vin V O O R R E D E.
voor Kabinetten diend ? Waar vind men in die Geweften een gertOegzaam
aantal van Perfoonen, die ’er zig mede bemoeijen, om ze voor ons te Ver-
zamelen? Dan ontbreekt het aan de kennisfe der Stukken, dan eens zyn
liun de Plaatfen der Zee onbewuft, waar men zodanige Stukken haalen
moet, o f het ontbreekt aan de Gereedfchappen, welke tot die Visfery noo-
dig z yn , o f aan het Vermögen om de onkoften goed te maken, terwyl men
alles in die Geldryke Landen zeer duur, en zomtyds zes dubbeld betaalen
moet.
Dit is de Reden, waarom de Eurepefcbe Liefhebbers wel tienmaal aan
hunne Correfpondenten in de Indien fchryven, (en het is nog een geluk,
wanneer men daar Correfpondenten heeft) eer z y maar eens een fraay Stuk
•voor hun Kabinet verkrygen. En zo men zig op zulke Bezending niet on-
gemeen milden rykelyk dankbaar betoond, kan men lang na een tweede
Bezending wagten. Maar gefteld ook, dat voor alle deeze Zaaken op het
befte gezorgd waare, zo vinden dog de Correfpondenten zelfs ongemeen
veel zwarigheden, om aan het Verlangen der Liefhebbers te voldoen.
Zig in de allerheetfte Lugtftreeken verre van Huis naar het Strand te
begeeven, waar men dikwils wegens de Klippen met geen Barken naderen
kan, en waar heen men zig eerft dwars door het Land en zulks veeltyds
over hooge Bergen en ruwe Wegen begeeven moet, aldaar eenige onge-
fchikte Indianen o f Slaaven tot hulp te hebben, die alles verkeerd aangry-
pen , de gevonde S tu kk en mw en onkundig behandelen, het fyne
zamenftel (waar aan de Liefhebbers het meefte geleegen legt) door on-
voorzigtigheid breeken, enverderven, en naderhand onbedagtzaam nog
dikwils eenige Mylen verre naar Huis moeten dragen, verder by zulke
niet zonder groote koften aangeftelde Onderzoekingen zyne andere be-
zigheden te verzuimen, en zoo al niet het Leeven, egter veeltyds de
Gezondheid daar by in de Waagfehaal te leggen, en dat alleen maar, om
aan
V O O R R E D E . ix
aan een Vriend genoegen te geeven, die ’er in Europa om gefchreeVert
heeft, zulks zyn altemaal omftandigheden, die alleen maar een groot Vorft
door aanzienelyke Belooningen weet te overwinnen, en waar toe dezelve
nog heeft om te zien na zulke Lieden, die uit Liefde voor de Natuur-
lyke Hiftorie Iuft hebben, alle die befwaarlyke en gevaarlyke Omftandigheden
te ondergaan.
Maar gefteld eens, dat ook deeze fwaarigheden alle met elkander verhol- .
pen waaren, heeft men dan terftond het oogmerk bereikt? Neen! De Natuur
heeft veeltyds haare pragtigfte ftukken, het diepfte verborgen.
Men zoekt dikwils een geheele week en vind nog niets, men vift, en
vangt niets, dat de gemaakte onkoften, en gedaane moeite eenigermate ver-
goeden kan. Want men dwaalt grootelyks, indien men geloofd, dat de
fraaije Kabinetftukken in Indien zoo voor de voet leggen, dat men ze maar
behoefd op te raapen. En ingevalle men ook eenige ftukken by een brengt,
zoo zynze voor het meerder gedeelte nog in lange zoo niet gefchaapen als
die, welke w y in dit Werk komen te vertoonen. Want dan zynze eens be-
fchadigd en gebrooken, o f door het weêr bedorven, o f verkalkt, dan eens
ontbreekt ’er koleur en glans aan, o f de fyne bearbeiding van de Natuur is
’er aan mislukt, o f door toeval bedorven, gelyk zulks door honderd omftandigheden
gebeuren kan, o f ’er ontbreekt iets anders aan ; dat ze niet als
Kabinetftukken dienen kunnen, zoo dat het in Indien, o f ter plaatfe, daar
de ftukken gevonden worden, al reeds iets zeldzaams is, wanneer z y top*
fchoon en zonder gebreeken zyn. Dit is dan de oorzaak, waarom w y
dikwils met zulke ftukken te vreeden moeten zyn, die maar eenigermat-e
goed zyn, en reeden hebben om ons te verblyden, wanneer w y zodanige
llegts kunnen magtig worden.
Zoo als het nu met het Koraal geleegen is, zoo gaat het ook met andere
Zeldzaamheden der Natuur. Wie gaat tog in het heete Indien zoo vlytig op
# # (Jq