1,1
I »
• [i,.
M
• !
E L Y K E
Honing, het welk af te nemen isuyt deplaats
van ßuripides die reeds is bygebracht Borat,
II. Boek, II). Lierzarjg:
- - - Te zingen 00k de vr acht haareßroonten,
en te verbalen de boningraten
3 5 0 G E E S T
Juäea Word alhier en op vede andere piaatzen
genaamt een land van Melk-en Honingvloeijeiide,
en dit zelfde Hoofdflul; -vers. 17.
op dat Mozes niet twyfiekn -¿oude knnnen
nopens deßelofte. XII1.5. XXXIII. 3. Lev.
x Í h Num.Xm. 17. XIV 8. XVI. .4-
Deut. VI. 3. XI.9. XXVI.9. "!• XXVII. 3-
X X X I ÍO. Joi.VI.6. Jerra.XI.i. XXXII.
2J. Eiech. XX. 6. 15. Ookisdeze Spreekwyzc
den Ongewyden Dichteren gebruykelyk
Eurípides in Bacchus vers 141.
^e Jkker vloeyd van Melk^
Zf vheid oek vart fp^yn, zy vloe-,d cok van
der Byen Nektar
Virgilius III. .
Dat v/oeijen van Honing , en dat de
feherpe dooren drage Amomum.
Ovid. Herfchepp. I. Boek. alwaar hy van de
Guide fc^euw fpreekt.
Ve R 'tevieven p.rooinden nu van Melk , nn
' n zy van Nektar.
Alwaar door Nektar meet verflaan worden
GevaUen u)t de boUe Boomßammen.
Claudianus bei 1. Boek van StiLikons hf hct
8+. vers.
Zy zeggen, dat als toen de T aar den der Zon^
als toen de ßerren by letjen bebbengedanß^ en
dat flroomen van Boiting en Rivieren van Melk
Vyt den grond zyn
Dfiar is niemand, die zoiide twyfTelen kun^
nen , aaii den overvioed van Melk en Melkvooribrengende
in Jiiäe/i-^ de Herkauwende,
en te gelyk Melk gevcnde Beeilen waren het
Joodfche Volk tenfpy'¿e,en'Üffcrhanden voor.
gefclireeven : die Landrtreek in Bergen en
Dalen verdeeld, bracht overvloedige Honing
voort, niet alleen lamme of Fhysbomngy uyt
de Byen dewelke le huys gevoed worden,
maar ook Wilde^ meLi agrión^ by welke
annes geleefd heeft in de woeilyne Maitb, III
4. van dewelke eiders breeder.
E X 0 D: III. vers. 17.
fan of Abib, dewelke overeenkomt ten deelä
met onzen Maart, en ten deele met onzen
yipril Ja zelfs het beilipte begin in de eerftè
Nieuwe-maanvan de Nachtevening in de Lente.
Daarom hehhe ik^gelidi Ussiti tt-lieden uyt de 'verdriiklé^i,^ '^d.n Egizie opvoeren
tot bei land der Kamaniten, ende der Het hit en, ende der ^moriten, ende det
Phere^teny ende der Heviteny ende der JehuJitenj tot het land vloeiiende van
meick^ en honingh. Zie vers 8.
E X O D: TV. vers. 9.
Ende het gefchiedeny ool^de^ twee teekenen niet en geloven, nochte M
mve flemme en hooren, neemd uan de 'ìvateren der riviere, ende ¿et^^ op k
drooge: ^«//é"« de water en, die gy ttyt de ri'viere ^It nemen ^ die ^l-ve Kffliea
tot bloed mrden op het drooge,
Mozes heeft twee Wondcrwerken gezien den geopend, in den Nylilroom, welkerwaen
uytgcvoerd in den ihfals op een Voorto- ter nu niet by der band was. Doch hier van
neel, en in zyn lichaam, het derde moeit hy '¿al breeder worden gehandeld, wanneer wy
niet verrichtcn aan de overzydevande Kode met 7hattfnat!crguszu\knEgyj>tezynmgegmi
Zee, m-aarini.^gi'/'ri'zclve, alwaar het Toneel namenilyk vande verandering des Watersia
der aldergrooilte Wonderdaden moeft wor- Bloed.
E X O O: Xr. vers 4. en j.
l^oorder ^etde Mozes, Zfl heeft de HE ERE ge^eid : omtrend middernacht ^d
ftytgaan door 't midden Dm Egipten.
Ende alle eerfigehorene in Bgyptenland ^ulien flerven, tanPharaos eerjìgeborenenafi
die op ^ynen throon T^tten ^oude, tot den eerflgehorenen der dtenflmaagd, dif
achter den mealen is : ende alle eerfigehorene des 'vees.
E X O D: XII. vers i. en 2.
K Ü N D E .
Geene en het oude, het welk zy häddenvatl
de Voorvadereni is het Zonnejaar geweell,
van 11 Zonne raaanden, by dewelke op hec
laatft 5. zyn bygevoegd , gewyd ten Burgerlyken
gebruyke, ook voòr de Sabbaths-Jarert
of Jubeljaareh, welker begin was de Màand
Ihifri, op denherffl. Dit, ofhet kerkelyk
Jaar , wierd gebruykt ter plechtviering iei
Feeften, endebegon, uyt kracht van het G»ddelyk
Bevcl in onzen Text, in de Màand
Na dezen moeten in het vervolg alle dS
Feerten volgens de Nieuwc-Maanen worden
gerekend.
Doch de Geleerden hebben verfehl!, ofdit
zelve kerkelyk Jaar geweeft zy van de Zonni
ofvande.Mzw, oiMaan-Zonmg? Ditlàatfté
willen de aldervoornaamfte Tydrekenaars. Het
blykt uyt den beginne, datdejodenaehthebi
ben geflagen op de beweglng van de Zon,
het welk, gelyk wyvoorhcengezien hebben,
invalt op de eerfie Nieuwe Maannaden Zon^
neftilftand: insgelyks uyt de during der Maanden
van 30. dagen, die geindigdzyn, welkö
afraeeting gemakkelyker is voor het burgerlyk
gebruyk, danvandeMaan-maanden. Dus
eindigden alle Maanden met de 30. dagen.
maar de laatfle met 35 , of, by aldien zy de
Maantydenhebben gebruykt,hebben zynood^
zake gehad om op elk tweede of derde Jaar
eene gehele Maand, of eene ganfche Maan^
maand daar tuflchen te voegen, op dat zy tot
de beweging der Zonne zouden kunnen weder
te rüg komen. Hier van daan is het, dat
ha gemene Jooäfijaar gehad heeft 12 , maar
het ¡•chrikkeljaar r 3. Maanverfchyningen : het
geiliene is echter geweell het gewoonelyke of
mtddelflevm 354, dagen, oihetovervloedite
van 35?. of het gebrekkige van 3 n - Maar
ook was het Schrikkeljaar van drlederlei eedaante,
"De BEBR E nu hadde tot Moxfs ende tot Aaron in Egyptenlandegefprohfny ^eggetik
Dexe ^he maand tt-lieden het hoofdt der maanden T^yn: Kal u de eerfle'Vi^"
ile maanden des jaars ^yn.
uyt
N A T U U R UY t de tot noch toe bygebrachte verfcheidene
Bewyzen is het zeker, dat de Wonderwerken
, tot dezen tyd loe , E^gypte ten
ílraf en verderf, verriebt zyn geworden in
den Lentetyd , omtrent de Nachtevening.
Eene gefehiedenis, devvelke verdiende, niet
20 zeer door yzere grifHen in KöperenMíKmer
te worden gehouwen, als we! in de gemoederen
der Joden, ja in een Tydbeg'm of
Jydwortel. Eene zaak waardig door een Eeuwrg
geheugen den Tyd als eene Kopere Tafel
te worden ingefchreeven. ja jaarlyks by
het alderplegtigftc Paafchfeell te worden gevierd,
Wy hebben gezien, in het byzonder
uyc de vergelyking Gen. VII. u . 24. enGen.
y 111.4. dat by de Aartsvaderen in gebruyk
isgeweeft hetZonnejaarvan 36?. dagenvoor
ende na den Zondvloed, tot die tyden toe,
op welke het Ifraelitifch Volk van het Jok der
Egyptenaren moelle worden verlort. Doch of
dit Jaar begonnen is op den Hcrfft, of in de
Lente, is hier de plaats niet omte onderzoeken.
Hetis langgenoeg, dat de Ilraehten
gedrukt zyn gevveeft onder eene vreemde
heerfchappy, ja eindelyk tot de laatlleademtochten
gebracht. Nu zal deflaatvandit Volk
zoBurgerlyke, als Kerkelyke eene andere ende
ten eenemaal nicuwegedaanteaantrekken.
De Kananeejihe dienrtbaarheid heeft geduurd
31?. jaren, en zo lang de EgyflifchezieGea.
XV. 13-16, Nurteekteene nieuwegedaante
van Regiring het hoofdop, cvcrwelkegeen
ander Volk zieh kan beroemen eene, Codsregeiring.
Deze doorlnchtige Verandering
heeft gdegendheid gegeven hetTydbeginder
Joden, gelyk de Aankomüe van KRISTUS
aan het Tydbegin der Kriflenen , het Geüichte
Romen aan den Tydwortel der Romeinen,
andere zaken van andere Volkeren,
dewelke de aldermerkwaardigfte waren aan
andere Tydrekeningen , welker optellinge
ik nalate. ^
De Joden zullen in het Vervolg een dubbeld
Jaar hebben, een Burgerlyk en een Heilig.
van 383. 384. 385. dagen.
E X O D: Xir. vers 6.
^"à'^ ft ¿rt i« lewanng hebbm tot den ^eenienàén dag de^ermand-ende dt
lantfée geme,Ute der Fergadering Ifraïls 'tflachten ífféen t^ee I X
De Verklaring van dit Vers is van geen
klein gewicht, zo ten aanzien der Tydfekemng,
alster ontbindingvanverfcheidene v-.^^^.Miuiig Vau vcncneiaene
KR STUb betreffende. GOD heeft, gelyk
wy^bben gezien . demaand, ehdendagom
het Tafiba te flachten, en te eeten aangezegt,
en, gelyk wy nu zullen zien, byna het Uur,
dewyl hy gebied dat het geflacht zal worden
7uffchen twee avonden.
Het is van eiders, en al was het maat uyt
de gefchtedems der Wereldfchepping', bekend,
dat de Jlag h de Joden, gelyk ook by
de hedendaagfche Itahanen, van den avond
is begonnen, eh öp den volgendeaavt^nd geemdigt,
cf, volgens onze manier van rekenen.
van zes ùufeii des avonds zieh te hebben uytgeftrekt
tot des aVohds ten zes uuren op deh
TOlgenden dag. De Joden worden gclail den
Zabbathdag te onderhouden vandenàvonditoi
den àvondt. Lev.XXIIt. 52
Maar welk is die T y d , waar van hier word
gefproken , tuffchen twee avonden ? Zb wy
den Joden raadplegeo, aan dewelke het van
V v v belang