34° G E E S T E L Y K E
•it 1
ólfrael! de» Kaherdìenfl verköre nì
¡Vaarom een reed'loos Bee(ì tot w^eti Cod gemaakt ?
Boetfeer veel eèr de Zon^ die heUer ligt en blaakt^
De'>vyl de Dag alleen "word uit haar glans gebóren y
Of laat de zilv're Maatt beh.igen aan nw geejl ;
Vie zrsjémen meeràer naar de Godheid als een Beeß.
Kieß de Aar de i kieß de Zé om V oßer 0/ te drn'geny
Neemù zelf de Starren tot uw Goden-, maar verägt
^ijjbeeldzel van een Dier. IVaar zyt gy toe gebragt ì
Ve ßioodße Afgoäendienß kan u Itet meeß' behagen:
¡Fat reden, Jacobs za<id! mod u tot dct beßaan?
lyaarovi bid gy een KALF als nwe Godbeid aaui
j/lfvaUig Volk ! gy hebt dit van de Egyptendren
In hunnen Apis ^ van hun Gruu-ivelgod geleerd,
Die aan den Nylßroom op het boog altaar geeerd^
En als een Os aan V volk vertoond -"juOrd alk Jdrent
Hier naar is V Y^hUÍ gevormd^ en V offer íoegemaakt,
Vat oJ> het vlcekaltaar tot utver fihande blaakt,
Waar "juagt gy naar ? gy moet ook Ißs naar boetféren,
Korn vorm Ofiris ook; volg al de grunwHen maary
'Die ge in WiX; ßdverny zaagt by Egyptenaar :
Neen, 'í KALF is u geaoeg, die God zal u regéren-,
De zoon van /Ipts zal u helpen in den mod-^
Ja hy zal u eerlang een tveg zyn tot de dood!
j f i
Is't pioog'Iyk, goede GOV)\ kan 't volk. wjü "wet verla'ten,
Daar V zo veel -wonderen aanfchouwd heeft van nvj bandì
Dtis zien 'Zi'e, d Joàen! in uw afgevallen (ìand^
Dat hier onze eigen kragt of •wysheid niet kan bdten ,
IVant als de Godheid ons als 0^ ons zelven laat ^
Zyn tt-y een pel van zonde, een bron van alle kii)aad.
P R I N T B L A D CCXX.
Endehy nam dat Kalf dat gernaal^t hadden^ ende 'verhrande het in 't V^er^
ende 'vermadde het tot dat het k¡eyne 'iverd, ende ftroydet op het Water, ende
dedet de kinderen IJra'eís drinken. JExod. XXXII. vers. 20.
i !
^ I Mi
I ''¡,1
Voorliigte MOSES toon w:i' yvcr voor GODS eer^
En ruk den Drekgod, het gegöte KALF, ter iieer\
Doe Ifrasl aanfchouwen
H^at heilloos voorwerp V beejt tot zyven God gcmaakt,
Een Gody die tnagfloos is, wylgt hem brand en blaakt
En doet in ßtikken howjjen:
Ja maald hem zelf tot ßofvoor V volk zyn amgezigt,
Dat nu angßvalUg keerd tot zyn verläten fligt
0]> 't hören van ww reden j
hetßof van V GOUDE KALF, met nat vermengt, verßrekt
Aan JjraH toi drank, op dat het klaar ontdckt
Zyn fnöde onzinmgheden,
En om van zulk een kwaad de »agedagtenis
Gants nit te deigen y wyl ze altoos verfoeij'lyk is.
Tot hoou der Ißraliten,
Ja, Joodß mannen! ¡moörd 't her denken vati die daadi
Beejd voor de Afgodcry en haar afßchuK-Jü hk kwaad
mit gj &ODS gunß genieren;
Uoord MOSES die zyn wet u-ju voordraagt en ontfott'vd.
Want
TAB. CCXX
E x o m Ciijj.xxxn. v. ao.
Moses MosxoAETíír.
G D. H.-ù'ù.nt.