:''i- "
4.Í'
434 G E E S T E L Y K E
•/íls gy het zuiverd is geen zuiv'r'mg meér van «¿den.
'De Zoons van Aaxon zyn uw fVagters-, om altyd
Zo wel voor V zuív^re, oís voor V onzuivere te "waken,
Oj> dat iivj -ivet noo'it door onreinen nxorde ontwyd^
En geen onzutverheiá uw altaar komt genáken,
'Dit is een Spiegel, ó volmaakte Majeßeit!
Hoe zuiver dat gy zyt i» «vse hcer^lykbeid.
De Text , over welken wy nu verklaaring
maken, isenlangwylig, enklaar, maar
de ftofFe eene van de alderiwaarile om teverllaan.
Daar zyn by een alle de tekenen van
MeUatsheid van Klederen en Wolleny cn des
niet tegenflaande bekennen alle degeieerdlle
l'ytleggcrs, datzy deze Ziekte niet kennen.
Hoor de belydenis van den VVydvermaarden
Le Klerk zelve. Daar ontmoet niet diergelyks,
of vermaagfchapt by de Ouäe òchryverst ook.
konden tuet, hy aldienwy eigentlyk fpreeken , de
Klederen., oj muttren, aan diergeL)ke Ziekte
onderhevig zyn^ als 'reibet Vel van deMenfchen.
Nochtans doet hy daar bv, op dar hy
niet zoudc fchynen niets le hebben gezegd,
cene giiTing, dat deze Melaaisheid zoude hebben
kunnen ontllaan vanzekerebefmetrelyke
locht. Anderen geven voor. dat deze, en
an.iere zoovcen van Melaaisheid eigen aan het
joodfche Volk, ten ürafFen gegeven waren,
j a . het welk Maimonides wi! in ¿tl^erhande-
Ung over de Melaaisheid kap. i6. wonderdadige.
Ikzal ook, behoudens echter het gezach
van anderen, myne gedachten voorftellen.
GOD heeft gewild dac zyn Volkuyterlyk
heilig zyn zoude, en zuyvervanlichaam;
hy heeft bevolen, dat het door gene onreine
2aak zoude worden bezoedeld,"cnzelfsdoor
deze zelve Wec voor verfcheidene Ziektens
worden voorbehoed, uyc dien hoofde heeft
hy aan het zelve belart, dat het zieh wachten
zoude voor alle onreine, ongezonde Dieren,
van alle zoort van Melaatsheid, ja byna van
Huyd-geiteldheden , voornamenrlyk etterbuylige,
op dat het door befmettiug niet Wierde
aangeftoken Nu gaat de Wctgevervoort
tot de Melaatsheid der klcderen. het zy die
geweeil zyn van wolle, of vani innen, oivan
bontwerk; en het fchynt my ook toe , dat
deze zelve Wet met de naall voorgaande te
zamen hangt. De herabden en klederen van
allerlei Melaatfchen befmetten al zo veel, ja
noch meér , dan eenige andere omgang met
Melaatfchen: dat fcherpeeiterachtige vocht,
gewoonaan de lakens te hangen, bclmetdie
gene, die hunne lichamen met dusdanige kleedcren
aandoen, door een onmiddeiyk aanraken,
heghi het zieh als lym, vervuld de tusfchenwydtensderdraden,
javerbytdoorzyne
fcherpte het gcweef zelvc, zo dat, gelyk
onsde ündervindingleeraard ,zy het walichen
zelfzondcr brekennaauwelyksdoorftaan, en
de vlakken bezwaarlyk uytgezuyverd worden.
Dubdanige veelverwige vlakken, ' ' '
groenachtige j roode, van welke in den Text
meiding gemaakt word, vertonen nietalleen
de Hembden der Melaatfchen, maar ook van
die met de Venus-ziekte befmet zyn, en die
den Zaadvloed hebben , voornamentlyk de
fenynige. Derhalven heeft de Wetgever gewild
aandacht te gebiedcn op de klederen,
Zorge omtrentdezelve. VVantwaartoe, bidde
ik u . zoude de geneezing van den Melaatfchen
hebben gediend , Indien hy die klederen,
door dievenynige etter ontitoken op nieuws
weder zoude hebben aangetrokken ? Ja zelfs
palt deze naauwkeurige zorge wegens de klederen
elken Geneesheer. By aldien wy zommigen
van de wormgenezen. derzelver hoeden
werpen wy weg, en fnyden die in ftukken
: zo van de Venus-ziekte, de hembden:
en wy liezorgen nieuwe, op dat zy door het
aanraken der vorige niet op nieuws befmet
worden, en alzo gene wederinUortinglyden.
Geredelyk onderwerp ik deze myne giffing
aan het oordeel der Geleerder Mannen, welke
ook beveßigen die dingen, deweike wy waarnemen
zo omirent de befmet t ing, als omirent
het voorbehoedmiddel tegen de Teß. Want
het is bekend, dat die wreede Befmetting
voornamentlyk word voortgeplant door lakens
, lynwaden, klederen, derhalven van alle
Overheden naauwkeuriglyk word verboden,
dat 'er niets of van wolle, ofvan ¡innen of
van pekeryen uyt befmetie piaatzen naar andere
worden vcrvoerd , en zulks wel met
zodanigellrengheid, datzobyaldien, alswas
het maar eene draad, in eenen Brief wareingellotcn,
de brief, en dat daar in is. opbevel
van het Alderdoorluchtigüe Gemenebeil van
Venette gemeenly.k vcrbraiid word. Jnsgelyks
is het bekend, dat het pellachtige fenyn zo
ilerkaanhangd ,hoedanighetookzy, aandraden
en de daar van zamengeweve lakens, dac
de Pei t, al lang opgehouden, uyt een misfchien
weder te voorfchyn gebracht zodanig
of laken of kleed hier en daar wederom is
verwekt, over hethuysgezinderStervelingen
nieuwe zegepralen zullende houden. En dat
de U e tvani l /oaf j - , wegcns.hetwaiTchender
befmectc wollen na het verloopvanzevendagen
le herhak-n, gcbied, erinneren wy ons,
dat zo om/Jchiig waargenomcn is geweeil in
die alderwreedlle Marjezlliaan/che Pell, dat
alle wolle, kaioene, zyde, linnewerkeneerll
het remigen met warer en loog hebben moeten
ondergann, dan zy buyten de Jandpalen
zouden mögen vervoerd, of ten gebruyke
gc-
TAB. < C't.XXU
I.KVlTli'i otp. xlV. v •^•
^,l•J»l•üsorulu pii
III, ^^.(Î. xr
ipi. et mediti uf ^ur •