Men konde by deeze overweeging ligtelyk in twyffel geraa-
ken, hocdanig de Zee in ftaat waare by eene zodänige ont-
zachelyke Voortplantinge alle die Sebepzelen te bevatten;
maar Wal-Visfcben, Zee-Honden, ZmaardWisfcben,, Zee-Koeijen,
Zee - Leeuwen, Noord- Kaapers en dergelyke groote Zee-Monflers,
moecen immers -ook leeven , en zullen zonder twyffel heel
fcbielyk den al te grooten Aanwas deezer Schepzelen weeten
te verhinderen. Midden in het Lichaam deezer Starren is eene
kleine ronde opening, van waar een fpleet längs alle Straalen
loopt.- In deeze Reet o f Sleuf kan men zeer naauwkeurig
zien, op. wat wyze de ßorfteltjes aan elkander gehegt zyn.
Fig. 4. De bove zyde van de zo even befchrevene Star ii in
deeze Figuur afgebeeld. Het geheele Lichaam en alle Straaien
zyn hier met een fraay Vlies overtrokken, door welke netvormige
Aderen loopen. Op deeze Aderen zitten even zulke
Borftels in grooten aantal. Op het middelfte gedeelte van het
Lichaam, iets ter zyde, waar twee Straalen tot een komen,
ziet men een gladde en iets verheven Piek » dergelyke men
aan alle Zee-Starren vind. Deeze houd men voor het aarsgat
van de Star j gelyk de fpleet aan de onderfte zyde den Mond
aanwyzen z a l, mits veronderfteilende, dat dit Schepzel een
Dier is , het geen egter nog niet zeeker beweezen is; -
T A B . G. I i;
Fig. B. T n deeze Afbeelding hebben wy die zelfde Star, die
X wy op de voorige Plaat Fig. A . aan de onder
zyde gezien hebben; ook op zyn rug te befchouwen. Hy is
omtrent een Hand dik en heeft de Gedaante van een Pafty.
De Oppervlakte heeft verheeve Ribben die in halve Boogen
omloopen, en door andere regthoekig gekruift worden ; op
ieder Plaats, waar zig de Ribben kruisfen o f doorfnyden, ryft
een Tak ofTand om hoog, en de geheele Rand vanonderen
is mede met zodanige Takken omgeeven, die alle de gedaante
van Wratjes hebben. Tusfchen de Ruiten van het netägtig
Weefzel, dat door de voorfchreeve Ribben veroorzaakt word,
is het Opperylak voi verheeve Púntjés , en ziet ’er uit als
Sagrin-Leder. De binnenfte Beontjca d îc ,Je uicAcè&cüdc
Wratjes van onderen onderfteunen, zien ’er als de Kroonen of
Kopjes der, Kruid-Nagelen uit, en mogelyk zyn de bekende
Nageltjes Steenen (die in Smaben en in Zmitferland gevonden
worden, niet dan Verfteeningen van de binnenfte Deelen der
Zee-Starren.
’ Dit Zoort van Zee-Starren word in Oofi-Indien, als mede
aan de Antillifcbe Eylanden en in de Bogt von Mexico gevonden.
Fig. i . Geheei anders is de Bouw* Ordre van die Star, die
wy in deeze Afbeelding van onderén befchouwen. De Straalen
gaan wel mede uit net Middelpunt, en de Beentjes leggen
in Reijen, zo als de Borftels van de kleine ruige Star op de
voorgaande Plaat, maar het getal der Regels iS grooter, eh
zy leggen breeder van elkander.
Ook is dit Zoort niet ruw, maar alle Beentjes leggen plat
en glad naaft elkanderen, zynde door diepe ' Voorens vati
.elkander afgezonderd. In het midden ziet men in een vyf-
hoek v y f langwerpige gaatjes'.ter Plaatfe, waar ieder keer twee
Straalen aan elkander ftooten.
Fig. 2. De boven zyde van de zo even befchreeve Zee-Star
is geheel anders vaü maakzel. Men ziet ’er niet een Beentjé
op, uitgenomen aan deh Rand, waar de onderfte Beentjes
uitAcckvii, cn Jcdscivc als getand doen verlchynen. De Up-
pervlakte is geheel plat ¿ ziende van wegens de ontelbaare
meenigte om hoog ftaande Puntjes ruig, en als Tryp ’er uit.
Fig. 3 es 4. Deeze Zee-Star, die hier aan beide zydeh
vertoont word, is omtrent van de voorgaande Gedaante, uit*
genomen, dat hy maar vier Straalen heeft, het geen oök oor-
zaak is , dat het middel Lichaam niet zo breed fchynt te zyn.
Dit Zoort word zeldeh gevonden.
Fig. 5. T o t Bladvulling is hier nog een Star vertoond, ver-
fchillende van die onder N°. 1 , 2 , in niets anders als dat hy
kleinder is , om dat hy jonger is.
T A Bi G¡ Í I Ii
Fig. z. 'T 'V t 2elfs de Zee-Starreri, die van een Geflagt
I J zyn , nog onderling verfchilled, is aan deeze
Netvormige Star te zien, behoorende tot het zelfde Zoort als die
ran Tab. G. 1. Fig. A. en G. II. Fìg. B. Het onderfcheid
is daar in geleegen, dat deeze geheel geen uitfteekende Takken
heeft (0 ) ; maar in derzelver Plaats enkel ronde Knopjes,
die een vlak rond hebben, en niet. zeer uitpuilen.
Dit Stuk is zeer wel gedroogd, en de Straalen ftaan in een
zo wel gefchikten vyfhoek, als o f zy afgepaft waren.
Men vind zomtyds, fchoon zeer zelden, vierftraalige Starren
uit even dit zelfde Geflagt, die in niets anders, als in het
getal der Straalen verfchillen. Wy bezitten een dergelyke,
die ’er volkomen als een vierkant Bedde-Kusfen uitziet, zo
fraay en gaav, dat men hem onmogelyk voor gebrekkelyk, o f
dien de vyfde Straal ontbreekt, houden kan.
Fig. 2. W y hebben Plaat G. I. Fig. i , 2 , feeds èen
Wormvormige Zee-Star uit de Noord-Zee gezien. W y voe-
gen ’er een Zoortgelyke, die grooter, en fwart van koleur is
b y , körnende uit de Americaanfcbe Wateren.
Men noemd dit Zoort Stella Marina Lombricali!, om dat de
Straalen ’er als een Aard-Worm uitzien.
De Bouw-Orde is met de voorfchreevene volkomen over-
eenftemmende. W y bezitten nog een dergelyke, die een
Straal verlooren heeft, in Welkers plaats een jonger en dunder
Straal aangewasfen is.
Dit Zoort zit doorgaans tusfchen de Rotzen en het Koraal,
zynde zomtyds daar in gegroeid. Men vind Ze ook die rood
en afchgraauw van koleur zyn. Z y beweegen zig lhel, doof
dien ze uit enkel Gewrigten te zaamen gefteld zyn. '
Fig. 3. w y
(0 ) Mogelyk is deeze Star maar met ingetrdkke Wratjes gedroogt, en dus geen verfchillend Zoort, daar andere in iegendeel met uitgedrukti
of uitfebietende Wratjes droog morden.