vx V O O R R E D E .
en dat zy by gevólg zulke koftbaarc Afbeeldingen niet verdienen. Of
fchoon nu wel de Ondervindinge de Liefhebbers het tegendeel leerd, wan-
neer zy met het verzameten van een Kabinet een begin maaken, en of
fchoon z y gewaar worden, dat, veele Zaaken magtig te worden, veel
moeite koft, zo willen w y egter ten overvloede eenige -maarigheden opferen,
die h e i verzameten van een Kabinet verzellen, om daar door te doen zien, dat
men aan de Voortbrengzelen der Natuur niet ten onregte den Naam van
Zeldzaamheden en Koßbaarbeden geeft, en dat het in lange zo gemakkelyk
niet valt, een Kabinet van Zaaken, die in dit Werk vertoond worden, by
een te brengen, gelyk zig zommige verbeelden.
Het is wel waar; dat de Natuur, waar z y zonder verhindering, en als
in ftilte werken kan, ryk genoeg is om niet alleen veele Veranderingen,
maar ook van eene iegelyke Verandering eene meenigte voor den Dag te
brengen, en z y doet ook zulks in der daad, zo al niet met alle, ten minften
met de meefte Zaaken; maar hoe groot zyn niet de zwaarigheden, die w y
ontmoéten, eêr Wy haare Voortbrengzelen magtig worden? Hoe ontoe-
gankelyk zyn de meefte Plaatfen, daar men de eigentlyke Konftftukken
van de Natuur vind, en hoe weinig Lieden worden ’er gevonden, die men
in afgeleegene Waerelddeelen de Zorge aan vertrouwen kan, om de Natuur
in haare verborgene Werkzaamheden na te fpooren ? E n , gelukt dit al, hoe
veel moeite en koften veroorzaakt het naderhand, de gevonde Stukken zelf
uit de hand van de Onkundigen te verlosfen, en ze voor den ondergang,
waar voor z y op allerhande wyze bloot ftaan, te bewaaren, dopr hun een
P l a a t s in onze Kabinetten aan te wyzen? W y willen maar eenige Voor-
beelden aanhaalen, die in ftaat zyn ons te overtuigen, en van welke men
een nader Beiluit op meer dergelyke zwaarigheden maaken kan. Men ftelle
zig by Voorbeeld maar eens voor, de gevaarlyke w y z e , hoe het Koraal
gevift, en opgevangen word.
Het
V O O R R E D E . vn
Het Koraal zit aan Klippen in eene verfchillende Diepte van eenige Va-
demen. De Plaatfen waar het eigentlyk is, moet men maar gisfen, om dat
men ze niet zeeker weet. ’Er Word eenige Manfchap met de iiodige Barken
, Sloepen, en andere Vaartuigen met een groote meenigte van Touwen,
Haaken, Kruishouten, Netten, Hennep - Ballen en dergelyk GereedfGhap
vereifcht, wanneer ’er gevift zal worden. Hier mede begeeft men zig op
de Z e e , en werpt de Kruishouten met Netten en Hennep in de grootfte
Onzeekerheid uit. Indien het nu gevallig treft, dat ’er eenig Koraal door
de Netten o f het Hennep gevat word, zo veroorzaakt het geweld, waar
mede men de Kruishouten wederom om hoog haalen moet, om het Koraal
van de Klippen af te fcheuren, dikwils onder de fraayfte Stukken de droe-
vigfte verftooring en vernietíging: en, zo ras het Koraal maar aan de Punten
afbreekt, zo beftaat de Vangft in niets anders als in een meenigte onaan-
zienelyke Brokken. Ja zomtyds gebeurt het by geval ook wel, dat men de
Touwen en Netten kappen, en alles Prys geeven moet.
“Hoe ongemeen zelden gebeurd het dan, dat men eens een geheele Koraal
Tak, die maar eenigermate goed en gaaf is, om hoog haald? En hoe
ras verfwinden niet deeze weinige fraaije Stukken voor de Oogen van byzon-
dere Liefhebbers, terwyl groote Heeren, die niet noodig hebben met haat
Beurs raad te pleegen, van voor langen' tyd een waakend Oog houden, om
goede Kabinet ftukken ook met goude Angels weg te Visfen? Ditis nu
reeds het Noodloc van het egte r.xxi en wit KoranJ, dat irr de Apotheeken
gebruikt word, en om het welke te krygên veele Visferyen aan de Europi-
fih e Kuften gedaan worden. Hoe gering moet-dan wel onze Verwagtinge
omtrent hét fraaije, zo wel egt als oriegt,îwart, rood, wit, en ander Koraal
z yn , dat in de verre afgelegene Indien van de Natuur voortgebragt word,
het welk nog geen T ak van Koopmanfchap geworden is, -ook in geene
Apotheeken of Fabryken gebruikt Word’, en maar alleeii tot een Pronk-Stuk
* * 2 voor