daar toe gereekend; maar men kan deeze Metallagtige Stoffe
bezwaarlyk krygen, wordende tot nog toe nergens, dan in
het Spaans- America by Quito gevonden, van waar men het by
Leevens-ftraffe niet uitvoeren mag.
Belangende de verfcheide Onder-zoorteft van ieder Metal;
zo zullen wy by de A f beeldingen telkens het zelve aantoo-
nen, alleenig moeten wy nog aanmerken dat wy niet in ftaat
z yn , altyd het Vaderland van iedere Stuffe aan te toonen, o f
hoe veel de Centn« van ieder zoort aan Meta! houd, terttrvi
ons zulks onbekend, en het Narigt daar van verlooren eeeaart
?SI veel ^ egter uit de algemeene regelen der Mineralogie
weeten te zeggen, zullen wy het .getrouwlyk aanhaalen, zö
veel de kortheid van ons beftek toelaat. ’
Laat: ons derhalve zien, welke Ertzen ons vertoond worden
T A B . Et
W i- ymaakeneenbeginmeteenfraaije Gmd.SkJfc
, ! ’ • T sedeege Goudblaadjes op Amethylfcln
Smaragd-Aarnge Kwartz , waaraan hier en da« roodmidies
Swart-Ertz aangevloogen is.
Dit'ftuk is uit de Berwerken van Kremnitz in Honearm.
De hooggeele koleur, die men aan den Klomp duidelyk
“ d? Teebening z ie t, is het gedegen Goudblik, het geen
uit de Kwartz uitgedreeven is. Zulk Goudblik is zomtyds
zo rein, zuyver, en buigzaam, dat men het Goud niet' beeter
louteren kan. Deszelfs dikte is als fterk Muziek-Papier,
en zomtyds gelyk een Ducaat, wordende door het aandrin-
gen der Goudmaakende Metalvogten voortgeflooten, en uit
de Reetön van het Geileente uitgedreeven; zo dat het Goud
in breede Vlaktens, o f in ongelyke gebandeerde hoogtens
(Krau len ), o f ook in Riemen o f Spaandeis op het Gefteente
zig mtbreid, o f in de hobgte begeeft. Zöihtyds ichiet
c Mn. 8ede8e 11111 Kryftalvormige Punten dromwyzig
or JNeitwyzig aan, o f lege in dikke verheevene Knopjes in en
op de Steen, zo als het onder anderen in Botza in een geel-
agtige graauwe Hoornfteen gevonden word. Zomtyds heeft
net ook gekrulde bloemagtige Bladeren in een graauwe Hoorn-
lteen o f Spath, dergelyken is dat’t welk mert in Abrugb- Bannyk
in Zevenbergen vind. De Kwartz, daar het Goud-Blaatje uit
te voorichyn komt, is een Melkagtige, weinig) doorzigtige
Kryftalagtige dog onvormlyke Steen, die met een violette en
groene Metallife-Damp eenigermaaten doortrokken is. De
Violetverwige Kwartz word een AMathyftifcbe, en de groene
een Smarad-Aartige Kwartz genaamd.
Voorts vind zig het Goud meeil in witte Kwartz, in blad-
agtig witt Spath, in Selenitife Of glimmerende graauwe Spath in
edeleMelalU bet Goud gemakt können worden. De ondenimdmge leert igftr W B B S w A m l a b m mbhmß, dal nix iemtnd M
weekelyk. verawknng dm Jl,gtere Metallen in ,m ander bete, Mmol, zoo mm all d, vermdering in Gmd, beboorlj ilw o e z^ b e e T n ,o
* * * * " " > ™ "‘ ® m r d mtgctm als Tzer lat in Kmr
i, i ^ d,ßobmkznnku,.lmeornUmnmnnr dam in, dm dm bo, bokond,
Metallen, bi, war beeil von Lebt, van Nation litt zo gefebaabbn lat zv !»
S t u t T S ü « ¡ l a n g e n zyn, m a g ander elkanderzoarnttekken, gilyk ah de Umdagtige Metaldeeltjei Io ha Goud. Mm im .
Z l u e £ l Z n ’ g 'b a fß a « , 0 ftaat L d . » r deg,dam,, « g S f l a B
r i ' d i i m ,deafißu!ir der GwMeeltjes te doen overgaan, ten einde zo digt te worden als bet Goud. om de proef van
S K S S S m du£ll. hte,t ° f rekkelykbeid te bouden, want terwyl de wording van defynfte Metaldeeltjes en van hunne eiern-
M 1 diJ n eds daar haar bigin ”5^ ’ waar noe bet Otg nog de Hand van een Alchimiß iets gewaar
wra, zo meß men veronderßellen, dat de Goudmaaker by de verandermg van bet Lood, deszelfs deeltjes zodanig oteeloß haddi alt •
t A ^ r Z aaMegtnzeI m ^ i ? m äan w m m &däm Z Z r l i f neeme by™ rbe*Idde zouten, welker ontbmdmg en oplosfinge ligter is, dan die van eenig ander Lichaam. W er wel
ooit eenfcbyhmdige m ftaat geweefi bet Keuken-Zout m Salpeter, ofVitriool in Aluin .te veränderen, en bebouden niet altyd de Deelties van
P | f f * baare. ’Wfthaape eigenaarttge gedornte zo ras zy zig beginnen te zaamen te zetten, men mag ze honderdmaal L e lm of branden?
En bebben wy met genoeg gezten, dat bet even zoo onmogelyk is de eigenartige gedaantens der eerfte grond en beftanddeelen te veränderen of
te verwoeften, als bet onmogelyk tf van lets mets te maaken, of een zaak gebeel uit het Befiaan te brengen. Terwyl nu egter de eedaante
en gefialte der- eerfte zutvere Beftanddeeltjes de oorzaak van de Natuur baarer te zamenvoeginge en digtigbeid is, hoe kan men ddn gelonen dat
te zamengeftapelde Kogelen, zo dtgt flmten kormen, als te zamengevoegde Vierkanten? of bet geen Op een uitloopt, dat deBeftJhddeeltiesvan
'r ’ 20 g‘ m ‘ n ZedTOnf mr komm ™rdm’ als die ™n Goud? m ** dit niet mogelyk, hoe kan dan een vreemde M M
Goud worden , warmeerwy maar al een op de fwaarte, en nog met eens op andere Proeven van het Goud litten? alzoo wy nu meTen , Z
tn het Gevoelen bevefttgd worden, dat de Metallen baare eigenaarttge Aarddeeltjes bebben, zoo bouden wy bet veränderen daar van v Z e Z
openbaare tegenjtrytngbeid. '
■ r ¡ ü ü i 1 Z^ mnlm wy mbiUyhr wyzi, dt gtbtfwmUgbad im a lk z t m l gtktrdt, alt mirUtrl,, r,hdkmdlei k Im f
film k km , du tgto um dt trtmtd mzmkmdm, da z , btt Aurum Philofophlcum gtimdtn, en werkelyk Gmi gmmkt hebbeh Oer
f m?’ ’ *> •« nerbnal im rnle dereehe, ( ment um alle genen wy bullen dien geen gehen ra r in ,in fe i ¡rekken. imnr Z benjen
bet daar um , dm denke Lieden, seine m ime kme eige Firnen in een lumlmg gebeugt gyn, zy bebben mngelyk ten ktußgreen g e ile n cm
dm Goud, dm reeds in eene Mnjaverbmgenlag, um den dag le brengen, of bet Goud dm za ’er bygtemgd bebben, iodanlg in de Md/Ta
weeten le ueebreiden, dm de vreemde Deeltjes de gelaunte van Goad aangenoomen bebben, en dm door de gemone Proeven niet wel le mdern
fcbeiden warnen, en warneer emdelyk ook een Maßt, door utele BebandeMge in haar Umenfte, zodanig verändere konde werden, dal ze nerOeidt
hoedamgbeeden van bet Goud aanname, zo blyft dog abyd nog te bewyzen, dat ze nu werkelyk Goud en niet meer de voorgaande Majfa is.
C dd) Uit de Inleidinge tot bet Koraal is bet gebhtken, dat wy aan de nieuwe ßellmg van Ellis, Donati, eri alle die htm voleen orzi
toefiemmmge geenftnts geven, enboe meer wy de zaak overwegen , boe minder wy daar toe können overgaan. Wy willen nu deeze zaak niet
weder opbaalen, alzo wy voorgenomen bebben, dat gebeele gefctnl eens byzonder en wydloopig te bebandelen, maar maaken (lents in zo Z r e
gewag daar van , als wy her van een Steen- en Metalagtige vegetatie fpreektn. Wy gelooven dat de Zouten oorzaak van deeze fiouu.
ren en wasdommen zyn, en boezeer bet ook temandbevreemt, dat Linnasos* Kryftdtten ondetde Zouten ftelde, zo is zyn fluiireden doi niet
aftekeuren, dat de figuuren der Kryfiallen een bewys van de tegenwoordigbeid, en van de beeidende kragt, der Zouten in het eeneente zyn. Even
dm btwjii dan ook de vegetmic von irr Caput Mortuum von Vitriool (all men nanemlyk een kleine Leepel ml daar um in een kelki, dm.
Waterdaar op giet ter helfe van bet Glas, enbet dus tneen matige warnte Jlaan laat) dat de Zouten ook in ftaat zyn Steen en AardasHge
Boompjes teßrmeeren, hebbende Taijes, en Knopjes; ( want naaeatige dagenzdmen den gebeelcn Rand van bet kelkie als met een Bofcbia
vanfterlyke Boompjes bezet vmden) met welke de MetalHfcbe gewqffh , als die van bef Boomzitvcr veel oVerettikomßfcbynen te bebben.
N n