M i
l ü ' t
i'i'l
t l ' ;
iSii
l i l i
i
t:
N A T U U R K U N D E .
JVicYd tot het Trießersampt verh^ven,
Het Trießeramft, aan zyn geßagt
Alleen door 'e boog bevel geg^ven,
Kreeg door de zalving z,yne kragt.
HEt tweede Inmengzel van de Hei l ige Olie
is Kmneman, het welk de L X X . vertolken
K'mttamoomrm, evikmnamooHon, waarvan
daan ons Cinnamomnm, Zimmct, waar van
w y ons ook in onze Overzetting bedienen,
liaar oorfpronk heeft. Overdezefpeccryzaaijen
de Täalzifters onder zicli vele verfchil.
twiften, en is voornamentlyk daar in Salmafiiis
zeer wydiopig Over Solinns 919. 910. en
Hyl.Jatric. bl. 139. omtetoonen, datdeifi!.
mel der Hedendaagßbe niet is hei rechte Cinnamomum
der Ouden , maar Caßa Fißula ,
Kaßan Sm'mga, Pyp-Kaneeh Waar cmtrent
zeer wel llaat aan te tekenen, dat ons cmtrent
de befchryving van het rechte Cmnamomum^
Kaneel, de aloudeSchryvers niet kunnen
voldoen, het zy zy Romeinen zyn gew
e e f t , ofGrieken. om dat deze Boom wall
op Ceilon, en op de Javaa-vfihs en Malabarifche
kullen, waar van daan de Arabiers dezeive
al van ouds konden hebben, en onder
fchyn van valfciie overleveringen, mlilchien
ter gunfte van den koopliandel, tot de Europianen
hebben overgebracht, Het riekt vvaarl
y k naar een liandiaileiyk verdichtzel, het
welk bereeds al van de tyden van Herodutus
af de Ouden geloofd hebben gehad, dat de
takjes (want eertyds wierd de Kaneel niet in
b a l l , maar takjes overgebracht endeverkogt)
van deze alderkoilelykfte Specerye geworpen
wierden uyt het nell van den Fenix, alwaar
b y Statius
• En d eKa n e e l c n d e nPh a r i f c h e nVo g e l
ontnomen.
E n by Martialis
^tod femper Caßdque^ CwnamOi^uey
l.t ttido niger alitis Süperbe
Fltigras ^lumbea Nkeroiiarts.
Die de rechte befchryving van de Kaneel begeerd
, die ga by Garcias ab Horto, Momrdos,
limx Befchryving van Ceilon, die !o.
jaren op het Eiland CM/OBheeftdoorgebracht,
den Hortus Malabattcus , Jmrien Anierfin
Orientmljche Reisbefchm. Sina kap. r ^. HertensOoH
Iudifche Reize bl. 184. en zal gemakkelyk
toellemming geven aan Rajus Hiß.
Tlant. Ii<9. dat het dezelve is met het Cinmmamum
der hedendaagfchen het Kaneel en
Kaffle der Ouden, of daar van niet zo veel
verfchillen, dat zy niet onder een zoortzouden
kunnen geplaatll worden. Ik kan my nu
met verledigen alhier lang te blyven hangen
op eene vergelyking, het is ook des te min
onnodig , om dat aan de Ouden van dezen
ß o om naauwelyks iets toegevoerdis'geweeft.
dan (pruitjes o f ook den baft. Ohze gemái'e
Kaneel of Cmnamomtim I.B. Hiß.Vlant.l.Il^.
bl. 446. Cinnamomum oí de Malabari/che ek
favaatifche Kaneel C.B. Velgens de befchryving
van Garcias, is van greotte als eenen
Ohfboom , mi en dan kteinder , met vele takketl
verzien, byna recht, de bladen wel vah
verweals een Lmwrier-hom, maar de geßalte
körnende naby de blöderen van eenCitroenboom^
met Witte bloeizel, zviarte en ronde vrmht -^
van grootte als een Hafenoot, of gelyk kleine
Olyven. "De Kaneel zelve is de tweede of de
binnenße baß nan den Boom. Latere Schryvers;
waaronder de Beroemde Hermannus , die
eenige jaren op het Eiland Ceilon gewoond
h c e f t , vergelyken de vrucht by die van dé
Lauwrierboomen, alwaarom deze Boom genaamtwordde
Ceylonfche Lauwrier met kelks-,
gewyze beziht van dien zeer geroemden Kruidkender,
en by Mat. Med. enkelyk, Kelks-
• S^^Kryf^en-Jiejr^idrjigenden fíoom met éene eikeít
körn. De tortus Malabaricus geeft voornamentlyk
eene breede befchryving. Í. i. lab.
57. Het hont iswitachtig, bynazonderreuk.
Voornamentlyk is de bail van den wortel kollel
y k . waar uyt de Kaneel o&gewoonlyk word
toebereid, en eene zoort van/i«»/;»-, welke
hetviugge zout zelfvan den Boom is. Ende
milTchien is het eerder de ball zelf van den
W o r t e l , dan van den Stam geweell/(TCÍOMMO
dat Bezem Tan de LXX. het Kmmmomon
eaoodes, het welk Mözes tot de Heilige Zalving
heeft gebrnikt. De Kaneel en wel vall
Ceilon vertoond de Figum- ß.
ia&e Spxay h Kaneh , Kdlimos, ert
by de meeile Europeefche Vertaalders Calamus,
Kulmes, en dat weide aldervoortreffelyklle
Bo¡em , de Indiaanfche, of de anderé
Oofterfche eaooieys, Naar het zeigen vati
Tltofcorides I. Boek 17. kaf. is die de beftej
de^elkegoMgeel is, diegekmbbelt, dewelke iä
kleine ßukjes wordgebroken, vol van Spinnekofsgaten,
uyt den Witten, tday in het kaauweui
en t zamenirekkende, enmeteenigeßherpirheid.
En5P/,w<.rinhet XII.Boet het ¡2. kari.
L o van de uytkiezing vandeSpecerv-kalmus,
als van de plaats, alhoewel Guilandinss oordeeld
dat hyde Syrifchemetdelndifcheheeft
gemengd ; De nekenie Kalmus in Arabié
groetjende is den Indranen en Syriegemeen—
tuffchen den berg Libanus, en de andere ßechter,
met {¡elyk eenige gemeend hebben) den
Antiltbmm, m eenetameljke väHeyebenevetis
het Men, welker moeraffchen by de Zomer
androgen — "De beße Kalmns „odtfd aivan
verre door den reuk, teder der van aíuraking,
en d,e beter, die minder broos is, endemelke
O 0 0 ,„ -