,■> àan de géelagtige witte en blinkende plekken, die zig als
,,-Droppels vercoonen, zien kan. Bygevolg is dit niet natuur-
, , lyk zo gewasfen, maar het Stuk heefteen zagt Vuur uit-
„ geftaan
l î i t deeze onderrigting blykt alzo, dat ten minften de Bismuth
een groot gedeelte van dit Ertz uitmaakt. Terwyl wy
nu reeds gezegd hebben, dat men zommige Kobald Ertzen op
het oog niet van Bismuth onderfeheiden kan, ( want men heeft
Bismuth zonder Kobald, en dan ook Kobald, dat na de Bismuth
gelykt, en egter niet v e e l, en zomtyds geheel geen
Bismuth houd, maar geheel rein is ) zo.is de Vuur-Proef al-
leen maar in ftaat, te onderfeheiden, o f de StufFen Kobald
houden, o f niet: want zo ’er Kobald in is , zo moet dat Ertz,
met Borax gefmolten zynde , de Kobald-Deelen door een
blaauw Glas aantoonen (p? )-
Belangende de Stukken onder Fig. io . en n . afgebeeld, zo
is een van myn hooggefchatten Vriend, en groote Kenner,
wiens oordeel wy in de Natuurlyke Hiftorie zeer vereeren,
van gevoelen, ,, dat, terwyl de Kobald-Ertzen zomtyds een
„ geel Beflag hebben, men Eg. xo. ten opzigte zo van de
„ koleur als de gedaante voor een Kobald-Er tz , dat een Regu-
,, lus, of Metallue vaftigheid heeft, houden kon, maar het Stuk
„ Eg. n . was niets anders, als een zoogenaamde Sandaraca
„ nativa, die, in een oneige zin genomen, wel Auripigment um
,, mtivmn genoemd word, (want het werkelyke Auripigmentum
„ Nativum is van een andere Natuur) en offchoon men wel
„ geheel geele Kobald-Ertzen vind , zo zyn ze dog zo
„ zeldzaam, dat men uit veel omftandigheden wel twyffelen
„ moet, o f het Origineel een zulke Kobald geweeft is (gg)” ,
Hier mede zyn de Afbeeldingen .in het Mineraal-Ryk,
geeindigd. ’Er ontbreeken nog wel de Befchryvingen van de
eigentlyke Bismuth- Zink - Galmey - Arfenitk - Zmavel- en Vitriool-
Ertzen; maar het Beilek laat ons niet to e , om van deeze
Stukken afzonderlyk te handelen, te meer, öm dat reeds by
de andere Ertzen van een en ander is geiprooken.
Wy gelooven ondertusfehen, met de Befchryvinge aan den
Leezer genoegen gegeven te hebben, zoo verre die met het
oogmerk van dit Werk overeenkwam, en hy eifchen kon.
Die luft hebben naauwkeurige Afbeeldingen en Befchryvingen
van uitgezogte StufFen te zien en te leezen, hebben het ge-
leerde Werk van den Heer Hofraad Schmiedel voor oogen, het
geen mede een Rede is , waarom wy in’dit Stuk niet wydloo-
piger zyn ( r r ) .
W y befluiten dan nu het Eerfte Deel, om aan de L ief heb-
bers vooreeril een volkomen Stuk te leeveren. De volgende
Clasfen, die het Tweede Deel uitmaaken zullen, en waarvan
reeds Veel vervaardigd i s , zyn ongemeen ryk, zo dat men
wel vermoeden kan, dat het Tweede Deel niet alleen zo 'groot,
maar ook wel grooter als dit eerfte Deel ftaat te worden.
Want behalven de Kreeften, Zeeßarren , Visfen, Vogelen en
Amphibien, o f halfilagtige Dieren, die in het Tweede Deel
voorkomön, is byzonder het Vak der Viervoetige Diesen een
Hoofdzaak, waar op wy langer zullen blyven flaan, om dat
’er weinig gekoleurde Afbeeldingen van z y n , zullende, zo
wy vertrouwen, het den Leezer niet onaangenaam zyn, wan-
neer dit Vak iets grooter word, als de overige, te meer, om
dat wy zorg dragen zullen, dat van de Geilagten der Dieren
de voornaamfte Stukken afgebeeld worden.
(pp). De Heer Sprunglin heeft, 9»de* XmtyA »vm dit jluk lerigt, dat btt etn tmtlyk gemtetie Kobalt Ertz t f , bet geene veel kenlyk
gediegen Bismuth houd, en maar utt, zo ras er de Bismutb uit gefmnltm «v. SaWn etn fraay blaauw finalt, of Glas gemaakt rnord
zynde hier de Bismutb maar half uit gefmolten , tarnende dit nog de Druppels, die in de ßeen zyn blyven satten.
(gg) De Heer Sprunglin zegt: dat Fig. 10. Een Giftkies, of Mispikel is, en Fig. n . is volgens zynmeening, het Auripigment van
Cronftäd, en bet groengeele Operement van Wallerius, anders genaamd Auripigmentum Citrinum.
( r r ) Dit hier aangebaalde Werk van Schmiedel, gelyk ook dat van Valmont de Bomare, over de Metallen en Mineralien, zal
ly de_Drukkers deezes uitkomen.
E Y N D E v a n h e t E E R S T E D E E L .
R E G I S T E R
R E G I S T E R
V A N D E
AFBEELDINGEN,
IN DI T E E R S T E DEEL.
Tabula. Egura
A . Fig. i.
K O R A A L.
fabula Egard
E.gt roodkoraal lût de Middelandfche
Zee. Corallium rubrum O f f i c .
2. Een diergelyk met fwarte vlakken. Ejusdem
Varietät variegata.
3. Een Koker- o f Pyp * Koraal. Tabularla
Purpurea. Tubipora Mufica. L in n .
A . I. Fig. 1. Een fwart Hoorn - Koraal. Corallium nigrum
arboreum- Antipatbes L o b e l i i .
2. Een wit Starre - Koraal. Corallium album
Stellatum C a sp. Bauh.
3. Een wit Oog-Koraal. Corallium album
oculatum offic. J. B au h .
4. Een wit Steen - Koraal. Madrepora Abrotonoides.
B o e r h .
3. Een Vingervormig Oog - Koraal met aan
malkander gèwàsfe Takken. Millepora
digitata. L in n . M o r i s .
4. Een geel Hoorn - Koraal, met Puntjes
op de Schors. Litophyton aureum punc-
' tatum.
A . IH. Fig. i- Een Paddelioel - Koraal, Zeebloemkool,
Amarantbus Sdxeus. B e s s l .
2. Een diergelyke van dezelve zoort, met
veele gangen, Harsfenfteen. Madrepora
Maandrites, vel areolata. L in n .
3. Een Netvormige Koraal-Schors. Efcbara
retiformis. R a j i . ,
4. Een Paddeftoel - Koraal. Madrepora fungites.
L in n . FungusLapìdeus. B e s l e r .
5. Een Hoorn - Koraal met Ringen, o f A . IV . Fig. 1 . Een Doolhofs Steen - Koraal.
Leedjes - Koraal. Ifis Htppuris L in n .
A . II. Fig. 1 . Een Steen-Koraal met veele kleyne
Starretjes. Madrepora Abrotonoides Boerh.
2. Een diergelyk van een kleinder zoort.
Corallium porofum album minus. Sloan.
Labyrinthiformis. L in n .
2. Een Starre - Koraal - Paddeftoel. Madrepora
favofa. L i n n . '
3. Een diergelyke van een andere zoort.
Madrepora Aflroites. L in n .