de Kapellen - Jagt, dat men ’er alle Europefche Liefhebbers van voorzien kan?
Idoe veelen zyn ’er die geen geduld genoeg hebben, met deeze Diertjes zoo voor-
zigtig om te gaan, dat hun niets van het Stof der Vleugelen afgaat, waarin
de grootfte fraaijigheid beftaat? O f dat z y regt opgeftooken z yn , zonder
dat hun de Sprieten o f Pooten afvallen? O f ook datze voor Motten en
Mieren bewaard blyven, om niet befchadigd, o f opgevreeten te worden?
Iloe zelden vind men de Hoorens en Schulpen in haare volkomene fchoon-
heid? Immers is het bekend genoeg, dat aan die geene, die aan het Strand
geworperi worden, of die dood zyn , hunne natuurlyke prägt en luyfter
nooit weder door polyften kan mede gedeeld worden.
Hoe weinig menfchen verftaan de Konft om deeze Schaaldieren fchoon
te maaken, en hoe weinige hebben daar geduld genoeg toe? Is het niet al-
dus, dat ook veele Correfpondenten in de Indien gelooven zig wel gekwee-
ten te hebben, als z y aan de Europefche Liefhebbers fchurfde, verkalkte en
gebrooke ftukken toezenden?
Wát koft het niet al een moeite, de groote Zee-Starren zodanig te droo-
gen, dat z y niet inkrimpen, rimpelen, o f haare natuurlyke houding en ge-
daante verliezen? Hoe zwaar is het, ze voor verrotdnge of voor de Wurm
te bewaarèn? Het teeder Gebouw van de Zee-Appels, hunne fyne Banden
en Veezeltjes, waarmede häare ontelbaare Deeltjes en Naaden aan elkander
gehegt zyn , en waarmede hareStekels op hunne Wratjes beveftigd worden,
toonen reeds oogenichynelyk, dat het zeer bezwaarlyk is, volkome Stukken
te krygen, om nu niet te fpreeken, dat ’er veel Zoorten onder zyn , die
by uitftek raar zyn , om dat z y zig in onpeilbaare dieptens ophouden.
■ Wel is waar, dat het de Europeërs niet aan vindingen ontbroken heeft, om
aan de Correfpondenten in Indien middelen a'än de hand te geeven, door
welke z y (naar hunne meeninge) de Naturalien konden magtig worden.
Men heeft namentlyk op het Papier agter een meenigte van Koraal, Hoorens
V O O R R E D E . x i
en Schulpen, Z e e -Starren, Z e e -Appels en dergelyke, zeekeré Zoorten
van Schep- en Stryknetten afgebeeld, uit welke Tekeningen men vermoe-
den zoude, dat men door trek op trek een zeer ryke vangft doen moeft. ’Er
zyn ook Liefhebbers in de Indien geweeft, en z y zyn ons van naby bekend,
die uit groote begeerte, om die Zeldzaamheden uit Zee op te viflchen, zig
zodanige géreedfchappen met groote koften hebben laaten Vervaardigen, en
zyn daar mede verfcheide maalen op den togt uitgegaan, maar de uitkomft
heeft niet aan de verwagting, nog veel minder aan de gedaane koften, bcant-
wöord. Want als men met een nyvere begeerte de bezwaarde Netten moei-
jelyk uit het waater ophaalde, vond men o f een ftuk van een afgebrooke
Rots, o f een ftinkend geraamte van een Zwaardvifch, o f eenig ander bedorven
Zeegedrogt daarin. Dan eens bleef Net en Touw aan de verborge Klippen
hangen, zo dat men het kappen moeft, of het Net was niet diep genoeg
en gleed over de Zeedieren weg, die zig in het zänd op den bodem
van de Zee vaftzuigen. Dus dat het zoeken van Naturalien altyd eene moei.
lyke zaak blyft, waartoe zeer groote koften vereifeht worden, en alles wät
w y gezegd hebben is nog maar een klein gedeelte van de Hinderpaalen,welke
beletten, dat in alle Kabinetten, geen uitgezogte Stukken zyn kunnen.
Zoo het ook al eens gebeurd, dat men tot een en ander Stuk eene gunftige
geleegenheid vind, zo heeft men dog van den anderen kant weder honderd
zwaarigheden, en men moeft door de gantfche Waereld Dienaars en Vrien-
den hebben, wanneer men van alles wilde voorzien worden. Behalven dit
alles zo komt het ook zeer veel op de bekwaaroheid aan, om de Naturalien
goed te pakken, want hoe ras breekt door het fchudden een punt van een
Koraal-Tak af? Hoe ligtelyk fpringen de Z e e -Appels door het ftooten en
fchudden van elkander? Hoe gaarne trekken de Z e e -Starren het Vogt aan
z ig , en verrotten onderwegen, onaangezien alle aangewende voorzorge ?
De Weiten zyn meeft al door Motten opgevreeten, of befchadigt? Veel-
* * * a I tyds