(<5 )
Wat de infierlyke Bouworde der Oogjes betreft, zo beftaat
de Oorzaak, die hun eene ftervormige Gedaantp geeft, daar-
inne, dat de binnenfte Wand van deeze Qpgjes, die gls K$-
kercjes tot in het midden der Koraaltakjes lappen, met veele
dünne Blaadjesbezet is , die als. ftraalen van een Gifkeluit het
Middelpunt naar de buitenkant toeloopen. Deeze Oogjes ver?
tooneh zig aan de Opperylakce iets uitgehqld, om dat de
Blaadjes, die zig met elfeandere in hun Middelpunt vereeni-
gen, gemeenlyk iets afgeileeten zyn.
Het Getal deezer Blaadjes, die zig in jret Middelpunt der
Kokertjes met elkander vereenjgep | beftaat in Zeilen, en
men vindze alle gelykvyydig. Tuflthen deeze Z e s , geneel
tot aan het Middelpunt floatende Blaadjes, vind men nog Zes
andere halve Bladeren, die van dep Omkring af maar half
wege tot aan het Middelpunt ryken, en ejndplyk ziet men tus-
fchen alle deeze halve en heele Bladeren, nog twaalf vprheve
Streepen tegen den binnenften Kring der Kokertjes zitten,
Wat de dikfte Takken van het Wo/telfluk belangt, deeze
zyn doorgaans geheel ho i, en ichyppp zulke Kokers te z yn,
waaript zig de oude Bladeren uitgefleeten hebben, egter vind
men in deeze Kokers vap binpen verfcheide Gaatjes, die paar
de buitenkant toe in een ftarrevormig Oqgje ägtbaar worden.
OndertuiTchen zyn ook veele van deeze groote'Kokers geheel
digt, gJad, en met een byzondere Stoffe overtrokken, zq als
men wel aan de Wormhuisjes o f Pypflakken vind ,
en in zommige ontmoet men nog eenige Vliesagrige Brokken
als overblyfzels van eenigen Zeeworm.
Ftg. 3. Geheel anders is het met de Bouworde van het Witte
fterrevormig Koraal van Baubinusgelegen, het geene alhier
vertoond word, en van de Liefhebbers Corallium albrnti fiella-
tum genoemcL werd, ten onderfeheidg van het voorbefchreve
Corallium album oculatum. Dit Koraal is , aan het zogenaamdp
Wortel-End by de meefte flukken hol, en men z ie t, dat daar
ter plaatfe verfcheide holle Kokers inloopen, die van binnen
met een glad Rekleedzel oyentrokfeen z y n , maar van buiten
uit verfcheide Bladeragtige Laagen beftaan- Het bovenftuk
ryft uit eien Wortei met verfcheide kor.te , dikke en ftompe
Takkpn omhoog. Geene van deeze Takken gaan in een punt
u it , maar eindigen in ronde ftompjes, gelyk de Blomkool,
die aan het ichieten is. Op de Breuk fchynt dit Koraal uit;
dezeifde Beftanddeelen te famen gefteld te zyn gelyk het voor-
gaande, beftaande het onderfcheid ilegts in de ontelbare Oogjes,
die zig op de Oppervlakte vertoppen, Alle Oogjes ftaan
zo digt aan. elkander, datze ilegts door een dünne Wand van
elkander gefcheiden worden, gelykende zeer wel naar een
groeye Kant, welkers weefzel uit enkel Oogjes beflaat. Iedet
Oogje beftaat pit eep fyn Starretje orptrent van het zelfde
maakzel, zo als wy te voren befchreven hebben. Het eenig-
fte , dat de?e Starretjes van de voorgaapde onderfcheid, beih
at daarin, dat daar de Schilfertjes, welke in het Öogje
ftaan , en de Sterfiguur verbeelden , by het voorgaande Ko-
raal in een ftuk door den geheelen Koker doorliepen tot aan
het onderfte Eind van ieder Buisje, zy hier in dit Koraal inte-
gepdeel terftopd met een Bodem onderlegt zyn, die het bo-
venfte Starretje, yan het geene daaronder le g t, afzondert.
Toen wy een zulk Koraal doorzaagden , vonden w y , dat
ieder Stawevprmig Kokertje wel V y f zulke Bodems hadde,
het geen piep zig het beit verbeelden kan, wanneer men zig
een bolle Koker voorfteld, die me.t eenige Starrevormen op-
gevuld is , waarvan ieder Vormpje zyn eigen Bodem heeft, en
los op. dep apderen gelegt is.
Fig. 4. Dit ftuk fchynt een Brok van de Planta faxen nlbä
te zyp , dje men in het Mtf. Befler.. Tab. XXIII. afgebeeld
v ind , en vap Baubinus: Planta faxet} Abrotomies gepaamd
word- Het ftuk zelve is als een Dniiyetros t’ zaam. geftelt,
en de Puntjes van de Buifen zyn met een Kalkagtige Zeeflym
over-trokkep, ep onduidelyk geworden. Zonder twyfel heeft
men djt Zoort onder de Maäreporen, o f onder het Koraal met
Starrpyonpige Oogjes te teilen. Edpg terwyl op de volgende
piaa.t; een beter voorbeeld is , zo wiHen wy ook de nadere Be-
fchryyipge van dit Koraal zo lange uitftcllen, tot wy daartod
betere gelegenheit zullen hebben.
Hg- 5. Het ftuk alhier vertoont is een Hoornagdg- Koraal,
het geen van deKruidkenners, als by voorbeeld van Baubinus,
en Clufius, Hippuris faxea genoemd word (»)_. Niettegenftaan*
de dit Koraal zeer hard, en tuilchen de Leedjes glad en iwart-
blinkend is,. gelyk Ebbenhout, zo heeft het dog niets Steen-
agtigs aan zig-. De Tak zelve afi op een, ftuk yan een Kot«
vaft, en omilingert; di$P ®et hoornagtige Vezeltjes, van waar
de Stam iets gedrsaid in da ho.ogte.ryft, en overal met Leed-
jes voorzien is.. Deze Leedjes, zyn Afchgrauw, dikwils een
halve duim o f meer breed, en hebben diepleggende en. loot-1
regt lopende Streepjes. Tuilchen dee^e Leedjes, die gelyk
Ringen den Stam omyangen, en den, Stam z e lv e , fpruiten
over en weer zekere Bytakjes uit:, die evengelyk de Hoofd.-
ftam met Leedjes voorzien zyn, ln de Indiaanfche Zeecn worden
’er gpyonden die over de twee Vo et zyn , en veel neyens?
gevoegde takjes hebben- Maar over het geheel ge.nomen;.is.>dit
Zoort- onder het Koraal het raarfte, en men vind.het vry zel-
den in vergelyking van alje'andere Hoorngewaflen.
T A B . A. II.
Fig. i . "VV"7 y hebben by de vierde Afbeelding van de vopr-
V V gaande Plaat beloofd, eene nadere Befchry-
vinge van de Planta faxea Abrotonoides te zullen geven , en daarr
toe vindën ’wy nu gelegenheit, terwyl w.y in deèze Afbeelding
een zeer fraaije Tak van zodanig Koraal voor ons hebben.
Het is namentlyk dit eigé zelye Koraal ’t welk by Sloane Jamaica.
Tab. XVIII. Fig. 3. onder denNaam van Corallium album
portfum muricatum maximum ge.yonden- w^rd, en by Clußus
en Baubinus de Madrepora Abrotonoides major.-genoemd word, W y
moeten vooraf aanmerken, dat deeze en alle dergelyke Zoor-
ten van Koraalen tot de Onegte Koraalen behooren, terwyl
ze niet zö digt en hard van beftanddeelen zyn als het rood Koraal,
dat wÿ in den beginne befchreven hebben, o f ook als
het witte Koraal met Oogjes en met Starretjes, het geen by
de Drogiften gevonden, o f in de Apotheken gebnukt word,
want dit Onegt Koraal is meer Kalkagtig., weeker en bros-,
fer.
Belangende de Bouworde van dit Boomoomig, rum en , als
wäre het, Stekelagtig Koraal, zo is hèt ftu k , dat hier vertoond
word ilegts een afgebroke Tak van zodanig Koraal, dergelyke
Takken zomtyds enkeld, en zomtyds te zaamen met
verfcheide anderen , gelyklyk in de gedgants van een Kieih-
Wouä o f Ifreujjel-BoIcKop een Rots vaftzittgn» Het Wortefc
ftuk daarvan is, een breed Bekleeckel, dpt evep gelyk de op-
ryzende Takken hol ujtgewerkt . i s e n dit Bekleedzel overdekt
een tamelyk gedeelte van, de Rots, Vervolgeps. ichietep uit
het zelve een o f meerdere dergelyke Takkep om hoog die dik-
wjJs-o.nder aan de WortOl wel twee D.iym dik zyp , en in eene
Piantagt^e evepredi^ieit,, naar belang vap hupne hopgte dünner
worden. Uit deeze Takkep komen reeds. digt by de Wortei
verfcheide Zytakken ujt, die zQmtyds. xpet de Takken van
een- nabyftaande Stanupetje vpftgewaffeji zyn , dus dai zjg verfcheide
Stammen wederom. met el.kandep vereenigen, het geene
ze,er fraai is_om te befchopw«P» voqral, wapneer dit Koraal,
gelyk dikwils gefchiedj twee Voet hppg, o f nog wel
fiooger is-
Op. de Breuk is. een zulfee T ak wel een halve Duim in zyn
Dporfneede o f middellyn breed, ep niet; anders aan te zien
als een fpongieus zamenweefzel van onteibaare Gaatjes die
zonder ordeningftaan, en nappwlyks de Punt; van een Speld
toelaaten. Men kan de Breuk niet beter dan by een ftuk af-
gebroken Broodzuiker op het uiterlyk Oog vergelyken, dog
de
febuins of. in. bet latjge doorgezaagd heeft? en.men beeft zig daarom te. wagten, dat, men.nißt door, dit Toeval.de zoorten der Gefügten zo on-
gegrond als onnodig verpieerdere. Wy merken dit, ook oml dies willen aan, tejpwyl wy, reeds inbet natuifrlyk Koraal gevonden. hebbfn, dat. dt
Oogjes by een en. het zelfde zoort niet altydjchuinomt hoog gagn, rnttßl 00k wel Horizontaal loopeii.3 het geene eene toevalljge. zaak- is, en
daarom aan de JUefbebbers nog geen regt geeft, een Koraal metronde Oogjes., en een Koraal. met, ¡oilgwertpjgp, Öpgjes., voor twee onderfebeide
Zoorten te houden, ten zy zy eenige andere Bewyzen, genmen uit de zelfßandigheid, of uit bet getal der Blaadjes, wejke.de. Starrin dt Oogjes
uitmaaht, of uit eenige andere Omflandigbeden, toonen binnen.
(».) D/f. Komi k by.de Lieflebkerf ander, den,Nom van. Leedjes ■ Koraal o f Kgnings * Koraal behend.