M
K
il'
!
^•ill
|:i
f I
II-
38^ G E E S T E L Y K E
De KRAAY -jvorä ook -uait GOD veragt^
Als hörend' tot 't onre'm geßagt.
Dies J>aß z,y by àe G l t R ommoii tot fpys te ßrekketi^
Zo als hier Moz.es kamt aan IJrael ontdekken,
Om zig te boeden voor deezì fwé,
Cehk verägt en onrein Vé,
Op dar zig niemant als oa-X'étend' zou verß;h0neny
Doet G ü ü hen duidelyk zyn hoog bevel ver tönen.
"t TOlgen ivvee andere Vogels roofachtig en
V te gelyk onrein. De eerüe Daahy ofgelyk
in ^enierommiim raab, want zeer dikwyls
Word om de gelykheid van de 7 daletb
met de 7 Refch die beide voor elkanderen
aangezien. Inmiddels als men aanmerkt de
Woordoorfpronkelykheid, verfchillen zy, ja
brengen verfcheidene zoorten van Vogels voor
den dag, v:ar\VDaahhzx.Q'ktn^VliegeH,Raah,
zien. De eerlte Woordoorfprong ilryd voor
de Gier, welken Hieronymus, de Arabiers,
Mimßerus ,Caflalio, Jmiiis ^Deodatus ^ Biixtorßus,
Schindlery en anderen willen> want deze
Vogel zw'eeft, zonder byna de vieugels te
bewegen mcer dan alle andere Vogels in de
Jucht het alderlangfte, en vliegt zeer hoog.
Martialis het IX. ßoek^ 55. Tuntdicht,
Van hier vliegd de roojgierige Gier byna tot
het böge gekernte.
Van het HebreeuwicheSW^fchynt gemaakt
re zyn der Arableren Hida^ Albida., by An^
areas Bellunenßs /libada, en noch tegenwoordig
noemen de Arabieren een G'vtr badieet,
hadat, heidele, als te zien in Meninzk. Lex.
bi. I y; 3. De LXX. hebben voor Daab Gupa,
de Zurichfche een Gier, doch het blykt my
niet w-aar van daan. De 'Daah nu, iktinos,
iktis, Mtlvus,hy on%lVey, IVeihe¡QQnGier,
by de tngeifchen the Kit or Glead behoord
tot de Havikken met lange vieugels, wilden
onleerzaam , de gemene, dewelke eenen getanden
ftaart heeft word befchreeven in fVillougbfs
beßbryving der Vogelen bl. 4.1.
Voigt iktinos by de LXX. deze is
de Gierh'j Hieronyms, Afnnßerus, Tagninus,
CaßaiiOy de Engeljche tn Ilaüaanfche
ovcrzettingen. By ons ¿QfVouwCy oiKieken-^
diefm^x den Arabler over Job, en tot naarvolgers
heeft hy Scbindlerus, die \znGetteve.
Jonathan zet het over een zwarte Gier. De
"jeruzalemmer ibbii ; Onkelos in hei geraeen
een roofgierige vogel. De Arabiers in Mofe een
Nacbtuyly welke Vogel onder andere gelyknamige
by Meninzk. bl. 5976. gcnaamtword
Bub, in het Vrouvvelyke bu het : en op het
Perfifch ¿«¿»metwoordenons Hebreeuwfch
vermaagfchapt. bl. J uni US en Buxtorß
willen, Kimcbi vo!gende,een Exter ofeene
Kracye ; Arias een verfcheiden Vogel. 'Poma.,
rius een Gier of Havik. Aben Efra een
digen Vogel van Ji een Eiland. Anderen onder
de joden Rabbi Levi^ Mardochai, zi^?//.
«/ij bepalen niets. Aan Bochart Hieroz. JI.
Deel, II. Boek, 8. kap. behaagd den Vogel
by de Arabiers ö^Vz/a genaamd, welker eigen
ishet geroep_7ajö, aljajao g^mzx^^xy welke
onder het zoort van Havikken is, by de Egyptenaars
en Syriers genaamt Algelem^ in faet
Hoogduytfch Smtrle, in het Italiaanfch Jwf r -
hy Smeriglio y in het Franfch , in
het Engelfch the Merlin, klein van geflalte,
met een körten ßaart. fnel van vlucht. De
£falon der Ouden befchreven in AtOrnitho^
log. van miloHgby bl. fo. onder de Havikken
met lange vieugels de edelmoedigtte tot het
Vogelvangen gewoonlyk gcbruykt.
A. h de Gier.
B. De Efalon.
C. De Kiekendief.
P R I N T B L A D CCXLIIL
^lle Rave tia hären aerdt. Levic. XI. vers 1 y.
De RAVE is ook onrein by GOD,
En van alt aar en dis. tot f f y s of oferhanàen,
Ferßeken door zyn hoog gebody
ÌV'ìl ÄV den Mens en 't Vi y dat dood is y aan dürft fanden t
Z"} vuld baar balg met vlees en bloed
Van ßinkend Aas en vuylighedeny
Wyl zy ook op 't gevögelt' woed,
^at door haar dikwils word befirédeny
Vites is zy dubbeld regt verfoeij'l)k en ver ¿igt,
En ßrekt de Vogels tot een fcband van hun geßagt.
tVaarm
I-KVITin Cfti>. XI
t i c m i s (""orviii
In V
t - ., f
. 1 I
r
f :