lirfll'^"
G E E S T E L Y K E 1 1 0 4
met de verklaring van die gemoeds-neigingenj
dewelke in den Text zelven vermeid worden.
De Wyn is een fpotter, lets hajajin, akolaßon
oinos , kai hutnfltkon mcthey, eigenclyk,
de wyn is eeii fpreeifj:.', fpotvogel, fcberßr.
Eenen dronkaard zyn alle zaken tocbefpotcing,
raaar ook hy voor allen zelfs befpoccelyk. De
wyn maakc verkecrc, Letz-kopf. Deilelfs gedachten
, woorden , daden worden verward.
De drinkebroer Silemis brandmerke zigmechec
teken van eerloosheit en fchaude op zyn krom
ingebogen ezekje. Noacb word befpot van zynen
zoon Cham: Lotb vervak coc bloedfchand
e , en wryft den beiden Volkeren. Animoniten
en Moabiten eene eeuwige fchande aan.
Een dronkaarc en eene Zuipfter zyn belagchel
y k voor den kinderen , alwaarom de Lacedemoniers
gewoon waren hunnen kinderen mer de
vinger aan te wyzen , die by geval door den
wyn waren bevangen, zuHcnde hen tegcn de-
Ze fchandelyke ondeugd eene walginboezemen.
Hcßodus in Eons:
Die overvloedig wyn drinkt. den zodanigen
ts äezclve dvjaas.
D e andere, en niet min droevigeuicwerking
der dronkenfchap beftaat m kyvagien, cwiften,
ilagen. De dronkenfchap drytr ecnen ongewapenden
tot hec gevecht, datdiegene, diehun.
lieder ledemaren met Bachus-nat hebben bevochcigt,
ider een door gedane gelofren aanvallen.
Homehfehechar, bubrifiikonmethey,de
fierke drank is woelachtig. De verwände geeften
zwerven niet alleen heen en weer , maar
het gehele bloed-vocht word rot ongeregelde
beweegingen gedreeven: de reden verfnioort als
in eene VVatervloed, ten minften zy word van
de Throon gefchopt. De tong donderd bedreigingen
uit, de Uppen beeven, de banden worden
gcfchud, de voeten ftootentegendegrond,
een dronken menfch zec een wreedgelaat. Daar
van daan is hec, dat de Taalkundigen Bacchus
afleiden van bazoo ik fchreeuwe, ik roepe,
Jacchiis van iagey, gefchreeiiw, gerucht, geloei,
ßrözszwjvan^röwoKjgedruifch, geklank.
D e dronke Alexander heefc Clytiis zynen geheimften
boezemvriend gedood , Herodes belaft
de onchoofding van Joannes den Doper,
Nabal geeft aan David gcnc ledige coren.
Spreuk. XXIII. 29. By Wien is wee? bywien
ach armen ? by wien kyvagien f by vJien het geklag
? by wien wanden zonder oorzaak ? bi
Wien de rootheid der oogen? vers. 50. By den
genen, die by den wyn vertoeven: by dengenen^
die komen om gemengden drank te zoeken. Een
getrouw medgezcl der dronkenfchap is trorsheid
en grootfpreeken. Jez. XXVI I I i. IVee de
hovaardtge kroone der dronkenen van Ephraim,
welkers heerlyken cieraad is eene afvallende
bloemc, die daar is op het hoofd der zeer vette
valeye, der geßagenen van den wyne.
De derde vriichr van de vervloekte boom is
dwaasheit} al wie daar m dwaalt, en zal niet
wys zyn. pas de aphroon toioiitoisßmpleketai.
Wie zoLide alle de dwaasheden der dronkenen
können optellcn ? De gezondc reden kan met
genc ongeregelde beweeging van het bloed en
geellcn bcftaan. De krachten van het verftand
worden uicgeput , cn door eene ongelukkige
hervorming word de menfch verändert nu in
cencn wrecdcn Leeuw, dan in eenen blaiFenden
hondj nu in een vui lzwyn, dan in eene vergifcige
adder. iloererye, ende wyn, ende moß
neemt het herte weg , "Hof, IV. 1 i . Bekcnd'is
het Sprcekwoord der Hoogduicfchen . IVann
der Wem einfließet, fo gehet die JVitz weg.
Der Engclfchcn : JVhen te fVin is in, thewit
is out. Der bpanjaarden: Do entra bever, fale
ßaber. La muger y et vino facan al hombre dt
tino. De fVysheid word door de Wyn overßchadnwt,
zc^iPlinins. Niet alleen zyn de oude
Heden tweemaal kinderen , maar ook de dronkaartsby
Platoover de Wetten l. Boek.
By aldien de Wyn den menfchen dwaas
maakc , zoo hebben hier voornamentlyk zig
daar voor te wachten die genc, welkeroordeel
de voorzicting in de bedieningen mocc hebben ,
en dewelke anderen cen voorbeelde moetenverftrekken.
Een l^echter leeze Spreuk. XXXI.
4. Het en komt den Köningen met toe^ 0 Lemoel,
't en komt den Köningen met toe wyn te
drmken; ende den Princen fierken drank te begeeren.
vcrs. 5. Op dat hy niet en drinke, ende
het gezette vergeete ; ende de rechtzake aller
verdrtikien verandere. Een Bedienaar des Goddelyken
Woords, het welk ilaat. Jez. X X Vl l l .
7. De Prießer ende de Profeet dwalen van den
ßerken drank ^ zy zyn verßonden van den wyn,
zy doolen van fierken drank, zy dwalen in het
gezigte, zy waggelenin'tgerichte. DenHuisvaderen
zyn ten fpiegel Noach en Loth.
Zie Spreuk, XIX vers ii.
Spreuk.
Spreuk. X X. vers 1.
De ßhrik eenes Kontngs is als het brtdlen eens jongen leeuws ; äie zig tegen hern
vergrämt i ^ndigt tegen zyne ziele.
N A T U U R K U N D E
Spreuk. XXI I . vers. 13.
l Ä o j ;
t)e Itüaard zeid , daar is een Leeuw hüten : ik mögt op het midden der ßrateH
gedood mrden.
Zie Spreià. XXV!. 13.
Spreuk. XXI I I . veriT: 29. enz.
By ivien is wee ? hy ivien och armen ? by wien kyvagien ? hy wien het geklag ? ^
•wien wonden zonder oor^ßke ? by -wien de rootheit der oogen ?
By den genen, äie by den ivyn vertoeven : by den genen, die komen omgejnengden
drank na te zoeken.
En ziet de vjyn niet aan als hy hem root vertoom : als hy in den heker zyne verive
geeft, als hy recht opgaat.
In zyn einde zal hy als eene ßange byten, ende fleeken als een adder.
Uwe oogen ztdlen ma vreemde vrotmen zien j enäe uw herte zal verkeertheden
fpreeken.
Ende gy zult zyn gelyk een die in het herte van de zee ßaapt j ende gelyk een die
in 't opperße van de maß ßaapt.
Men heeft my geßagen^ ztdt gy zeggen^ ik en ben niet ziek geweeß : menheeftmy
gebeukt , ik en hebbe het niet gevoelt. Wanneer zal ik opwaken ì ik zal hem
nog meer xpeken»
Met natuurlyke eri levendige vefwen maalt
Solomon af hec fchandelyk gebrekderdronkenfchap
, met derzelver eerlooze iiic werkin gen.
ü p dat ik niec ichynenzoude het gedane teherhalen,
zal ik niet wederom te voorfchynbrengen
die dingen, dewelke ikuitdezuiveregronden
der Natuurlyke Wysgeerte over Spreuk.
X X . I. hebbe opgegeven, namenclyk van den
aarc en eigenfchappen zoo van de wyn , als
andere dronken makende dranken , en derzelver
krachten op het ligchaam en het gemoed
van den menfch.
Vers 29. By wien is wee? by wien och armen
? by wien kyvagien? by wien het geklag?
by wien wanden zonder oorzake ? tini ouai;
tini thorubos; tini krißeis ; tini de aeydiai kai
leßhai; tinißinthrimmata diakeneys; het bloed
en levens-geeften door te groote inzwelging
van de wyn in onregelige bewegingen zynde
weggerootd, en het gezond verftand zelf als
uit hare herre verzec, wie , bid ik u , zoude
verwachten anders, dandaczot, Ichandelyk,
fchadelyk was? gefchreeuw, kyvagien, krakkeelen,
gerechten van eene bittere tong. Ilagen,
moorden , fpringen , danfleryen ? Maar wai
naderhand , het verftand weder by zig zelve
komende. danklachten, gejammeroveronnutrelyk
verkwifte tyd, zoek gebracht gelt, met
voecen vertrapte eere, verloore gezondheit, ja
in het ander leven eeuwige weeningen ? alwaar
in plaats van edele wyn gehele kruiken van brandende
zwavel en pik , ja van de goddelykc
gramfchap , zullen mocren uitgedronken wor-
Het is iecs om te belagchcn een mcnfch,
vreesachtiger dan een Haas, verändert te zien iä
een wreed beeft, eenen ftommen in eenen welfpreekenden
Kedcnaar, eenen zedigen ineenen
Tooren bevechter. Ovidius :
Dan ßeekt d' arme de hoorens 0^.
By wie» de rootheit der oogen ? tinos pelidnot
hoi ophthalmoi. Ja zelfs hec aangczicht door
roodheit en ontfteekingvan de weyachtigeoogziekte
ontftooken } met puiften bezaaid. De
oorzaken van welke ziektens af te leiden zyn
ten deele van de al te fterke drift des bloeds
door de opklimmende flagader, ten dele door
de al te geweidige uitfpanning en ontbinding
van de uiterfte adertjes , ten dele van de verdikking
en verftopping van het bloed, waar
door eindelyk hec elendig ligchaamcje van boven
neder geplofc word in Bevi'ngen , Lammigheden
, Voercuvelige en jichtige ongefteltheden,
Waterzuchc, zoo dat die gene, dewelkc
geduurende zyn gantfchc leven gene geloften
aan de WatergodeiTcn heeft betaalt, zelf by
het einde van een ongebonde leven eene kruik
van warer opgebhizen word.
Vers. 30. Dusd.inige kwalen, dewelke
lomon vraagswyze vergroot , overmannen niftt
zoo zeer den genen, dewelke eenmaal in hec
jaar ofzelden , meerdanbehoorlykis, drinken,
uic achreloosheit, dan den genen, die by den
wyn vertoeven: by den genen, die komen om gemengden
drank na te zoeken^ enchromzontes en
oinois, ichncuontes pou potoi ginontai, dewelke
z i g aanneemen de gewoonte van fterk fe drinken,
Wiens dagelyks brood is een brave dronk
kkkkk ow,
fe" i'
f i
tt''^ ili
.id '
í f j ' T i l
¡iSf '
i í í l
111»:
É i i i - i ,
ñ