il,;
j S S G E E S T
De cerile van de Vogelen, dewelkealhier
worden opgeteldj en voor onreine verklaard
worden, is Bathjaanah, dochter des •
gefchreewvjs ^ o f eenvoudiglyk Jizi^z/a/^. Deze
heefc de Uytleggcrs zeer groote moeite vero
o r z a a k t , dewelke van de Profeten gebracht
w o r d onder de wildernis bewoncnde Vogel
e n , ja ook naar huylende. Jerm. L.39. Jez.
X i n . II. XXXIV. 1?. XLUI.20. Klaagl.
I V . 3. Mich. 1 .8. Job XXK.X9.
D e Schryverszyn omtrent d e z e , gelyk mede
d e Overzettingen van onderfcheidegevoelens.
D e Grieken hebbcn op de piaatzen van Af/f^«,
Jeremias en "Jezaias Seireynas, Sirenen, dew
e l k e Chet zyn de woorden van Cyrillus')
in de tnhammen van de Zee of dt eieren zitten,
daarna; bet neß van de baren Z'indeweggefpoelt,
beklaaglyke toonen smgen, ende het
verlies htinnet vrucbt eentgermaten beklagen.
B y aldien tnen de Verdichtzelfchryvende
Dichters raet de Natuurkundigen vergelykt,
byzonder raet de hedendaagfche, zo zalmen
dezen Vogel tot de verdichte weg zenden.
O p dat echter deze V o g e l tegen de Schrifcuur
niet zoude invliegen, hebben de Kerkvaders
opgezocht Vogels tn het fingen ervaren, of
wcl Treurig zingende, voornamentlyk welluydende
, treurige » en fteld Cyrillus over
Je-2.XIII. 11. wel voor, naar de meening
der Joden, teynglanka^ àtr\ Nachtuyl^ en
over Mich. I. 8. de aeydonas, de NachtegaleHf
van dewelke men moet weeten, dat dezelve
n e t de Zee en de baren gene de minile gemeenfchap
hebben, alwaarom Bochart Hier
ö Ä . l I . D e e l , II. B o e k , i4.kap. voora^donas
]ecl\alkaoonas. hebbende Kriß/lhomus gevo\gt
over yob XXX. 29. alwaar hyaldns: deSirenen
noemd hy zekerc welluydende Vogels^ navtenthk
de Alcyons, of Nacht uylen, want beide
zyn zy rouw bedryvenàe. Maar de Alcion of
Halcyon is een Z e e - vog e l , daar de dochters der
Jaana zieh in de wildernillen ophouden, en
die wel van de Z e e het verreafgelegenftezyn,
g e l y k rondom Babel en Bofra van Idumea.
J e r m . L . 39. lez.XlII.zi. XXXIV. 13. Daar
en boven is jaana wreed, en ¿onder liefde
tot zyn krooft Klaagl IV. 3 daar integendeel
d e Akyon in liefde tothare jongen deZwaiuw
e n overwint, en in liefde tot hären ELgade
D u y v e n , volgens het zeggen van 'Plutarchus
in zyn Boek, of de ziel enz.
V o o r Jannah, een Nacht-u)l brengen
gniniusy Arias ^ Juniusy Tremellius, Schindler,
Buxtorf, of een Vßy of een Nacht-uyl
te voorfchyn. Füller. Mifcell. VI. Boek, 7.
kap. verdedigd dezen Vogel , byzonder olelugona
eene zoort van den Uyl Strix, ( een vreez
e l y k e n Nachtvogel) genaamt, dewelke van
het naargeeflig gehuyl den naatn heeft, als
Jagnana van Gnanab vanfchreeuwen, ofwedergalmen.
Echter halen de bewysredenen
voor een Struysvogel over, ja ookhetgezach
E L Y K E
der Vertaalders. De L X X . hebben Strouthon
en Strouthion in deze plaats, en Job. XXX.
3 9 - J e z . X X X l V . 1 3 . XLIII.ÎO. Klaagl.IV.3.
Byna alle de Alouden Krißßhomus over "Joby
ßufebiusy Baßliust Hieronymus ^ Jheodoretus ^
Vrocopius OSCI Jezaias, Qlympiodorus over
Jeremias, Aquila., Symmachus, Iheodation,
àe gemeene. Ook brengt het aan dezen grooti
l e n Vogel Struthio en Strntbio camclus genaamt
geen hinder by , ¿^tòtrouthon ook bctekend
eene muffche welke Novatianus de cibis
Judaic. kap. 3. voor Jagnana hceit erkend
, gelyk mede uyt de latere Fullerus.
Maar, behalven dat d i tVog ekj e met denStruysvogel
niets gemeen heeft, zo kan menlichtel
y k uyt de oro Hand igheden van alle plaaizen
oordeelen, of daar den aldergrootften Vogel
t c verftaan z y , dan flegts een Vogcitje >
V o o r den Vyl oi Strix^t^à.Fnllerusyoornamentlyk
met een tweevoudig b ewy s , maar
beide machteloos. By Suidas vind hy SProtitbizein
voor trizoon, kneriTende, het welk
een eigenfchap is van de òtrigen, volgens
Ovidius Fnßor VL Boek.
Z y hebben den naam van Striges^ en de reden
van dezen naam is, cm dal zy des nachts
f c h r i k k e l y k plegen te knariîèn.
Maar het b l yktuy t Hoaerus lliad. ß' vers 314.
dat ook dezwaluwe trizein knarflen: daar
heeft de Draak acht zwaluwtjes met de moeder
opgevreeten, elendiglyk knerffende.
V e r d e r zegt hy, dat een üyl niet alleenin
het Oud Woordenboek genaamt word ololugoona,
maar ookStroutbont Strix, ololagoon,
Strouthos, Maar Bochart toond a&n, dat de
plaats vervalfcht is, en dat Strouthos, behoord
cot Strottthokameylott.
Drie Kaldeeuwen, Onkeloi, Jonathan en de
Jeruzalemmer hebben voor Jagnana, Naama
0Î Naamitha, de Syrier iVa^w^/. DeArabiers
Naam, naama., ne-am-ne-amet. Meninzk.Lex.
S i o 7 . D o o r welkeallezydenStruysvogelbetekenen.
Dit blykt uyt d e Woordenboeken. Gef
c h i c h t f c h r y v e r s , Landbefchryvers, GeneeskundigenWysgerenderArabiers.
De7'2g«<2«'2Ìs
by de aidergeleerfl e zelve den Struys-vogel. By
Mairnontdes over deVerbodene fpyzen kap. 3. De
Üytleggers van den Tbalmud, Abr. Teritjoliust
Chazkuni over Leviticus, David de 'Pomis.
Alwaarom het onder de Joden altyd is voor
zeker gehouden, dat het eeten van den Struysvogel
in de Wet was verboden.
W y treeden voort tot de Natuurkundige
Redenen van de verbiedende We c . De Struysvogel
is eenen Vogel op den grond neilelende
, alles, dat hem voorkomt, zonder
uytkiezing opflokkende. En zyn zyne Eijeren,
zo wel als het Vleefch, aan alle deeim
hard y zwaar te verteeren., en verwerpelyk.
Galenus de cib bsn. ® pravis fuccis. kap. fi. en
d« Ahm, Fac. HI. Boek. c. ao. van de eijeren
' ' ' I t : .4
N A T U Ü R
in het byzonder kap. »2. dat diephauloteray
¿ e aläerßimße zyn. Hier in ftemmen de Ärabifche
Geneesmeeilers toe, Aetius Tetrab. I.
B o e k , Redenv. kt^. i j t . 134. Sim.Sethi^
Rhazes. De oorzaak nu van deze groot e Vuyligheid
is te zoeken, gelyk wy boven gedaan
hebben, voornamenilykin dezamenfchikking
van de Ingewanden, en Magen: DeOntlediging
van een Struysvogel zal ons licht geven,
det^^elke uytgegeven heeft Valliftierius nelle
ii,Jperienze ® Ojfervazioni Jpettante atla na
naturale e Medicaßoria bl. De z e heeft
bevonden eene tweevoudige groote Magegelyk
alseenzak, indeeerileveeleverfcheidene
•dingen fchielyk en onbedachtelyk ingeflokt,
Kruyden, Peulvruchten, Steenen, Spykers,
T o u w e n , Glazen, Penningen, Lood,Tin,
Köper, Beefte-beenderen, Vrachten, Houten.
De Schikking van de Mage zelve vermengd
even als uyt die, welke eigen is aan
d e Viervoetige Herkaauwende Beeflen, en
eene andere, welke den Vogel eigen is: de
t w e e d e , namentlyk, is Spierachtig, dik en
i l e r k , maar delTelfs binnenfte Vlies niet, als
in de zoorte van de Hoenders, härt, ruuw,
maar zacht, haerig, in velekamertjes, als in
d e Herkaauwende verdeeld : de maag-gill
zeer ineetende, aan welke hy veel eSr dan
flan de ilükken vryving der Zfcnuwen, öf
fcherper dingen ingeflokt hebbende, ook de
k o k i n g van de alderhardile dingen toefchryft,
j a aan de metaal of fteenachtige lichamen eerder
de temperende kracht van die ineetendh
e i d , door yzer byzonder van het Bloed verd
i k k e n d e , en van het Vleefch vaftmakende.
V a n wel k Vleefch onz eOnt l e edkundige heeft
aangemerkt, dat het z o onfmakelyk is, dat
zelfs de Honden en Kalten daar van niet hebben
willen proeven.
T e r O p h e l d e r i n g v a n d e z e Uytleggingdiend
het Afbeeldzel der Magen zelve van den
Struysvogel Printblad CCXLV. waarin aa.
d e eerite Mage is. h. de Klieren van dezelve
met uytwerpende mondjes, uyt dewelke die
älderfcherpfte gift te voren befchreven uyt«
vloeid. i. Een gedeelte van het inwendi g klierachtig
vlies van deMage.omgekeerd. l.Het
zelfde Vlies zonder klieren, m. Hetbuytenile
gedeelte van de eerileMage. o. Een gedeelte
van den Slokdarm komende in de Maag. g. de
Zamenvoeging van beide de Magen, rr. de
tweede Maag. ccc. deszelts vliezen in eene
omgekeerde legging tezien. dd. hetinwendig
vol huysjes en ruyg gedeelte. ee. De yzere
S p y k e r , welke d e Ontleeder vond vaftgehegt
aan de StolFe van de Ma g e zelve. f. Eene andere
dikte tegen de andere aangeilelt. t. Het
gat van gemelden Spyker deze dikte i^edrukt.
u. D e PyA?r«j-deurbewaarder. n.Een
gedeelte van het Inteßinum Daodenum.
Hoe kwalyk doch het Vleefch van den
Struysvogel in de Schriftuur en in de Natuur
K U N D E .
te boek ilaat, worden 'er echter hoch Volkeren
g e vonden, in Afrika en in Arabie, welke
het zelve eeten, onder den naam van Siruyseeters
al oudflyds by JgätharcideijT^iodorusï
Jira^oberuchc. Ja, datmeêris, Aihenaus-,
in zyn IV. Boek, het 9. kap. veHwalt, dat dé
Arabifche Struysvogels gebracht zyn op de
T a f e i s der Perziaanfche RyksvorÜen. E n by
Mlianus Hiß. XIV. Boek 13. kap. deEijeren
van d e Struys-vogels zyn de epatkla, de lekkere
nagerechten des Konings der Indien.
Het eeten van Struys-vogels in Syrie waren
Heltogabalüs tViFtrmm, naar het Verhaal vari
Lampridius en Vopifcus, dàt gehe dikwyls
Struys-vogels menigmaal op de maaltyâen heeft
laten aandißchen , ja 600 Struyshoofd'en op
eenen ma<yd äan véle 1 afeli heefì opgezet^
om de herßenen te eeten, deze alle dageh eeA
Struys-vogel opgegeien te hebben , verhaalt
word.
H e t mofet met ililzvvygeh biet w o tde n vootby
gegaan, dat Mozes in het byzonder vctbied
het eeten van Bath Jagnana 3 der dochter
van jagnana. Deze Byvoeglyke Naani heefc
d e Hebreeuwichc Leeraavs zodanig geperiU
dat 'er by /iben EzYa een geweell is^ die
gewilt heeft, dat het een zoort van een Beeil
i s , dat geene Mannetjes heeft. Rabbi Mozes
Maimonides Zoon heeft een F.y van een Siruysvógel
verftaan, En Aben Ezra geeft zelf voorj
dat alleen het Wyfje vari een Struys-vogel
e e t b a a r i s , en dat noch niet volwai lchen. Allé
deze dingen* volgens zynegewoonte, zyo
o n ^ y r a d . Menmoetaanmerken, dät de Kaldeeuwen
den naam van Zoonçn 'Dochter Voor
d e Vogel s , zonder acht te geven bp oudeirdom
Of kimne, hebben voorgezet. Lev. X I . 13;
Bar Gezat de Zoon der ßerkteisät Grießvenvogely
Deut. X I V . 13. BarChuria, 'ò.tZàoW
der iVitheid, de witte Havik, bar Juene iri
het Thalmudfch JraSîaat Bechoroth kap.
Dien verdichten Vogel van eene vferfchtikk
e l y k e grootte. Z o word ook by dè Arabiefs
een Endvogel genaamt een Zoon des iVatehi
een Rave een ZöoH dés Neks^ op dat ik andere
zwyge. En men moet weteri j dät irt
het geflacht der Struys-vogels het Wyf j ê bdven
het mannetje word gelteld omdbcîjei-eri,
dewelke van groote waarde zyni miflchieü
o o k , omdat, gelyk in alle andere zoorteti
van Vogels, byzonder der idofachtige j dé
W y f j e s krachtiger zyn dan de Mahnetjes.
D e andere vân de Vogels, aan de tegfenwoordige
aanmerking te onderwerpen, is
Ihachmas, Harpey , uyt de , zo genaamde,
r o o f v o g e l s , by aldien net wortelwoord Cha-
« < 3 j i s , r ö ö w » . g e w e l d aandoen. Dezewöordafleiding
behaagd aan Kimchi, Aquinas,"Pomariasi
die een Välk wil, öf eene andere
hem gelyk, hierom Arias ëën Havik. Daar
heen willen ook Jonathan en de Jeruza^
lemßhet dewelke ïiteîichatapfth4i oichathophitba
i