m
N A T U U R KUNDE.
Spreuk. X X V I . vers. 15.
De Imaard zciä} äaar is een feile leeuw op den weg: een keuw is op de ßraate.
Dar de Leeuwen zomwylende Steeden en bebouwde
plaaczen naderen, getuigd doorgaaas
het Heilig Wetboek, Hier Salomen y geiyk
00k Spreuk. XXI I . 13. Deluiaardzeid, daar
is een leeuw bmten: tk mögt op het midden der
tiis
•worden. Vergelyk 2. Kon.
X V Ü . 25. 26. Over de naraen der Leeu^
wen Schchal en Jri, hebben wv eiders gehandeU.
lié
P R I N T B L A D DLXXXII.
De voorby gamde die zig vertoornt in cenen twiß , die hem niet aan en gaat^ i$
gelyk. die eemti hont by den ooren grypt, Spreuk. X X V J. vers 17.
Deez' Prent leert wat u is bereid
JVcn Gy, wanneer 'er twee krakeelen
Of vegten, tragt, door ifw beleid,
Hann' tweedragt en bunn' fwifi te heekn;
fVant gy vaart eveneens als zy,
Die ziende, fei twee honden vecmn.
Htm grypen by de ßaart, en by
Het ho^d, om hun gefchil te ßechten ,
Als hun meédogenheid, te fnood
Betaald word door die woeße dieren.
Vie, voor het byßaan in dien nood,
Hungramfchap naar hmn' helpers ßieren,
Hen byten, kwetzen, als verwoed.
Folg dan de les van d' eer der ìFyzen,
Op dat ge » zelfs voor fmaat behoed,
En » de d-waaze» niet mispryzen.
HEC is een oud Spreekwoord, by Grieken
en Romeinen van de wolf gebruikt : toon
ootoon hikon kratein, de wolf by den ooren houden.
Anderen willen by de ftaarr. Dus de
L X X . ho kratoonkekrotikunos. OokwyHoogduicfchen
Er hat den Hund, oder JVolff, bey
den Ohren, bey dem Schwantz. Hec is beide
zeer gevaarlyk. Hy Itele zig voor cene bete
blood, die eenen hone of by den ooren hoiic,
of by de ftaarr: in hcc eerfte geval maakt het
bceft zig gcmakkelyk los, in het tweededraaid
het zig ora, in beide gevallen byt het. Even
ZOO Word hy gebeeten, dewelke buiten noodzakelykheit
zig in den krakkeelen van anderen
inmengd. De Spanjaarden: En contienda ponte
rienda.
TuíTchen twee twiftende lagt dikwyls dederde
jn zynevuyft, maar 00k betreurthyhet. Hier
henen ftrekken 00k de Spreekwoorden: de
toornigen verbitteren , den Leeuw fleeken of
knypcn, den achtvoetigen, dat is hetbcorpioen,
opwekken.
Spreuk. X X V I . veril: lo. 21.
Ais 'er geen hout en gaat het vtmr uit: ende ais 'er geen oorhlazer ivord
het gekyf geftilt.
De dove kole is om de vutirige kole, ende het hout om het -vuur: akoo ts een kyf
achtig man y om twft te ontficeken.
EenOorblafer, ácn1Xy.Jithumos, datis,
verßhiltende van gemocd, ionthrußeys by Aquila,
dohos, doloßts, bedriegelykbySymmachus,
goggvßeys, murmiireerder by Theodotion, die
vatfche zaken van anderen vertelt , zullende
twillenaanllookcn, ofookdiedingen, dewclke
waar