Schepper, met verwondering, re befchouwen. Men heeft dus zedert eenigen
tyd meer Verzamelaars als Kenners van de Natuurlyke Hiftorie gevonden,
welke uitgelokt door het fraaije der Natuur, met groote begeerte tragten
haare Voortbrengzels magtig te worden. Maar gelyk het veele van zodani-
ge Verzamelaars aan genoegzaame aanleiding ontbreekt om de waardy en de
hoedanigheid yan de verfchydene ftukken, die z y by een brengen, te leeren
kennen, zo is hun ook de Rangfchikking, Verdeelinge, Benaaming,
Meenigvuldigheid, Verandering, Oorfprong, Vaderland en Nuttigheid der
zelven onbekend, uit dien hoofde hebben ook wel geleerde lieden, wier
ftudie juift niet op de Natuurlyke Hiftorie geveftigd is, egter gewenft,
eenen körten Wegwyzer te mögen hebben , door welken z y de Voort-
brengzelen der Natuur, die z y verzamelden, gemakkelyk konden leeren
kennen: Want terwyl de Werken van de vermaardfte Natuuronderzoekers
niet zo gefchikt zyn , om Kabinetten o f Verzamelingen te maaken, of reeds
toegeftelde daaraan te kunnen toetzen ( * ) , zoo wierd de wenfch algemee-
ner, om een Werk te hebben, waarin de Hoofdzaaken, die in de Kabinetten
gevonden worden, met eigene koleuren naar het leven afgezet en be-
fchreeven waaren, en dat des niet te min niet al te groot, of al te koftbaar,
zyn mogte.
Het ontbrak juift wel niet aan zulke Werken, in welke men ten opzigte
van het een o f ander Geilagt, van de Voortbrengzelen der Natuur, deezen
wenfch vervult zag, maar ditniet voldoende zynde, om aan de Liefhebbers
in een Boek eene Verzameling van allerhande Zeldzaamheden te gelyk te
vertoonen, en , als waare het, hun tot de kennifle van een geheel Kabinet
beknopt op te leiden, zoo bleev ’er nog overig, een zulk Werk te bearbei-
den, waarin men de voornaamfte ftukken van een Kabinet by een vond.
Tot
( * ) In het Woordenboek van den Heere Valmont de Bomare, vind men een kompleete Befchryving
van een Kabinet.
V O O R R E D E. in
T o t zodanig een Werk gorde zig de eertyds beroemde Nurenborgfe Kons-
tenaar enPlaatfnyder, de Heer G e o r g W o l f g a n g K n o r r , voor eenige
Jaaren aan, die door eige Ließiebbery gedreeven, en onderfteunt door de
genegenheid en briefwisfeling van geleerde Verzamelaars, zo wel uit zyn
eigen als uit andere Kabinetten eenige fraaije ftukken aftekende, en ze op
eenige bladen in het koper bragt, en zonder Befchryving© uitgaf. Dog de
Ziekte, en daarop gevolgde al te vrpegtydige Dood van deezen wakkeren
Man daar tuflchen körnende, bleef dit fraaije Werk een tydlang fteeken.
De Erfgenaamen, den Voorraad van Kopere Plaaten, die gedeeltelyk
uitgewerkt waaren, en gedeeltelyk niet, voor zig ziende, naamen het be-
fluit dit Werk voort te zetten, en raadpleegden daar over met ons, wat in
deeze zaak te doen waare ? W y gaaven hun daar op den raad, ieder hegon-
nen Vak nog met eenige Plaaten in dezelfde fmaak te vermeerderen, de
ontbreekende Vakken te vervullen, eeneBefchryvinge daar by te doen, en
het Werk dus in een paar Boekdeelen het lieht te doen zien. Zo ras z y dit
goedkeurden, wierden w y teffens verzogt, het beftier van dit Werk op ons
te wjllen neemen, eene körte Befchry vinge daar by te vpegen, en ieder
Vak met eene algemeene Inleidihge te verzellen, op dat in alle Deelen aan
het oogmerk, dat wylen de Heer Knorr met dit Werk gehad had, mogte
voldaan, en daar by alle wydloopigheit verhoed worden, ten einde het niet
al te koftbaar wierd,' het geene w y dan ook gewillig op ons genoomen hebben,
gelyk w y ook op verzoek van de Heeren enZoon^ deeze Nederduitfche
Verklaaring toeftelden, en met eenige Aanmerkingen verryk-
ten, en het is door hunne vjyt dat het zelve zoo luifterryk in een Ne-
derduitfch gewaad te voorfchyn koomt.
Zie daar dan den Oorfprong van dit Werk. W y zyn dus bepaald ge-
weeft om de Befchryving daar naar in te rigten. W y konden niet Syftema-
tis zyn, om dat de Plaaten reeds een mengeling van yerfeheide ftukken be-
helsden, en zogten alleen maar door eene algemeene Inleiding tot ieder Vak
* 3 dit