletelyrifcbe, iiake, trovence, Langeäoc.
Spencer i leld alhier deze Wet wederom teg
e n de gewoont e der Afgodendienaars, die
vermengde zaden aan verfcheiden Godheden
hebben toegewyd, daar van daan overvloediger
zaadoogll verwachtende. Dus worden
d e Zabiers g e z e g d , dat z y te gelyk en Gerfle
engetreede /^rß^-y«» hebbengezaaid.miiTchien
ter eere van Ceres en Bacchus ^ zie Mamwides
More Nevoch. Wl.DttX, kap. 37. Doch
hebben miffchien de Zabiers dit zonder byf
elovigheid gedaan, het wel k hedendaags de
ranfchen en Italianen doen. Derhalven neerad
Le Klerk alhier weder zyn toevlucht tot de
zinnebeeldifche betekenis, het ontwyke n van
oragang met vreemde Afgodendienaars.
D e Naturelyke Wysgeer t e vind noch minder
te zeggen over bel kleed ttyi ¡Vollmen Lm.
7ien gfs;evtn^ Schaaimz, namentlyk uyt/i'o//e,
en Ltmim u gdyk, gelyk M o z e s het verklaavd
Deut : X X l l . 11. waarvan namentlyk de fcheering
van linnen z y . de inflag van wollen,of
anders om. D e L X X . zetten het over Ä/Walori,
het welk eigentlyk betekend een penn
i n g , vvaar van het Köper met eene zilvere
piate is bedekt. Wdke zaak, ( z e g d Le Ckrcq
in de Aanlek. ) in zieh noch voor noch i-oor
verachting valbaar is, mnar ook nyt het gsl/rtiyk
van dm Hogmfrießer, deiztlke kkdmn tiyt IVolk,
Linnen en Gotid doormengd droeg. Hier van
daan is het , dat yo/e/ßj van deze onze Wet
dus fpreekt in het IV. Bock het 8. kap. D u
mmant van uUcdcti een rok drage geweven ujt
IVolle en Linnen, zulks is den •i^rteßeren alleeu
toegeßaan.
D e z e Stofle laat ik niet eér varen , dan vooiik
den L e z e r bekend make. Eene Redenvoering
van Theodor KS Baum over demanierenvaa
de verjcheidene Zaden der onde Hebreeuwen le
za/iijen, ter opheldering van de piaatzen Levit
X I X . 19. Deut. XXI I . 9. Onder het Voorzitterfchap
van TbeodonisDaßoviiistefl^irtemberg
i 6 9 5 , in4i°. jahetffiergdaaruythale. De/oden
verdeetden de zaden voornamenl lyk in
d t i e Rangen, i.Tebhm, de zaden der Inkomße,
van ' l 'arwe, Spelte, Garfl, Häver,Rogg
e , met een woord van allerleiKoorn. 2, D e
zaden der Peuhrachten, Turkfche Boonen,
E t w e t e n , Unzen, Rys, Geers, Cicets,
Maanbollen ; alwaar aan te tekenen ilaat,
dat de Rys en Geers met meèr recht aan de
c e r i l e Rang had kunnen gevoegd, worden,
d e Maanbollen aan de derde. 3. DeTuinza-
A » , Ajuyn, Look, Knophlook, Venckel,
Rapen. Ä W » noemden zy, wanneer'er of
zaden van verfcheiden Rangen door den anderen
vermengd de Aarde waren tocbet
r o u w d . of niet in eenen genoegzamen afftand
geplaatft, zo dat de cene Plant de anderehet
voedzel zoude kunnen ontlrekken. Zo de
Z a d e n by geval door den anderen vermengd
waren , zo moeft de eene zoort van de andere
worden gefcheiden, zo dat naauwelyks
4 . daar van overgebleven was. Eyaldienzulks
ter uylvoer gefteld wierd, bevryddehetden
M e n f c h van de Overtreding der We t . Maar
daar moeft ookgelet worden o p eene zekeren
ende genoeezamen affland der Z ade n van verfcheiden
zoort van malkanderen, opden Äkker
Over al van lo.ellcn, in den H o f van 6.
Handpalmen. Ook kcnde de rei der Komkommers
niet gepoot worden längs d e rei der
Kauwoerden, maar daar moeften twe e reyen
Koinkommers gepoot worden, en tuffchen
d e Kauwoerden en Komkommers gruppels
gegraven worden. Dit zai uyt de bygevoegd
e Prmten klaarder blyken.
P R I N T -
'iil';:;.
< iiii'
TAJi CCI.XX1X
I-EVIXICI Clip XIX. T^.iy.
Ltxc^oì licitiiK et pi'ojiibilii
III l^ucl ; ^' 'plui Ci^.xix. ^xst
V I i u Ä i r a ic é f i t r : ^ ' ^ t ü - n
i l i
S«"
iiüSiill