ftreepen, verder na bcnreden toe met ronde Plekken, en aan
de Pooten met zwarte Puntjes voorzien. Men kan ook tot
dit zelfde. Tyger Geflagt de zogenaamde Americaanfche wilde
Katten jeekenen.
Deeze Dieren hebben op de wyze zo als de Katten een
Snorbaard, blaazen met open Mond, alshun iets onaangenaatns
bejegend | zyn ongemeen buigzaam en gaauwt, fpringen altoos
gints en weder, en maaken, Jong Zynde, even zulke potfige
Katte-Ruggen, als onze Jonge Huis-Katten gemeenlyk doen.
Z y zyn zeer valfch, en men kan haar niet betrouwen, fchoon
zy van ’t zelfs geen Menfch kwaad doen , Indien hun den
Honger niet daar toe dryft, o f dat zy getergd worden. Z y val-
len op hun Ro of met een Sprong, (gelyk de Huis-Katten
doen, wanneer ze een Vogel o f Muis vangen, ) en verfcheu-
ren denzelven met grimmigheid en. groote kragt. Z y worden
zo groot als Slagters-Honden, o f als de groote zogenaamde
Engelfche Doggen.
m a B.
f \ n d e r de vergeleegene Landftreeken, die ’voorna-
y^Z-mentlyk aan raare, en gedeeltelyk onbekende
viervoetige Dieren rykzyn, verdient Jfrica .de eerfte Plaats,
want daar van daan, en byzonder uit het binnenfte Deel van
het zelve worden nog beftendig nieuwe Dieren aangebragt,
zo dat de Holländers aan de Kaap de Goedt Hwy gCa « J ;s
we. Zaaken te zien krygen, die zy voor een gedeelte.door de
Hottentotten magtig worden.
Onder anderen behoord daar toe. de voor weinige jaaren
eerft bekehd geworde bonte Bok, welkers Kop. in deeze Fi?
guur vertoond word, en het Koetoe, waar van de Kop op de
Plaat K. V . te zien is, en hoe veel onbekende Dieren; mögen
’er zig nog wel in Etbiopii'n, en andere Geweften, waar byna
nog geen een Europeer geweeft is , ophouden ?■ Ten minften
gelooven wy , dat wanneer een Gezeldfchap van Natuur-Ön-
derzoekers derwaards een Reize zoude willen ondemeemen,
het zelve in alle drie de Ryken der Natuur zo veele zeidzaame
Zaaken zoude komen te vinden, dat het in geen Land meer
tot verzadiging van hun Onderzoek-Luft, en tot betaaling van
liun moeite enkolten, zoude ontmoeten, als daar.
Men heeft namentlyk in Africa, omtrentde Kaap byzonder
waar de Hottentotten woonen, eene groote menigte en ver-
fchillende Bokken, waar van nog de Inwoonders,nt>g de Eit-
ropeers de Naamen weeten te zeggen. Daar toe behooren onder
anderen de blaauwe en de bonte Bok, dog de tegenswoordige
bonte Bok is een geheel andere, als die ons van Kolbe be-
fchreeven is, want de bonte Bok van Kolbe is rood, wit en.
bruin gepiekt, en heeft regt opftaande digte Hoorens, die van
onderen Ringen o f Rimpels hebben.. De tegenwoordige in-
gendeel, waar wy van fpreeken,is graauw, en vah^den Rug-
graad tot aan den Buik toe wit geftreept, gaande ook aan het
Voorhoofd van beide Oogen tot fchuihs naar den Neus toe,
een witte flreep. D,e Hoorns zyn ook h o l , ' glad, en iets
krom geboogen.
De Ooren zyn byzonder lang en breed, zo dat de Kop zeer
wel op een Gehoornden Ezelskop gelykt. Het Dier is tamelyk
groot, en voorts omtrent zo vap Gedaante, als de Koetoe
waar van wy by Tab. K. V . breeder Narigt geven zullen.
W y zouden zeer geneegen geweeft zyn, deezen tegenwoordigen
Bok voor een Jonge Koetoe te houden, dien de Hoorens nog
niet uitgewasfen zyn, o f vooi; deszelfs Wyfje; maar een goed
Vriend, die beide Dieren zelfs aan de Kaap gezien heeft, en
door wiens goedgunftigheid wy deeze twee zeidzaame ftukken
bezitten, heeft ons de vafte Verzeekering gegeven, dat deeze
bonte Bok een volkomen uitgewasfen Dier is in Zoort van de
Koetoe verfchillende. Mogelyk is hetdan een Byzoort, want
tusfehenden Jfrictmfcben blaauwen Bok, den bontenBok, den
m i.
vreemden ongenaamden Bok en het Eland- Dier, ( welke vier
.Dieren Kolbe befchryft) is mede een zeer groote overeen-
komft, door dien ze maar in een kleine omftandigheid omtrent
de koleur o f . Hoorens van elkander afwyken , en mogelyk
Paaren zig deeze Dieren onderling met en door elkande.r, het
gccu üau iuuamg mein verfchil zeer wel veroorzaaken kan.
Deeze Bok heeft fyn e, bruingeele, en tamelyk lange Hai-
ren, die aan den Hals en aan het Onderlyf het langfte en op
het gevoel zagt zyn. Ter zyden van het L y f loopen verfcheide
witte ftreepen tot aan den Buik. Längs den geheelen.Rug tot
over den Hals en Nek ftaan de Hairen van by de kanten te-
gens elkander als Borftels op. De Staart is een Elle lang, en
omtrent van Gedaante als die van een Ezel. De Snuit gelykt
op die van een ©s, en is hier en daar met lange Borftels be-
zet. Om de Oogen gaat aan de Oogleeden een Ring met lange
zwarte Hairen, die zeer digt aan elkander ftaan. De Hoorens
zyn hol,, en kunnen van hun binnenfte afgeligt worden. . De
groote van dit Dier is als van een Mein Koebeesje.
z . ’Er is b yTab. K. reeds gezegd dat de Tygers gelyk
ook de Leeumen tot het Geflagt der Katten behooren. Nu
vind men in dit Geflagt nog meer Zoorten, by voorbeeld de
Tyger-Katten, de wilde Americaanfche Katten met een fpit-
zeo. Snuit i de Civet - Katten, gemeene wilde Katten, Berg-
Katten, Losfen, en Los-Katten, om nu van de meenigerley
Huis-Katten Qbb') niet te lpreeken.
Deeze Afbeeldmg toond ons eene wilde Civet-Kat met een
fpitzen Snuit van het Eyland Cajenne in America.
Onder de wilde Katten namentlyk, die onder den Naara van
Cati SilteJlres bekend, en nog eens zo groot als de Huis-Katten
z y n , vind inen twee Zoorten, het eene met een ronden, het
andere met een fpitzen Kop, wordende het laatfte ook Mara-
cyor . e n Oxycepbalon genaamd. De Civet - Katten mtegendeel
zyn Dieren die een fterk ruikend Balfemagtig Vogt in een
Zak, die tusfchen de Agterpooten hangd, afkleinzen. Tus-
fchen deeze beide Dieren nu fchynt dit tegenswoordige een
Middel-Zoort te zyn , nadien het van de eerfte de gedaante en
fpitze Snuit, en van de andere Zoort den Reuk heeft, zonder
egter van een Civet-Zak voorzien te zyn ( c c ) .
De Kop is van boven breed, loopt tot aan den Snuit, die
geen Snorbaard heefc, fpits uit. De Ooren zyn klein als die
van een Kat. De Neus is zwart bruin, het Lichaam voorzien
met een langhairige V a g t, fteekende overal enkelde Hairen ,
die langer als de andere zyn, uit. De Staart is dik, langhairig
en op een bruin graauwen grond geel gebandeert. De lange
Hairen bezetten het Lichaam tot aan de Pooten, die onder
. byna
K i 2, «f/ji =5« . * uitgamlvl, a ¡M i» wy i,g mngmah,
T m é w m S ñ S ' ”S’ ’ O ü -J ü tM vind mn in sferiün,
Z o f zwsfffmuw"-11“ 1 “ " ÉÉ ^ fpiingm, zmdw nmgi blyt van val/MiiL
« • » * Hm L i n n * u 8 í« / , zoortgtlyk U i , in itt CiJIag, di, Hmin „
paatfi, wm h t z ih i din Naam van Lotor gtevtmli, ty. anden Scbryytrs Coatí genaamd. Ha fibyni tgttr nía dal dil bit alfaa
D , „ bibbtndi ma, mtrtenkmfi mil bu Qtflatf la wildt ím m , mRer Smit Jpil, mlloipt. ' m m .b a a ljd .